Herrijzend Nederland 

Dankzij het initiatief van Cor Gehrels is de zender "Herrijzend Nederland" gebouwd.


Radio Herrijzend Nederland was meer dan alleen een radiozender. Het was een symbool van hoop, veerkracht en de onverzettelijke geest van de Nederlandse bevolking tijdens de donkerste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Dit document belicht de geschiedenis en de impact van de zender, die een onmiskenbare rol heeft gespeeld in de bevrijding van Nederland.

Samenvatting:
 Radio Herrijzend Nederland, bestaat dankzij de verzetsman Cor Gehrels. De zender was een essentieel onderdeel van het bevrijde Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De zender, gebouwd in het geheim bij Philips in Eindhoven, begon met uitzenden op 3 oktober 1944 en bood een alternatief voor de door de nazi's gecontroleerde radio. Herrijzend Nederland verstrekte nieuws, informatie en entertainment aan het bezette en bevrijde Nederland tot 19 januari 1946, toen de zender werd opgeheven. Dit verhaal en het rapport van het Militair Gezag beschrijven de totstandkoming, de werking en de impact van Herrijzend Nederland, inclusief technische details, programma-informatie en de rol van belangrijke personen. 


Het mengpaneel in de studio van Herrijzend Nederland; links Wim de Nooy
Foto: Onder Duits beheer p. 312 Geschiedenis van Philips deel 4, 1997.

In de lucht op 3 oktober 1944

Op 3 oktober 1944 klonk voor het eerst de stem van Radio Herrijzend Nederland door de ether. Deze "eerste zender op vrije grond" begon zijn uitzendingen kort na de bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944, terwijl de oorlog in andere delen van Nederland nog woedde. Dagelijks bracht de zender nieuws en informatie naar zowel bezet als bevrijd gebied, met uitzendingen tussen 7:00 en 9:30, 12:00 en 13:30, en 17:00 en 22:15 uur op de 420 meter middengolf.

De situatie was destijds nog zeer gespannen. Slechts 8 kilometer van Eindhoven lagen Duitse troepen klaar voor een tegenaanval, terwijl concentratiekamp Vught nog steeds operationeel was. Bij de Duitse Kommandanturen in Tilburg, Breda en ’s Hertogenbosch waait nog steeds de hakenkruisvlag.

De totstandkoming van Radio Herrijzend Nederland was een prestatie van verzet en geheimhouding. Vanaf 1941 werd er in het diepste geheim gewerkt aan een krachtige 1400 kilowatt radiozender in het NatLab van Philips in Eindhoven. Het initiatief kwam van Cor Gehrels, die ook betrokken was bij andere verzetsactiviteiten.

Pas in augustus 1944 bereikte het nieuws over de geheime zender de Binnenlandse Inlichtingendienst in Londen, dankzij informatie van geheim agent Karel Nort. De zender, gebouwd op het terrein van het natuurkundig laboratorium van Philips, kon met zijn middengolffrequentie een groot deel van Nederland bereiken. (bron: Nationaal of verzuild, pagina 204)

Radio: Herrijzend Nederland 

"Hier Herrijzend Nederland"

"Hier Herrijzend Nederland, de vrije zender op vaderlandse bodem." Zoals De vrije Philips Koerier op 18 september 1946 schreef, klonk deze aankondiging voor het eerst op 3 oktober 1944, nauwelijks drie weken nadat Eindhoven door geallieerde parachutisten en Britse troepen was bevrijd.

Weinig luisteraars zullen deze openingszinnen hebben gehoord. In de eerste maanden na de bevrijding was er een strenge rantsoenering van elektriciteit en hadden de meeste mensen hun radio moeten inleveren. Mensen werden opgeroepen om lampen uit te doen tijdens het luisteren om stroom te besparen. Ook gold er een luisterverbod voor Radio Herrijzend Nederland na 17.00 uur om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen.

Desondanks was het van groot belang dat de Philips-zender werkte, want deze kon in een groot deel van bezet Nederland ontvangen worden.

Foto Tijdelijke Philips vestiging in de Trijpfabriek in Eindhoven.

Herrijzend Nederland

Het ontstaan van Radio Herrijzend Nederland is een verhaal van initiatief, geheimhouding en samenwerking. Cor Gehrels, een medewerker van Philips, begon al in 1941 in het diepste geheim met de bouw van een krachtige zender in het NatLab in Eindhoven. Hij liep hiermee vooruit op de opdracht die de Nederlandse regering in ballingschap pas in 1943 zou geven.

