De villa met ruime voor- en achtertuin, terras, twee tennisbanen met afzonderlijk uitpad, garage en bergplaats genaamd „Sunny Home" gelegen te Gestel gemeente Eindhoven, groot 3.750 m2. Het pand is voorzien van een centrale verwarmingsinstallatie, gas, waterleiding en elektrisch licht terwijl de benedenramen zijn voorzien van markiezen. Dit was de situatie van de villa in 1935 bij de verkoop door de Heer J. Hoogenbosch. Hierna huurde of kocht Georg Pál (György Pál Marczincsak) het pand. Hij was Hongaarse filmkunstenaar en werkte in Berlijn. Hij ontwikkelde de stop-motion animatietechniek 'Pal-Doll' of 'Puppetoons'. Nadat de nazi's de macht kregen verliet hij Duitsland. In Eindhoven opende Pal in 1934 een studio (eerst in de Needestraat, later in 1935 de Hoogstraat 185) waar hij zich voornamelijk bezighield met het vervaardigen van poppenfilms en animatiefilmpjes voor Philips en andere bedrijven. In 1939, na de Duitse inval in Polen, vertrok hij naar de Verenigde Staten.
De nieuwe koper (en nadien verhuurder) van Hoogstraat 185 in 1939 was heer B. D. J. Scholten, hij heeft jaren gewerkt voor de P.T.T. Vanaf 1906 bij het postbedrijf een hogere ambtelijke functie bereikt. Deze familie woonde eerder op Koekoeklaan 16 Eindhoven. In de oorlogsjaren "kluste" hij nog wat bij als vertegenwoordiger van de Zwolsche Paarden en Veeverzekering Maatschappij N.V.
Scholten is verder weinig bekend, wel verhoogde hij (onredelijk pagina vi) de huur in de oorlogsjaren. B. D. J. Scholten overleed op 23 december 1944.
De familie Mes, de heer J. J. A. F. (John) Mes en mevrouw (Margaret) M J. Mes-Van Dinther woonden in deze villa met hun twee dochters Femmi en Ineke (Catherine Armour 2007). 1 juli 1944 werd hun zoon en broertje Hans (Johannes Antoine Francois) Mes geboren. Later nog vele andere kinderen.
De familie Mes hebben in de oorlogsjaren diverse joodse personen onderdak geboden.
Eindhovensch dagblad 30-03-1934. Blomhof in 1917 startte slagerij in Vrijstraat 23. in 1922 Hij adverteerde in 1922 als M. Blomhof - van de Hein. Zijn winkel werd ook wel aangeduid als: vleeschhouwer of vleeschhouwerij. Hij moet zijn bedrijf in mei 1942 overdragen in het kader van de verordening tot verwijdering van Joodse ondernemingen. Na de oorlog krijgt hij zijn winkel en woonhuis weer terug.
Meer over Blomhof of Blomhoff.
Advertentie in Eindhovensche en Meierijsche courant, 11-10-1940
Algemeen Handelsblad 01-06-1956
De 14 onderduikers in de Hoogstraat 185
Louis en Pien (Philipina Johanna) de Wit met hun kinderen Maurits (Maurits Louis) en Miriam (Marianne Rebecca) Louis en Pien zijn eigenaar winkel Demer 60
(woonadres voor en na de oorlog: Rodenbachlaan 20)
Het levens verhaal van Maurice (Maurits) de Wit, die later de achternaam Witsema aannam staat op: https://stichting18september.nl/maurice-witsema/
Isidor en Bets (Beletje) de Wit met hun dochter Rosetta (Rosetta Flora). Mede eigenaar winkel Demer 60
(woonadres voor en na de oorlog: Rodenbachlaan 20)
Maurice (Maurits) en Carolien Blomhof ( geboren Blomhoff) (woonadres voor en na de oorlog: Slagerij Vrijstraat 23)
Bernard Blomhoff met dochter Celine
Meijer Wertheim en Celina Wertheim-Blomhoff (Kleine Berg 46) en eventueel Regina Wertheim
Oorlog overleeft
Bij de inval van de Duitsers, mei 1940, had de Joodse Louis de Wit en zijn oom Isidor de Wit een zaak in huishoudelijke- en feestartikelen op de Demer 60. Bij het vijftigjarig bestaan van Philips op 23-5-1941 brak er onder de bevolking spontaan een verboden herdenkingsfeest uit. Daarbij werden bij de gebroeders de Wit allerlei feestartikelen gekocht. Dit was voor de Duitsers aanleiding de broers te arresteren. Dit gebeurde op de zondagmorgen na het feest in hotel restaurant Suisse op het Stationsplein, waar de gebroeders de Wit, zoals gebruikelijk, aan het bridgen waren. Tegelijkertijd werd door de grüne Polizei in hun woonhuis in de Rodenbachlaan 20 huiszoeking gehouden, maar er werd niets gevonden. De broers werden veroordeeld tot een gevangenisstraf in Scheveningen van 6 maanden en een geldboete van enkele duizenden guldens.
