Geesje Mulder-Luchies werd al vroeg weduwe. Haar man Anne Mulder is eind april 1934, op 46 jarig-leeftijd overleden. Hij was arbeider en samen hadden ze acht kinderen. In de oorlogsjaren waren de kinderen al volwassen en het huis uit. Na het overlijden van haar man was ze arm. Ze woonde in een Philips woning, Beukenlaan 8. In die tijd nog met een voortuin, mooie gevel en een leuke buurt. Nu kijkt de Beukenlaan uit op een viaduct en is de voorgevel aangepast tegen het drukke verkeer?

In 1943 nam Geesje Mulder, de Joodse Jetta de Groot-van der Heijden in huis. Jetta was al korte tijd ondergedoken op verschillende plaatsen. Jetta was getrouwd Machiel de Groot, een Nederlandse officier, die in oktober 1942 in Engeland was. Ook hun vijf kinderen, Alice, Sofia, Alexander, Emanuel en Isidore waren al op verschillende adressen ondergedoken.

Jetta bleef anderhalf jaar bij Geesje, tot aan de bevrijding van Eindhoven. Jetta herinnerde zich nog dat er twee andere joodse vluchtelingen in het huis verbleven. Ook andere personen hebben verklaard dat Geesje hen gedurende verschillende perioden onderdak bood. De diverse joodse onderduikers die Geesje redde, noemden haar “Moeke”. Ze beschreven haar als een geweldig persoon wiens motieven humanitair en religieus waren.
Geesje rekende slechts een klein bedrag per persoon die bij haar ondergedoken was, zowel joden als niet-joden. Hoogstwaarschijnlijk kreeg Geesje extra bonnen vanuit het verzet in Eindhoven.

Ook Simons (geen verdere gegevens) heeft ondergedoken gezeten, deze naam komen we tegen in het Strijps onderduikarchief. Uit dit archief blijkt dat op Beukenlaan 10 ook twee onderduikers hebben gezeten: Klaas en Jitse van der Leij. Klaas was van beroep grenswachter.