De inspiratie voor Gehrels' plan kwam ironisch genoeg van de Duitse bezetter. In 1940 dwongen zij Philips-medewerkers om snel een zender te bouwen voor communicatie met hun troepen. Dit toonde Gehrels aan dat het mogelijk was om clandestien een zender te construeren binnen de muren van Philips.

De Nederlandse regering, die vreesde dat de Duitsers de radiozenders in Hilversum zouden vernietigen, gaf in 1943 via geheimagent Schreinemachers opdracht aan Philips-directeur Lodewijk Tromp om een noodzender te bouwen. Deze zender moest de bevolking informeren in geval van een Duitse nederlaag.

Gehrels' vooruitziendheid en vastberadenheid zorgden ervoor dat de zender, die later Radio Herrijzend Nederland zou gaan heten, al klaar was toen Eindhoven in september 1944 bevrijd werd. Vanaf 3 oktober 1944 klonk de stem van de "vrije zender op vaderlandse bodem" door de ether en bracht nieuws en hoop naar bezet en bevrijd Nederland.

Een van de 10 rijmprentjes over : 'Radio Oranje'.
Bron: https://beeldbankwo2.nl

Bouw van een verplaatsbare krachtige zender, in Engeland die echter nooit geleverd is.

De Nederlandse regering in Londen bestelde in de zomer van 1943 een driedelige verrijdbare radiozender. Deze zouden dienen als noodzenders in het bevrijde Nederland, voor het geval de zenders in Lopik verwoest zouden zijn. Elke zender zou bestaan uit drie onderdelen: een zender op een truck, een studio-truck en een truck voor stroomopwekking.

Ondanks een beloofde levertijd van zes maanden, waren de zenders bij de bevrijding van Zuid-Nederland nog niet klaar. Pas in de zomer van 1945 arriveerden de eerste twee studio-wagens in Hilversum, waarna ze direct weer gedemonteerd werden. De onderdelen werden voor andere doeleinden in de bestaande studio's gebruikt en kwamen zo toch nog van pas.

Gelukkig bleken de zenders in Lopik intact, waardoor de vertraging geen grote gevolgen had. Wel zorgde de late levering voor frustratie bij degenen die in Londen de radio-uitzendingen voor bevrijd gebied voorbereidden.
Bron: boek Hier radio Oranje pagina 227.
Mogelijke foto van een van de zendertrucks, kijk hier.

De bouw van Herrijzend Nederland

Waarschijnlijk wist Tromp niets van Gehrels zender-bouw-werkzaamheden en schakelde hij voor dit mega-schaduwproject zijn collega ir. G. van Beusekom (Koekoeklaan 2) in. Deze 2e zender is in 1943 voorbereid door Ir. Willem Keeman, hij woonde op Floralaan 182. In de oorlogsjaren was Keeman zeer actief in het verzet als Chef Radio van de OD Eindhoven. Vanuit die functie had hij wekelijks overleg met de Hoofd Radio Dienst Henk op den Velde (PAøOZ) in Zaandam. Vermoedelijk is de verzetsgroep van de Amsterdamse- en Zaanse OD Radio Dienst verraden. Hij is 6 maart 1944 opgepakt in Zaandam. Willem is gedeporteerd naar respectievelijk Vught en Sachsenhausen. In tegenstelling tot de meesten overleefde hij wel de kampen. Overleden 1-9-1994 op 87-jarige leeftijd. Onderscheiding met Verzetsherdenkingskruis. (bron)
Na de arrestatie van Willem Keeman zijn belastende materialen, papieren en onderdelen direct uit zijn huisadres gehaald. Waarschijnlijk zijn Tromp en Beusekom hierna op de hoogte gebracht dat Cor Gehrels' zender allang gereed was.

Cor Gehrels heeft al in de zomer van 1942 de zender gereed. Deze installatie verhuisd mee naar de nieuwe locatie, in de Trijpfabriek, Bleekstraat van Firma Leo Schellens, dit gebouw was door Philips gehuurd i.v.m Engelse bombardementsschade van het NatLab van 30 maart 1943.
Later vertelt zijn vrouw, "Hij had er altijd verschrikkelijk veel plezier in dat hij aan de zender bezig was zonder dat de toeziende Duitsers er erg in hadden dat het een zender was". Een bestaande installatie voor meting van zendbuizen werd omgebouwd naar een zender. De zender bestond uit 3 losse onderdelen die deels verstopt waren in het Natlab of natuurkundig laboratorium zoals toen heette. Een deel van installatie was zo groot dat deze niet te verstoppen was. Men heeft de Duitse toezichthouder voor de gek gehouden en dat deel van de zender voorgesteld als een meetstation voor radiobuizen, wat ook zo was.