Nadat ze weer vrijgelaten waren, besloot de familie in augustus 1942, na ontvangst van een oproep voor Westerbork, onder te duiken. Een van de winkelmeisjes die in hun zaak werkte, was bereid de familie enige dagen onder te brengen. Daarna was een familielid van het winkelmeisje, de familie Laarhoven, bereid voor één jaar de familie op te nemen. Tot de bevrijding van Eindhoven op 18-9-1944 kon de familie daarna terecht bij de families Mes en Scholten. Daar waren in totaal 12 joden ondergedoken.
Vleesbezorging door de gehele stad. Foto is gemaakt in het Villapark, Pluvierlaan 2 Eindhoven.
.....
Tijdens en na de oorlog
In 1996 (of 1995) schreef Margaret Mes-van Dinther, de vaste bewoonster Hoogstraat, haar memoires “Glimpses of my life” in een prive uitgave. Uiteraard schreef ze ook over de periode waarin bovenstaande joodse gezinnen in haar huis waren ondergedoken.
Eind 1942 wisten zij, en ook de meeste joden, dat wanneer je als jood werd gedeporteerd je een zekere dood tegemoet ging. Zij woonden in een groot vrijstaand huis, een ideale plek om mensen, die in gevaar waren, onder te laten duiken. Aan de achterzijde van het huis was op de eerste verdieping een groot balkon. Bij goed weer kon men daar buiten zitten zonder dat iemand je zag omdat ook de achtertuin goed was afgeschermd.
Op een dag werden ze door de ondergrondse ingeseind dat de Duitsers met een huis aan huis zoektocht bezig waren in de omgeving van de Hoogstraat. Zij en haar man benaderen snel een aantal vrienden die te vertrouwen zijn. Dezelfde dag nog had iedereen een schuilplaats. Achteraf werd hun huis niet doorzocht. Ze waren 2 dagen alleen in het huis en realiseerden zich toen pas hoe hoog de spanning was als men onderduikers in huis had. Men ondervond veel steun van de ondergrondse. Met gevaar voor eigen leven zorgden zij voor de benodigde distributiekaarten voor de onderduikers.
Twee dagen voor de bevrijding begonnen de Duitsers in paniek Eindhoven te verlaten.
De voortuin van het huis aan de Hoogstraat werd gebruikt als verzamelpunt van Duitse soldaten. Daar zaten ze dan met een huis vol joden en Duitsers voor het huis die zich steeds bij hen aanbelden om water te vragen !
Nadat de ondergrondse [P.A.N. afdeling Gestel] de achtergebleven Duitse soldaten had gearresteerd en ze de geallieerden door de Hoogstraat zagen lopen, wisten ze: We zijn bevrijd ! Voor het eerst in twee jaar konden de Joodse onderduikers naar buiten, naar de straat voor het huis. Verschillende mensen die hen kenden uit de winkels die ze hadden gehad, kwamen op hen af om een praatje te maken en zeiden blij te zijn hen weer te zien. Dat deed ze goed.
De familie de Wit had hun huisraad opgeslagen in het pand van de vrijmetselaarsloge in de Potgieterstraat 41. Nadat ze dit, daags na de bevrijding, hadden opgehaald en het pand hadden verlaten, bombardeerden de Duitsers delen van Eindhoven. Hierbij werd het pand in de Potgieterstraat geheel vernield. Opnieuw was men aan de dood ontsnapt.
De families van de Wit gingen terug naar hun huis in de Rodenbachlaan, nadat dit op verzoek van de verzetsbeweging door de bewoners was ontruimd. De families de Wit hebben nog geruime tijd onderdak verleend aan joden die vanuit onderduikadressen en concentratiekampen op weg waren naar hun eigen woonplaats.
Bronnen
Familie John Mes en Margaret Mes-van Dinther : https://righteous.yadvashem.org
PAN Gestel https://www.eindhoven4044.nl/6/Custers.html
Margaret Mes - van Dinther is overleden op: October 15, 2002 op 82 jarige leeftijd in Canada.