Familie Schouwstra geeft hulp aan onderduikers.

Verzet vanuit het Villapark Eindhoven

Pieter Schouwstra, werkte bij de Philora- fabricage-afdeling van Philips en analyseerde onder meer de invloed van gebruik van neonverlichting op de groei van de plantjes in de privé-kas van Anton Philips. In de jaren 1931-1949 is Schouwstra goed voor 10 Philips-patenten. (bron https://www.ihesm.com/eindhoven1934/villapark/)
Pieter (1900) is getrouwd met  Engelina Cornelia Schilp (1902) en als de oorlog uitbreekt hebben ze twee kinderen Cornelis Pieter (1932) en Engelina Petra Cornelia geboren op 12 juni 1939

Goorstraat 1 - 3 - 5 - 7 Foto: periode 1930 foto © Familie Briët Nummer 5 is de laatste zichtbare voordeur.

Situatie van Goorstraat 5 in Eindhoven. 

Onderduikerster Tirtsa Heertjes

In 1942 werd de 25-jarige Tirtsa Heertjes (later is haar naam: Tirtsa Redlich) ontslagen uit haar baan als medisch analist omdat ze joods was. Vervolgens verhuisde zij op het advies van haar vader Salomon Heertjes, de opperrabbijn van Den Bosch, naar Amsterdam. Toen de razzia's daar heviger werden, besloot ze onder te duiken en vond ze een plek in Zeist. Al snel bleek echter dat ze haar gastheren niet kon vertrouwen en zo werd ze met hulp van een vriendin in december 1943 naar Pieter en Engelina Schouwstra in Eindhoven gestuurd. Pieter ontmoette Tirtsa op het station en heette haar hartelijk welkom in hun huis. Pieter en Engelina hadden al twee kinderen, de tienjarige Cornelis Pieter en de vierjarige Engelina Petra Cornelia. Engelina's moeder woonde ook in het huis.
Tirtsa zorgde onder andere voor de kinderen en ze hielp in de huishouding. Pieter en zijn vrouw Engelina weigerden financiële compensatie voor de opvang van Tirtsa. Bovendien betaalden ze haar zelfs 25 gulden per week. Tirtsa bleef bij hen tot het einde van de oorlog.

De Schouwstras verzetten zich fel tegen het naziregime en waren actief betrokken bij verschillende illegale activiteiten, zoals het vervalsen van identiteitskaarten en bonkaarten.

Hun ruime huis werd vaak gebruikt als tijdelijke schuilplaats voor joden zoals Mozes Cohen (1899 - 1954), zijn vrouw Sophia Martina Leviticus (1902 - 1982) en hun zonen Ernest en Daniel. Deze kregen later een permanent onderduikadres en overleven de oorlog.

Na de bevrijding bleef ze contact houden met de familie Schouwstra.

Na de bevrijding was Pieter Schouwstra tijdelijk als luitenant / kapitein betrokken bij de Nederlandsche Binnenlandsche Strijdkrachten.

Op 5 mei 1996 erkende Yad Vashem Pieter Schouwstra en zijn vrouw, Engelina Cornelia Schouwstra-Schilp, postuum, als Rechtvaardige onder de Volkeren.

Pieter Schouwstra en Engelina Cornelia Schilp
bron verhaal https://righteous.yadvashem.org/ met extra aanvullingen