Bladmuziek van het lied 'Herrijzend Nederland'.

In de laatste oorlogsdagen is, toen de moffen alles wegroofden, is de ruimte waar de zender stond, verstopt achter een stapel dozen en officieel uitziende documenten. De zender was bij de bevrijding van Eindhoven al klaar voor gebruik maar door gebrek elektriciteit, geen waterdruk voor de koeling en administratief gedoe over de zendfrequentie met de Engelsen, pas te beluisteren op 3 oktober 1944. Ook was er nog geen studio aanwezig.

Een van de eerst omroepsters was Netty Rosenfeld, ze had als Joodse in Eindhoven ondergedoken gezeten. "Zij was een mooie meid en had een prachtige radiostem. Ze kon ook heel goed zingen. Ze heeft hier met diverse bands nog opgetreden onder de naam Netty van Doorn", herinnert Nijsen zich nog in het Eindhovens Dagblad. Arie Kleijwegt die in 1943 in Eindhoven was ondergedoken terecht gekomen bij de omroep via Mr. J. M. (Joop) Landré, op dat moment persvoorlichter van Philips en verzetsman.

Speciaal uit Engeland was H. J. van den Broek al op 19 september 1944 overgekomen naar Eindhoven om met zijn bekende stem de zender het juiste vertrouwen te geven. In de oorlogsjaren was hij een van de vaste omroepers onder de schuilnaam „Rotterdammer” De heer van den Broek was o.a. met Drs. L. de Jong en A. den Doolaard de ziel van Radio Oranje „de stem van strijdend Nederland”.

De dag dat van den Broek aankwam, werd Eindhoven gebombardeerd door de Duitsers, hierdoor en andere oorzaken zijn de uitzendingen later begonnen. Negentig procent van de Herrijzend Nederland medewerkers kwamen uit Eindhoven. Na een oproep leverden honderden Eindhovenaren hun platencollectie in, voor de muziek op de zender. 

"Na een oproep leverden honderden Eindhovenaren hun platencollectie in, voor de muziek op de zender."



Herrijzend Nederland zond in mei 1945 dagelijks hele lijsten uit van gevangenen die terugkeerden uit gevangenschap. De communistische krant de Waarheid publiceert de lijsten van ex-politieke gevangen. Een aantal personen komen uit Eindhoven. zoals: Johannes v. d. Haar, Walter Heeren, Jantje Kapman, Stephan Hanstein, Serge Kaplan, Carolus Rijkaart, Walter Heeren, Alfred Pappers, Gerrit Beenink, Aaltje Buys, Francisca Durigo, Johan van Hapert, Maria van Hoop en George de Graaf.

Herrijzend Nederland, naast Radio Oranje in Londen, was vanaf dat moment de tegenhanger van de door NSB'ers geleide gelijkgeschakelde "Nederlandsche Omroep" in Hilversum, die tot half april 1945 uitzond.

In het boek "Het radiotoestel in de Tweede Wereldoorlog" schrijft G. Verheijen dat Radio Herrijzend Nederland vanuit Eindhoven maar 9 maanden heeft uitgezonden en wel van 3 oktober 1944 tot 11 juli 1945. Daarna gingen de uitzendingen onder de naam Herrijzend Nederland wel door tot 19 januari 1946, maar die uitzendingen kwamen via zenders elders in het land en niet meer via de zender in Eindhoven. In Eindhoven werd wel nog steeds het programma gemaakt.
Veel meer achtergrond informatie over Radio Herrijzend Nederland in pdf-artikel van Gidi Verheijen in radio historisch tijdschrift van 2017.

Ruim een half jaar was Eindhoven radio-zend-stad geweest, de stem van het bevrijde zuiden en de hoop van het bezette noorden.

Uiteindelijk ging radio Hilversum weer volledig uitzenden voor heel Nederland. Een radiozender bouwen is één maar het uitzenden van radioprogramma's was toch weer een ander vak.

