Arrestatie door P.A.N. in de Wattstraat in Woensel

Op 18 of 19 september 1944 werden door het wijkteam van de PAN (Partizanen Actie Nederland) in Woensel-West twee mensen opgepakt en opgebracht. Eén daarvan was een N.S.B.-er tevens ‘jodenjager’  en SD-agent Adrianus Wolterbeek, die in de Wattstraat 4 woonde. "Hij heeft zich al in 1933 aangesloten bij de NSB en heeft gewerkt op de vliegbasissen Soesterberg en Welschap. In 1942 is hij bij de SD in dienst gekomen. Eerst als chauffeur van het hoofd SD, Wilhelm Weber in Eindhoven en later als rechercheur. Hij heeft een spoor van verraad, dood en ontzettend veel verdriet veroorzaakt, zelfs bij zijn gezin.

Uiterst links van hem, zonder helm, maar met witte band) loopt de leider van het PAN-wijkteam, Ad van Eerd. Vóór de oorlog bekend als aanvoerder van PSV met de bijnaam "De Spijker". Tijdens de oorlog droeg hij de verzetsnaam "De Greef". Ad van Eerd had de hele oorlog joodse onderduikers in huis. Hij was tevens blokhoofd van de P.A.N.
De familie Van Eerd woonde destijds in de Wenckenbachstraat 45, meteen naast de ingang van het winkel/woonhuis Lebo van familie Leeuw. Schuin aan de overkant, waar al het volk staat, is nog net hun winkel te zien: de Lebo.   Leendert Leeuw. Belandde dankzij Wolterbeek op de SD-afdeling van het hoofdbureau van Politie aan de Grote Berg. Destijds was het grote paniek binnen de familie, voor het geval de Duitsers ontdekten welke grote vis ze gevangen hadden.

In het verzet van Woensel waren ook actief ook:
Dirk Leeuw,
D. Priemus. Hij trouwde in 1945 met een jongere zuster van mijn moeder, Ada Leeuw, die bij haar ouders op de Wattstraat 21 woonde.

Verzet rondom de Pastoriestraat Woensel

Een groep mensen die los van het andere verzet opererenden en pas de laatste dag van de bevrijding actief werden. Vertellen in 1964, 20 jaar na de bevrijding, hun verhaal.
  


Cesar Groosman, Louis Kerssens [neef van Piet Kerssens] en C. Jongeneel maken een Duitse Umbauwwagen buit.
Zijn opereren los van de P.A.N.  De PAN is tijdens de bevrijdingsdagen herkenbaar aan de blauwe overall en armband P.A.N. Zij waren al maanden bezig met voorbereidingen.
Twee verhalen en beide eisen het buitmaken van de Duitse auto.
 ® Foto's uit Bevrijding Woensel door Barry Wonder.
Foto links van Gerard Janssen, p. 127 en foto rechts Jan Sloots, p. 187

De werkers van het eerste uur in Woensel

Artikel in Groot Eindhoven 17 september 1964

Nu na twintig jaar, komt de vraag ,,Wie" die partizanen zijn geweest in de Pastoriestraat in Woensel. Het interesseert me niet veel meer, maar toen was het nodig. Ik ben ook niet meer genegen om er nog veel over na te kaarten. De vaste groep van ons waren J. de Noo, Hoendrecht, J. Bakker, Peskens, H. van Leur, Broekman en Piet Kerssens (in den Bosch gesneuveld) en dan nog C. Groosman, maar de beide laatstgenoemden zijn pas twee dagen voor de bevrijding bij ons gekomen. Groosman had een aantal geweren verborgen zitten, en die konden we goed gebruiken. Die Duitse wagen hadden we omtrent half vier in de morgen met twee Duitse soldaten er in-, op de Pastoriestraat juist voorbij de Slagerstraat. Ik kan u nog de inslag van de kogel laten zien, die ik op die Duitse soldaat richtte. Toen riep die Duitser - ,,Partisanen" -, en stak zijn handen omhoog. We hadden allemaal mannen, die elkander goed kenden, en èèn ons onbekende kwam heus niet bij ons.. we keken wel uit.

Al die moffen gevangenen hebben we bij Theelen in het sigarenfabriekje opgesloten, en daar stond Peskens bij op wacht, later Van Meel....?? De laatste moffen die ik en mijn makkers gevangen hebben genomen was op de R.K. Begraafplaats Parochie St.-Petrus, en met die beide gevangenen liep ik recht in de armen van de Para-Troepen, want die waren intussen al in de Pastoriestraat. Ik schrok me lam, want ik meende dat de moffen terug waren. En waar toen al die Partizanen vandaan gekomen zijn - ik weet het niet-, maar alles liep met een geweer! Kinderen, jongens van 15 jaar stonden met geweren op straat-, en 't was een gevaarlijke boel-, maar dat is spoedig veranderd. 

Hier bij ons in de buurt weten de mensen wel „Wie" het waren, en als daar nu een mijnheer komt aandragen met een autobewijs-, och dat kan wel waar wezen, naar zo'n lapje papier keek ik niet. Ik breng u precies op de plaats waar we die wagen genomen hebben en van de kogel die ik op die mof verschoten heb, kan ik u de inslag nog tonen.

