Hij was de belangrijkste persoon achter de zender "Herrijzend Nederland". Hij richtte een verjaardagsfonds op om kinderen en achtergebleven vrouwen te helpen. Eerst hielp hij een collega van het NatLab, later gezinnen van marechaussees. Dit fonds groeide uit tot het N.S.F.
Cor Gehrels werd geboren op 20 juni 1906 in Haarlemmermeer en overleed in concentratiekamp Mittelbau (kamp Dora) op 23 maart 1945. Hij was werkzaam bij Philips. Onder zijn leiding werd in het NatLab van Philips een geheime zender gebouwd; daarnaast was hij actief in alle takken van het verzet.
Voor de oorlog was Cor Gehrels voorzitter van de Nederlandse Vereeniging voor Internationaal Radioamateurisme (NVIR). Hij genoot onder meer een opleiding tot marconist en voer in zijn jeugd op de grote vaart. Hij was een zeer actief zendamateur (met zendcode PA0QQ).
"Zonder het werk van deze man [Cor Gehrels] zou Herrijzend Nederland nooit gestart zjjn en zou ons volk deze onschatbare bondgenoot in de eindstrijd hebben moeten missen." Eindhovensch dagblad 18-09-1947
In 1940 richtte hij het zogeheten "verjaardagsfonds" op (later, in 1947, het Gehrelsfonds of "Organisatie Gehrels" genoemd, en soms ten onrechte aangeduid als "Trompfonds"). Dit fonds was bedoeld om hulp te bieden aan de achtergebleven gezinnen van, aanvankelijk, politieke gevangenen. Na de afkondiging van een Duitse maatregel richtte het fonds zich echter vooral op de verzorging van de gezinnen van zeemannen. Aanvankelijk bestond de hulp uit een gift ter gelegenheid van de verjaardag van de vrouw (€25,-) en een gift voor de kinderen (€10,-). Omdat er voldoende geld binnenkwam via schenkingen, kon men later overgaan tot een min of meer regelmatige maandelijkse uitkering. Het bedrag hiervan werd echter niet vooraf vastgesteld; elke maand werd de financiële situatie van de betreffende gezinnen opnieuw beoordeeld, waarna een passend bedrag werd uitgekeerd. In geval van ziekte werden extra uitkeringen gedaan. De schenkers en degenen die de uitkeringen verzorgden, waren grotendeels werkzaam bij Philips. Het geheel werd later geleid door Iman van den Bosch (schuilnaam 'Pa' van den Berg) en andere Philips-medewerkers.
Hij heeft de zender "Herrijzend Nederland" gebouwd, waar hij al in de eerste bezettingsjaar aan begonnen was, zelfs voordat de Nederlandse regering hiervoor opdracht gaf. Opvallend is dat tijdens de bezetting door Th. Tromp nog aan een andere zender is gewerkt. Opvallend is dat pas in augustus 1944 bereikte het nieuws over de geheime zender de Binnenlandse Inlichtingendienst in Londen, dankzij informatie van geheim agent Karel Nort.
In 1941 nam Cornelis Gehrels het initiatief om een clandestiene zender te bouwen, ogenschijnlijk onopvallend tussen de andere apparatuur in het laboratorium.
In de zomer van 1942 was de zender al gereed. Toen bombardementen de werkplaats onbruikbaar maakten, verhuisde de installatie mee naar de nieuwe locatie. Zijn vrouw vertelde later: "Hij had er altijd verschrikkelijk veel plezier in dat hij aan de zender bezig was, zonder dat de toezichthoudende Duitsers doorhadden dat het een zender was." Een bestaande installatie voor het meten van zendbuizen werd omgebouwd tot zender. Deze zender bestond uit drie losse onderdelen, die deels waren verstopt in het NatLab (natuurkundig laboratorium). Een deel van de installatie was echter te groot om te verbergen. De Duitse toezichthouder werd om de tuin geleid met de uitleg dat dit deel een meetstation voor radiobuizen was, wat overigens ook zo was.