Radio omroep „Herrijzend Nederland" met op de voorgrond H. J. van den Broek, pseudoniem "de Rotterdammer" en foto van Cor Gehrels, bouwer van de zender is tijdens Duits gevangenschap gefusilleerd. 
Foto montage, Bron nationaal archief  

Rapport Militair Gezag (M.G.) over Herreizend Nederland

Toen het zich in september 1944 liet aanzien, dat een spoedige bevrijding van Nederland voor de deur stond, vertrok het Hoofd van de Subsectie „Radio" [ majoor H. J. van den Broek, pseudoniem "de Rotterdammer" ] naar Brussel om zich, zodra de tijd rijp was, naar Eindhoven te begeven, alwaar volgens ondergronds ontvangen berichten in het laboratorium van de N.V. Philips een omroepzender voor een golflengte van ca. 400 meter gereed stond, die binnen enkele uren bedrijfsklaar kon worden gemaakt. Met deze zender zou geheel Nederland bestreken kunnen worden. 

Op 19 september 1944 arriveerde hij te Eindhoven, gewapend met een vergunning van de geallieerde militaire autoriteiten voor het in bedrijf stellen van de Philips-zender. De volgende dag volgde een bespreking met de bijna voltallige Philips-directie. Spoedig daarna vond een eerste contact plaats met hen, die van het bestaan van de zender op de hoogte waren. Voor de fabricage van de zender had tegenover de Duitse bezetters als voorwendsel de bewering gegolden, dat de installatie bedoeld was voor de proefneming met zendlampen. De zender had een antenne-energie van 7 à 8 K.W. De golflengte zou circa 420 m. bedragen, teneinde die van de zender Hilversum 1, die op 415,5 meter werkte, zoveel mogelijk te benaderen.

De Philips-directie verklaarde zich ermee akkoord, dat een aantal leden van het personeel tijdelijk bij de radio-omroep van het M.G. zou worden gedetacheerd: zoals Ir. J.P. Bourdrez (zakelijk leider), M. J. C. van der Meulen (technische dienst), Mr. J.M. Landré (nieuwsdienst) en meer personen. (bron Hier radio Oranje, pagina 276) 
Uitgegaan werd van het principe, dat met een zo volledig mogelijke radio-omroep het algemeen belang het beste gediend zou zijn. Als enige beperkingen van de uitzendtijd werden aanvaard: de onmogelijkheid, onmiddellijk over een voldoend aantal programmamedewerkers, of bij gebrek aan dezen, over grammofoonplaten te kunnen beschikken; beste noodzakelijkheid de kwalitatief uiteraard middelmatige zender de nodige rust te gunnen.

Een gelukkige omstandigheid was, dat in het Philips' Ontspanningsgebouw een klein intern omroepsysteem met bijbehorende controlekamer en draaitafel aanwezig was. Dit werd de kern voor de nieuwe radio-omroep, waarvoor inderhaast enkele spreekstudio's werden ingericht.

Na verkregen machtiging van de Philips-directie werden ook de kantoren van de omroep in het Ontspanningsgebouw gevestigd, waardoor een zo groot mogelijke concentratie van alle interne diensten van de Subsectie Radio bereikt werd, zodat op 3 october 1944 te 12.00 uur, nadat nog op het laatste ogenblik enige moeilijkheden waren opgelost, met de uitzending begonnen kon worden. In het algemeen kan gezegd worden, dat zich gedurende de eerste dagen na de opening van de zender zeer weinig fouten hebben voorgedaan, hetgeen kon worden toegeschreven aan de buitengewone toewijding en enthousiasme van alle aan „Herrijzend Nederland" verbonden medewerkers.

advertentie in bevrijd Nederland

Parool 5 oktober 1944

Welke naam geef men de voorlopige omroeporganisatie.

Bij het kiezen van de naam voor de voorlopige omroeporganisatie hebben de volgende overwegingen gegolden: 
a. De naam moest duidelijk verband houden met de omstandigheden, waaronder de voorlopige omroep optrad;
b. Het werd psychologisch onjuist geacht aan de naam, op welke wijze ook, de woorden „Militair Gezag" te verbinden;
c. De naam moest evenmin een algemeen karakter dragen als b.v. „Nederlandse Radio Omroep". Deze naam moest gereserveerd blijven voor de algemene interim-organisatie, die na de bevrijding van het gehele Nederlandse grondgebied zou functioneren, totdat een beslissing omtrent de definitieve vorm van het omroepwezen in Nederland gevallen zou zijn. Op grond van deze overwegingen werd voor de omroep te Eindhoven gekozen de naam: „Herrijzend Nederland" met als aankondiging: "Hier is Herrijzend Nederland, de zender op vrije vaderlandse grond".

