Dirk Eringa &  Johanna Jantje op 't Holt

Dirk Eringa (1896-1951) en Johanna Jantje op 't Holt. Dirk was technisch commercieel leider bij Philips in Eindhoven.

De Joodse Evalina Sophie Kats kwam bij de Eindhovense familie Eringa terecht omdat haar grootouders en de ouders van Johanna Eringa buren waren in Meppel.

Half 1942 reisde de 17-jarige Evalina, voorzien van een vals paspoort, met de trein naar de familie Eringa in Eindhoven. Haar ouders doken onder in Breda bij de verzetman Jan Baptist Vermeulen en later, toen deze Vermeulen was opgepakt, in Lemmer.
Via dominee Op ’t Holt, een buurman van haar opa en oma in Meppel, had ze het adres gekregen: De Jonghlaan 14 in Eindhoven. Daar woonde de familie Eringa. Afgesproken was dat ze zich zou voordoen als een nichtje uit Indonesië, waarvan de ouders daar geïnterneerd waren. Gasten werd op het hart gedrukt niet met haar over haar achtergrond te praten, omdat dit onderwerp heel gevoelig lag.

Evalina werd als een gelijkwaardig lid in het gezin opgenomen en hielp mee in het huishouden, voornamelijk met boodschappen doen. Ze kon zich vrij bewegen dankzij het valse persoonsbewijs en haar nieuwe naam Joop of Jopie Bloemsma. Ze kwam op feestjes en bijeenkomsten en ging met de familie naar de gereformeerde kerk. Ook kon ze contact met haar ouders in Breda onderhouden; ze bezochten elkaar zo nu en dan. Slechts één keer werd ze aangehouden en één keer deden de Duitsers een huiszoeking bij de Eringa's. Ze zochten toen niet naar onderduikers, maar naar verborgen radio's.

Eindhoven werd in september 1944 bevrijd, maar haar ouders zaten nog ondergedoken in Lemmer, dat toen nog bezet gebied was. Evalina verliet Eindhoven en ging werken in een giftshop van het Engelse leger. Later werd ze tolk bij het Royal Army Service Corps en verbleef onder andere zes maanden in Hannover. Uiteindelijk werd ze door een paar hoge Engelse officieren uitgenodigd om mee te gaan naar Meppel. Daar zag ze voor het eerst haar ouders weer, die toen net uit Lemmer in Meppel waren teruggekomen.