Al die andere namen van mensen in Groot Eindhoven [waarschijnlijk uitgave 10 september 1964, niet in bezit], zijn die morgen dat de paratroepers binnen gekomen zijn, pas actief geworden. Dat was ook vroeg genoeg, want wij hebben een zeer dolle streek uitgehaald, gevaarlijk voor de inwoners aldaar. Ook die Duitse soldaat achter de oude wielerbaan, die de Paratroepers gevangen genomen hebben, had Piet Kerssens en ondergetekende [H. Broekman] aangeschoten en die lag later bij de Nutsschool alhier. Piet Kerssens was een felle duivel en wij beiden hebben de moffen beschoten op het emplacement der Nederlandse Spoorwegen. Twee zijn er gevallen, dat weet ik zeker. Piet is gevallen in Den Bosch op de brug. De plaats is nog te zien; hij ligt te Orthen begraven Een felle heldhaftige vechter. Die nacht lieten we geen onbekenden toe. De mensen hebben genoeg in vrees gezeten over onze dolle streek, maar toen de Paratroepen er waren, tja, toen waren 't allemaal partizanen. En wat het andere betreft: verzet werk, och dat is ook al weer oude koek, maar 't is toch een heel rijtje. Ik heb er geen belang meer bij -- er is te veel gebeurd - maar als er nu mensen komen om een pluim te halen, of misschien op een reisje vlassen, och geef hun dan dat kansje, maar ze moeten bij ons niet af komen. Wij waren er bij. want dat is ronduit „gelogen"! Jammer dat Piet Kerssens niet meer getuigen kan, maar een kerel was het, een dolle doordrijver --- dat wel. Dat hij gevallen is, dat kon bijna niet anders, hij waagde alles, zelfs te veel. Maar is die jongen ook geëerd.

Och kom. We weten wel beter. Maar het gaat ook niet om ,,eer", 't was toen: het moet! En als 't nog weer gebeurd, zal ik het weer doen, ondanks alles. Dat wij die nacht niemand bij ons lieten komen, dat is toch heel duidelijk, je verrader sliep niet. Aan al de bewoners van de Pastoriestraat onze dank voor de medewerking. Geen mens heeft die nacht in de weg gestaan. De enige kogel die gevaar had op kunnen leveren, is in de muur terecht gekomen, vlak naast een deur. Dan hebben we die nacht nog met een patrouillerende troepje moffen voor het politiebureau in Woensel liggen knallen. De moffen zijn weer naar de Woenselsestraat terug gegaan. Ze wisten niet, wat een beetje mensen er tegenover hun lag. Alle moffen die bij ons in de buurt kwamen, gingen het schuurtje in, er is er geen een ontkomen. Zie hier, wat er gebeurd is, niets meer en niets minder.

H. Broekman


Een ander verhaal in Groot Eindhoven 17 september 1964

Met enige verbazing heb ik kennis genomen van de in uw voorpagina vermelde oorlogshandelingen in Woensel. De betreffende namen van de medevluchters zullen ongetwijfeld min of meer juist zijn, doch enige onjuistheden zijn hier toch wel ingeslopen. Wat het buitmaken betreft van de betreffende overvalwagen, dit is zeer beslist niet door de heer Broekman gedaan, maar door drie personen, nl. Cesar Groosman, wonende in de Pastoriestraat, Louis Kerssens wonende in de Limburglaan 2 en door mijzelf [C. Jongeneel]. Op het moment dat wij twee krijgsgevangenen hadden gemaakt en vanaf het pand van de kruidenierszaak van W. v. Dongen over wilden steken naar het huis van Theelen kwam de bewuste wagen met twee Duitse militairen aangereden. Wij bedachten ons geen moment en schoten. Dhr. Kerssens ondanks zijn, wat ook bij mij het geval was, jeugdige leeftijd kreeg als enige na het veroveren van de wagen deze gestart en reed daarmee weg. Als bijzondere mededeling, kan iħ u vermelden dat niet de heer Broekman maar Piet Kerssens de -- echte autopapieren heeft.

Dhr. Kerssens heeft deze echte papieren nog in zijn bezit. Het zou aardig zijn deze te bezichtigen. Zelf ben ik met de Amerikanen via de Kruisstraat, Vestdijk tot aan de Geldropseweg als gids meegegaan. Toen de Amerikanen geflankeerd door dhr. Louis Kerssens, dit is een neef van Piet Kerssens en mij, aan het kruispunt kwamen bij café Hertog Hendrik, staken plotseling drie Duitsers de weg over, een ervan maakten we krijgsgevangene. Deze heb ik met een andere illegale naar de Nutsschool in Woensel gebracht, wat overigens niet zonder moeite ging, in verband met het opdringen van het publiek. Ceasar Groosman die niet meer in Eindhoven woont (vermoedelijk Den Helder) heeft op zijn eentje voor een stuk of wat geweren gezorgd die hij (alleen) op het vliegveld had georganiseerd. Overigens was heel de familie Kerssens bijzonder actief. Dit moet toch wel bekend zijn. Het lijkt mij het beste dat u het een en ander eens echt gaat onderzoeken. Ikzelf kan u maar vertellen tot de eerste gevechtsdag, omdat ik 's middags door een kogel zwaar werd gewond.

C. Jongeneel

http://www.bossche-encyclopedie.nl/personen/kerssens,%20petrus%20l.%20(piet).htm?p1=_index.1.htm?title=Personen&t1=Personen&title=Petrus%20L.%20(Piet)%20Kerssens




De werkers van het eerste uur in Woensel in Groot Eindhoven 17 september 1964.
De werkers van het eerste uur in Aalst staat hier.

Onzin verhaal in 1964 groots gebracht "Over 50 jaar vertellen wij onze kinderen over de wonderbaarlijke redding van onze stad" Eindhoven, staat hier.