Met de directie van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken werd overeengekomen, dat de Radio-omroep en de Philips-organisatie op geen enkele wijze aan elkaar verbonden zouden worden. Vermeden zou worden om op enigerlei wijze de indruk te wekken, als dit wel het geval zou zijn. Dit nam niet weg, dat intern op velerlei gebied een nauwe samenwerking bestond. Als resultaat van de besprekingen met Philips werd een protocol opgemaakt, waarin de onderlinge verhouding geregeld werd.

De ontvangst van de uitzendingen van „Herrijzend Nederland" in Eindhoven, Maastricht, Helmond, Nijmegen en 's-Hertogenbosch bleek uitstekend te zijn. Het aantal medewerkers, dat de verschillende delen van het programma verzorgde, bedroeg 80 personen.

 Nieuwsdienst.
Deze omvatte de afdelingen luisterdienst, nieuwsbulletins en reportage. De Nieuwsdienst diende de buitenlandse radiouitzendingen zo uitvoerig mogelijk te beluisteren, daar deze aanvankelijk zijn enige bron van nieuws waren. Bovendien moesten de uitzendingen van Hilversum op de voet gevolgd worden. Met een onderbreking van enkele uren werkte de luisterdienst dag en nacht. Het ontbreken van een „monitor-equipment", alsmede het doel waarvoor het opgevangene moest dienen, maakte het niet alleen noodzakelijk, dat stenografisch werd opgenomen, doch dat ook een „monitor" zelf de uitzending van a tot z mee beluisterde. Een en ander had tengevolge, dat een, naar verhouding, zware personeelsbezetting van ca. 16 personen alleen al voor de luisterdienst werd gebezigd.

De afdeling reportage verzorgde dagelijks de rubriek „ Nederland herrijst", welke met nieuwsen persuittreksels uit bevrijd Nederland ten behoeve en, zo mogelijk, ook ter lering van nog bezet Nederland waren gevuld. Een grondige kennis van het nog bezette gebied en van de gemoedsstemming aldaar was hierbij een eerste vereiste.

Ontspanning.
Deze afdeling had tot taak gedurende ± 6 uren per dag voor grammofoonplaten muziek te zorgen. Bij de aanvang der uitzendingen van „Herrijzend Nederland" waren slechts 100 platen aanwezig en dan nog van zeer uiteenlopende geschiktheid en kwaliteit. Wanneer men bedenkt dat per etmaal 70 à 90 platen gedraaid werden, dan is het duidelijk, dat naar middelen gezocht moest worden om te bereiken, dat over een aanzienlijk groter aantal beschikt kon worden. Door het bruikleen van platen van particulieren werd weldra over ongeveer 2500 platen beschikt. Ook uit Londen arriveerde een grote zending en tenslotte konden in Brussel nog 300 platen aangeschaft worden. Reeds spoedig werd ook getracht de gramofoonplaten-uitzendingen gedeeltelijk door het gesproken woord en levende muziek te vervangen. De medewerking van Nederlandse artiesten bracht echter moeilijkheden met zich mede, daar er in het bevrijde Zuiden niet veel op de voorgrond tredende artiesten waren en de minder bekende, die in orkestjes en ensembles samenwerkten, bijna allen lid waren geweest van de Kultuurkamer. Ook in het nog bezette gebied werden de uitzendingen, vooral van het nieuws, met belangstelling gevolgd. Max Blokzijl maakte voor één zijner uitzendingen van teksten van „Herrijzend Nederland" gebruik, waaruit bleek, dat de programma's ook in het centrum des lands werden ontvangen. Een nieuwe mogelijkheid voor de luisteraars in bevrijd gebied om de uitzendingen van Herrijzend Nederland" te beluisteren, ontstond, toen ook de radiocentrales (door de P.T.T. weer in bedrijf gesteld) de programma's gingen doorgeven.

Een ander middel werd gevonden door de inrichting van luistercentrales te Eindhoven, waar het publiek de gelegenheid werd geboden, het nieuws en de reportage van „Herrijzend Nederland" en „Radio-Oranje" te horen.

 Godsdienstige uitzendingen.
Als eerste punt werd de regeling van godsdienstige uitzendingen ter hand genomen. Hiervoor werd contact gezocht met de vertegenwoordigers van de onderscheidene godsdienstige gezindten. Ze werd verzocht de zendtijd, die beschikbaar was, in onderling overleg te verdelen. In het oog moest worden gehouden, dat de uitzendingen door het gehele Nederlandse volk werden beluisterd en dus een afspiegeling moesten zijn van de in het gehele Nederlandse volk levende godsdienstige gedachten. De samenwerking tussen allen, die aan deze uitzendingen meewerkten, is zeer goed geweest.

