Alle Joden kregen een zwarte J op hun PB geplaatst, eentje naast de pasfoto en één op de voorkant. Er was ook een variant met een open rode J, die was bestemd voor de Joodse helft van een gemengd huwelijk.
Welke heer Visser bedoeld wordt is nog onduidelijk. Bij het chemisch Lab van Philips werkte: De heer J. Visser en de heer S.H.R Visser. Beide waren chemicus, volgens het Philips telefoonboek november 1940. In ieder geval werkte een van de Visser's mee aan sabotage door zijn kennis van de chemie.
Ook heeft hij voor Joodse mensen de indertijd fatale J uit hun Ausweis of persoonsbewijs weten te verwijderen met een speciale behandeling van de inkt.
Wie een J in zijn Ausweis had, was Jood en viel dus automatisch onder de etnische zuivering van de edelgermanen.
Zo heeft hij [Visser] samen met de glasblazers van het laboratorium een soort “brandbom” gemaakt, waarmee het Archief van het Eindhovens Administratiekantoor in brand werd gezet. "Hierdoor gingen veel gegevens voor de Duitsers verloren." = onjuist verhaal. Dit verhaal in het boek: Aalst-Waalre in oorlogstijd door Raimondo Bogaars en Jaap Walinga, 2012, 167 pagina's, isbn 9789490552022 is erg twijfelachtig.
Dit hetzelfde verhaal heeft diverse andere versies in de P.A.N. documenten opgetekend, waarbij bovenstaande verhaal in twijfel kan worden getrokken.
1) Deze "aanslag" op bevolkingsregister of wel Eindhovens Administratiekantoor wordt ook door de P.A.N. beschreven als:
Eind 1943 waren de voorbereidingen gereed voor de vernieling van het bevolkingsregister te Eindhoven. De van geallieerde vliegtuigen afkomstige flesjes fosfor werden door drie onzer in het kantoor waar zich dit register bevond door de ruiten naar binnen geworpen. Omdat er slechts 1 fles brak kon de brand, voordat ernstige schade werd aangericht, door een zeer ijverige politiewacht worden geblust.
2) Zo ook hadden kinderen in de bossen een aantal van deze flesjes gevonden en meldde dit plichtsgetrouw aan de onderwijzer die ons in plaats van de overheid, van de plaats in kennis stelde en daardoor kwam spoedig de buit op de bestemde plaats terecht. Het vervoer naar elders leverde de meeste moeilijkheden op. Maar omdat men ze spoedig weer moest gebruiken kon hierover niet lang gedacht worden. Op een koude besneeuwde, glibberige, gladde ijsweg werden door een persoon de drie benodigde flesjes i.v.m. aanslag op het Gemeentehuis, per fiets vervoerd plm. 15 km, gestoken in de jaszakken. Bij het binnenrijden van Eindhoven werd hij aangehouden door C.C.D. [Crisis Controle Dienst] die zijn zakken betastte en vroegen wat hij vervoerde waarop geantwoord werd, een paar flesjes melk, terwijl er een halverwege uit de zak werd gehaald en dit i.v.m. de melkachtige witte schijn en omdat het maar halve liter flesjes waren, de controleurs tevreden stelde en hij door mocht rijden. Thuis aangekomen direct goed opgeborgen en de volgende avond in het gemeentehuis gemikt.
3) De eerste sabotage. Al spoedig werd een plan tot sabotage uitgedokterd. Sander haalde langs een lange en glibberige weg twee flesjes fosfor. Een derde flesje werd uit Leende betrokken. Dick en twee leden van de K.P. Johannes deponeerden ze eindelijk in het houten Eindhovense bevolkingsregister. Het zaakje ging niet in de fik.
4) In september 1943 ontmoeten Jacques en Sander elkaar. Sander is de leider van de Knokploeg (KP) die de eerste openlijke verzetsdaad in Eindhoven uitvoert: met fosforbommetjes - door Sander uit een neergeschoten vliegtuig gehaald en door Jacques in zijn kippenhok bewaard - het houten gebouw met het bevolkingsregister van Eindhoven, in brand proberen te steken.
5) Einde 1943 werden voorbereidingen getroffen voor een overval op het gemeente bevolkingsregister te Eindhoven teneinde dit te vernietigen.
Hiervoor werd gebruik gemaakt van flesjes fosfor, afkomstig van Engelse vliegtuigen. Deze flesjes werden door Sander aangevoerd, en in het kippenhok van Jacques opgeslagen. Na enkele besprekingen, door Jacques, Sander, Dick en Tom, werden ze 's avonds door de ruiten in de afdeling bevolking van het gemeentehuis gegooid. Slechts een van de drie flessen brak. Deze werd door de politiewacht geblust voordat grote schade was aangericht. Dit werd door Dick (Karel) en twee kornuiten van de K.P. Johannes in het reine gebracht.
Melkflesjes (fosforflesjes).
Neergeschoten vliegtuigen bevatten meestal een bruikbare hoeveelheid van dit materiaal of het werd bij luchtgevechten afgeworpen. Waardoor steeds iets in onze handen viel.
Extra Fosfor
Vlakbij de boerderij van Thei Geurts was een fosfor-bergplaats. Achter de moeshof was een gat gegraven waarin fosfor werd bewaard. De fosfor ging het gat in en werd met aarde afgedekt. Deze fosfor was afkomstig van geallieerde bommenwerpers. Deze vliegtuigen waren op hun weg naar het Ruhrgebied boven de Peel door Duits luchtafweer naar beneden geschoten. Voordat ze neerstortten lieten ze eerst hun fosforbommen vallen. De bommen vielen diep in het veen en werden door het verzet opgegraven. De fosfor werd in flesjes gedaan en in de nacht tegen Duitse goederentreinen gegooid. Ook werd in het duister fosfor uitgestrooid over grote bulten stro bij de spoorwegstations. Als het dan licht werd vloog het stro in brand.
Bron: https://www.deurnewiki.nl/wiki/index.php?title=De_Zwarte_Plak
In Wormerveer lukt het wel om met fosfor de administratie van persoonsbewijzen te vernietigen. Lees Zaanlander 12-4-1947 (Delpher)