Een persoonlijke herinneringen van pastoor J.J.M. Sicking gepubliceerd in het Mededelingen- en Contactblad nr. 44 van de Heemkundige Studiekring 'Kempenland' te Eindhoven, januari 1976.
Hij schrijft: "Namens kapitein Van de Broek (de Rotterdammer) werd mij gevraagd of ik voor de zender die tersluiks bij Philips was gereedgemaakt, voor "Vrij Nederland" dus, tezamen met een dominee godsdienstige uitzendingen zou willen verzorgen. Bij het schaarse licht dat we op de pastorie hadden heb ik toen met alle dominees van Eindhoven vergaderd. We spraken af, dat we onderling de zendtijden zouden verdelen, in het oog houdend dat we voor heel Nederland uitzonden. Voor de morgen- en avondwijdingen charterde ik enkele collega's, aan wie gezegd werd, dat ze geen specifiek katholieke onderwerpen mochten behandelen. Met één van hen kreeg ik hierover moeite. Hij bracht zijn bezwaar later over aan Mgr. Mutsaers, maar ik liet het zo. Natuurlijk trachtte ik ook misuitzendingen te laten verzorgen, maar dit was moeilijk, omdat we moesten delen met niet-katholieken. Voor de kerst en voor nieuwjaar wist ik toch tijd voor een misuitzending te krijgen, door met de Hervormden zo te ruilen, dat zij tijd kregen voor een middaguitzending "Onder de Kerstboom" en voor de begeerde oudejaarsavondviering. Gelukkig kon hij goed met de heren predikanten overweg. Om echter niet geheel alleen te staan vroeg ik deken Broekman, de vroegere redacteur van de St.Jansklokken, de bekende predikant pater Lohuis en de musicus pastoor Heerkens om mij te assisteren."

Toen een soort bestuur gekozen moest worden, stelde ik voor dominee Van Rhee als voorzitter aan te wijzen. Daarna zweeg de vergadering in alle talen, totdat kapitein Van de Broek de stilte verbrak door mij als vice-voorzitter voor te stellen. Deken Broekman fluisterde mij naar aanleiding hiervan bij het heengaan in: "Ge had het zo goed ingezet, maar daar konden de heren niet toe komen".

Philips 204U radio met op de schaal Radio Herrijzend Nederland vermeld.

Philips 204U in bakeliet uit 1944/1945 met de zenderaanduiding "Herrijzend Nederland" op de stationschaal.

Technische kwaliteit van de uitzendingen

Deze hadden in de aanvang wegens de noodzaak tot het leggen van de nodige leidingen en het inrichten van studio's de handen vol. Uit gegevens uit het bezette gebied bleek, dat de technische kwaliteit van de uitzendingen nog grote aandacht nodig had en dat vooral 's avonds een hinderlijke fluittoon hoorbaar was.

Teneinde het nuttig effect van de uitgestraalde energie zo groot mogelijk te maken en te voorkomen, dat de hoge betonnen fabrieksgebouwen van Philips te veel van de energie zouden absorberen, werd een nieuwe antenne opgericht, welke veel hoger, buiten het fabriekscomplex, was opgesteld. Deze maatregel bracht een belangrijke verbetering, zo zelfs, dat de uitzending bij „Radio Oranje" in Engeland goed ontvangen werd. Op 16 december 1944 om 7.00 werd de golflengte, waarop de uitzendingen geschieden, gewijzigd van 420 op 435 m. De onmiddellijke aanleiding daartoe vormden de luisterrapporten, die uit alle delen van het land ontvangen waren en waarin over een scherpe fluit en interferentie toon werd geklaagd. Zo konden zelfs in plaatsen als Maastricht en Nijmegen 's avonds de uitzendingen niet gehoord worden. De nadering van Kerstmis 1944 en Nieuwjaar 1945, voor welke dagen bijzondere programma's met veel zorg en arbeid waren voorbereid, maakte de uitzending op de bruikbaarste golflengte des te dringender. Na wijziging van de golflengte bleek uit de luisterrapporten, dat dit een grote verbetering was. Alleen 's-Gravenhage meldde vrijwel onveranderde, zelfs een slechtere ontvangst.

Zoals tevoren was verwacht, rezen bij de geallieerde autoriteiten bezwaren tegen wijziging van de golflengte. Na enige onderhandelingen werd aan "Herrijzend Nederland" een frequentie van 695 kc/s toegewezen, hetgeen gelukkig slechts een minimale verschuiving ten opzichte van de nieuwe golflengte 435 m. (690 kc/s) betekende.

 
Verhouding tot de pers.
Veel aandacht werd geschonken aan het scheppen van een nauwe relatie met de pers, niet alleen ten behoeve van de algemene voorlichting. maar ook opdat „Herrijzend Nederland" zich een plaats zou kunnen veroveren in bevrijd Nederland. Alle dagbladen ontvingen een z.g. „perspakje", waarin zich niet alleen de programma's van de komende week bevonden, doch ook uittreksels uit de voornaamste redevoeringen, welke in de afgelopen week voor „Herrijzend Nederland" gehouden waren.

Exploitatie van de zendapparatuur.
Na overleg met de tijdelijke Directeur-Generaal der P.T.T. werd besloten, dat de exploitatie door de P.T.T. zou geschieden, welk bedrijf eveneens personeel ter beschikking stelde. In verband met een beslissing van de Minister van Algemene Zaken nam het Staatsbedrijf der P.T.T. later ook alle aan de Omroep verbonden kosten voor zijn rekening.

Programma's.
De samenstelling van de programma's kostte grote moeite. Over het algemeen werden de uitzendingen met vreugde door het publiek beluisterd. Een verwijt aangaande de onbelangrijkheid der programma's was begrijpelijk. Een aantal factoren werkten hiertoe mede, omdat:
a. „Herrijzend Nederland" zich moest onthouden van alle uitspraken, welke het leven, de vrijheid of de eigendom van nog in bezet gebied levende Nederlanders in gevaar zouden kunnen brengen;
b. Nieuws en andere mededelingen, bijvoorbeeld over de berechting van oorlogsmisdadigers, waren ongewenst, terwijl zelfs bepaalde herstelmaatregelen, met het oog op de sabotage door de Duitsers, zich niet tot besprekingen leenden;
c. De Nederlandse Regering was nog niet ter plaatse, om door tussenkomst van "Herrijzend Nederland" van haar eigen inzichten te doen blijken. Op 19 november 1944 werd het programma uitgebreid in verband met de verlenging van de zendtijd. Als nieuw programmapunt gedurende de zondagmiddag werd een „Indisch kwartiertje" ingevoerd, waarin geregeld de Nederlandse gebiedsdelen overzee aan de orde kwamen, teneinde bij het Nederlandse volk liefde en belangstelling voor het gehele Rijk gaande te houden.

Voor de verzorging van nieuwe rubrieken, o.a. voor de Nederlandse strijdkrachten, voor de jeugd, het disconieuws, films enz. bleek het gewenst nieuw deskundig personeel aan te trekken.

Censuur.
In verband met de oorlogshandelingen was het noodzakelijk schikkingen te treffen om zowel een geallieerde militaire censor als een lid van de Nederlandse perscensuur voortdurend met het oog op de uitzending aanwezig te zijn. De eis, die aanvankelijk werd gesteld, dat alleen uitzendingen van de British Broadcasting Corporation (BBC) en van de A.B.S.I.E. (The American Broadcasting Station in Europe ) gerelateerd zouden worden, werd niet gehandhaafd. De omroep was dus vrij in het redigeren van eigen nieuwsbulletins, mits deze gebaseerd bleven op de uitzendingen van de B.B.C. en andere geallieerde radiostations, alsmede op berichten van geallieerde oorlogscorrespondenten.

Einde "Herrijzend Nederland"
Op 1 juli 1945 werd in verband hiermede de programma-uitvoering uit Eindhoven naar Hilversum overgebracht, zodat de programma's, welke nog te Eindhoven werden voorbereid, in Hilversum werden uitgevoerd.

Inmiddels was door het nieuw opgetreden kabinet een ontslagaanvrage van Prof. Oranje als voorzitter van de eerder door de Minister Beel ingestelde Commissie aanvaard, waarna deze commissie zelf tot liquidatie overging. Omstreeks dezelfde tijd bereikte het Hoofd van de Subsectie Radio het verzoek van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, naar wie de zorg voor de radio intussen was overgegaan, om door „Herrijzend Nederland" de uitzendingen ook na 1 augustus 1945 te doen voortzetten, totdat de inmiddels opgerichte Stichting,,Radio Nederland in Overgangstijd" de verantwoordelijkheid voor de uitzendingen zou kunnen overnemen. Het spreekt vanzelf, dat de uitzendingen van „Herrijzend Nederland", nadat men de beschikking had gekregen over de studio-inrichtingen te Hilversum, in kwaliteit aanmerkelijk vooruitgingen.
Dat aan het eind van 1945 een vrijwel volledige omroep-organisatie tot stand gekomen was, moge blijken uit het feit, dat het aantal geëmployeerden van „Herrijzend Nederland" op dat tijdstip tot 881 was gegroeid. Het personeel heeft zijn taak met groeiend enthousiasme en grote toewijding vervuld, hetgeen o.a. gemanifesteerd werd in de programma's welke tijdens de Kerstdagen in 1945 en de d.a.v. jaarwisseling ten gehore werden gebracht. Desondanks mag niet uit het oog worden verloren, dat ,,Herrijzend Nederland", voor zover betreft de technische voorzieningen, met grote moeilijkheden te kampen heeft gehad: nieuw materiaal was praktisch niet te verkrijgen ondanks vele pogingen, welke hiertoe in het werk werden gesteld. Op 1 november 1945 werd de financiering vanwege het M.G. stopgezet en werden de uitzendingen van „Herrijzend Nederland" geheel door de Stichting „Radio Nederland in Overgangstijd" bekostigd.

De uitzendingen van "nationale  zender": „Herrijzend Nederland' eindigden op 19 januari 1946 en wordt de ether weer het domein van de uit de Verzuiling voortgekomen omroepverenigingen. Uit de samenwerking van Herrijzend Nederland en Radio Oranje ontstaat in 1947 de Wereldomroep. Radio Nederland Wereldomroep was de internationale publieke omroep van Nederland. De omroep kwam door overheidsbezuinigingen tot zijn einde in 2012. Vooral tijdens vakanties 
in het buitenland werd deze omroep massaal beluisterd. Voor Nederlands in het buitenland de snelste manier geïnformeerd te worden. Het internet vanaf 1995 / 2000 maakte deze radio-nieuws-informatie overbodig, hoewel de Wereldomroep ook actief was op internet

 Herrijzend Nederland Marsch 1944

Radio "Herrijzend Nederland" in Hilversum.

Bronnen

Cor Gehrels https://eindhoven4044.nl/50/Cor-Gehrels.html

Werken in vrijheid '44 `69. Kwart Eeuw Bevrijding, Kwart Eeuw Philips Koerier. Uitgever: Philips persbureau, Eindhoven, 1969 424 pag. Verhaal Gehrels. "een man bouwt mee aan een zender" p. 227-228 . paperback.

Onder Duits beheer p. 311 Geschiedenis van Philips deel 4, 1997.

Eindhovensch dagblad 18-09-1947 Hier Herrijzend Nederland

Het Binnenhof 26-07-1947 Herrijzend Nederland komt in de lucht

https://www.oldradios.nl/Publicaties-NL/RHT%20(december%202017).pdf


Het radiotoestel in de Tweede Wereldoorlog, G. Verheijen

Nationaal of verzuild: de strijd om het Nederlandse omroepbestel in de periode 1923-1947, Hans van den Heuvel. uitg 1979, ISBN: 9789026303531 (online versie)

Overzicht der werkzaamheden van het Militair Gezag gedurende de bijzondere staat van beleg 14 september 1944 - 4 maart 1945. Geraadpleegd pagina's over radio Herrijzend Nederland, pagina 599 - 607.
Het Militair Gezag was het dagelijks bestuur van de in 1944 en 1945 bevrijde delen van Nederland namens de Nederlandse regering in Londen tot aan de overdracht van de gebieden aan de regering. Het Militair Gezag werd opgericht op 14 september 1944 en ontbonden op 4 maart 1946. Zie https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.13.25

https://www.ed.nl/eindhoven/radio-herrijzend-nederland-stem-van-het-bevrijde-zuiden~a1f7d70e/

Boek: Op de golflengte van Radio Herrijzend Nederland door Sjoerd de Vrij, 286 blz., geïll., Europese Bibliotheek 1990, ISBN 90 2884892 4 (boek bespreking in NRC 18-8-1990)

Boek: Hier radio Oranje: vijf jaar radio in oorlogstijd door H.J. van den Broek - uitg. 1947, 343 pagina's, uitg. Vrij Nederland