Cornelis Gehrels (1906-1945) verrichtte het grootste deel van de bouwwerkzaamheden, wellicht met hulp van enkele collega's. Slechts weinigen waren op de hoogte van deze activiteiten. Volgens het boek "50 jaar VERON, 100 jaar RADIO" en de website a03-static.veron.nl was Philippus Jacobus (Flip) Huis, die al voor en tijdens de oorlog bij Philips in Eindhoven werkte, onder meer betrokken bij de bouw en het direct na de oorlog in de lucht brengen van de eerste zender van Radio Herrijzend Nederland in oktober 1945. Flip was tevens actief in het verzet: hij hielp ondergedoken Joden en assisteerde bij een "pilotenlijn". Hij overleed op 21 september 1996 op 83-jarige leeftijd.
===
Cor Gehrels wist dat hij gevaar liep. Hij kende het risico van verraad, de daaropvolgende gevangenneming en martelingen, met het risico dat hij zou doorslaan. Hoe belandt iemand in het verzet? Gehrels kreeg een baan als leraar aangeboden. Hij was net benoemd toen hij hoorde dat Joodse kinderen niet meer welkom waren op school. Daarop zag hij af van de baan.
Naast deze principiële keuze was Cor ook betrokken bij het harde, gewapende verzet tegen de Duitse nazi's. De Philipskoerier van 3 oktober 1959 schreef over hem: "Hij schreef voor ondergrondse bladen en verspreidde die 's nachts, op kousenvoeten. Hij verzamelde gegevens die naar Engeland werden gestuurd, hielp onderduikers en nam zelfs Joden in huis, hoewel beide echtelieden aanvankelijk hadden afgesproken dat zij, met het oog op hun zeven kinderen, niets zouden doen waardoor zij beiden zonder meer voor het vuurpeloton konden komen. Ook hielp hij neergekomen geallieerde piloten en anderen te ontsnappen." Cor werkte samen met veel collega's via de informele netwerken die er binnen de Philipsfabrieken en -kantoren bestonden.
In de eerste helft van 1943 schrijft Cor aan zijn moeder dat hij "extra (beschuit)bonnen" voor haar heeft, maar dat ze er met niemand over mag praten.
G.A.M. (Grietje Aartje Magdalena) Gehrels-de With was op een avond, begin juli 1943, in hun huis aan de St. Gerarduslaan 10 bezig met het herstellen van een politie- en marechaussee-uniform. De man voor wie het bestemd was, zo bleek later, was gearresteerd. Kort na middernacht ging de bel. "Mijn man stond vlak bij de deur, ze hadden hem direct. We waren overrompeld. Aan de mogelijkheid van een inval hadden we nooit gedacht," aldus mevrouw Gehrels. Gehrels werd meegenomen, samen met zijn vrouw, hun zes weken oude baby (de jongste van zeven kinderen) en een buurman die even was binnengelopen. Alleen Gehrels werd vastgehouden. Vier dagen lang werd hij verhoord op het politiebureau. Hij hield stand en werd overgebracht naar Haaren en later naar Kamp Vught. Kort voor de bevrijding van het kamp werden de gevangenen op transport gesteld. Op 5 september 1944 werd hij op transport gesteld naar Oraniënburg en op 23 maart 1945 overleed hij in concentratiekamp Mittelbau.
Cor Gehrels
Zijn arrestatie was het gevolg van zijn betrokkenheid bij het leveren van politie- en marechaussee-uniformen. Deze uniformen werden gebruikt om het transport van neergestorte piloten veiliger te laten verlopen. Cor Gehrels leverde bovendien grote hoeveelheden zendmateriaal en onderdelen voor geheime zendinstallaties die door verschillende verzetsgroepen werden gebruikt. Hij was ook actief binnen het verzetsnetwerk van Rien van Bruggen (eveneens werkzaam bij Philips) waar hij zich bezighield met de hulp aan piloten.
Cor Gehrels overleed op 38-jarige leeftijd en liet een vrouw met zes minderjarige kinderen achter.
In de Eindhovense wijk Acht is een straat naar hem vernoemd: Cor Gehrelslaan. Postuum ontving hij het Verzetsherdenkingskruis. Dat radio's de aanduiding "Herrijzend Nederland" kregen, heeft hij niet meer meegemaakt.
Het bericht van zijn overlijden bereikte mevrouw Gehrels pas in maart 1946. Met haar zeven kinderen was ze naar de Haarlemmermeer verhuisd, waar haar vader een grote boerderij had. Ook daar werd ze geconfronteerd met de verschrikkingen van de oorlog. Bij een beschieting kwam een van haar kinderen, Coco, om het leven. Later werd ook de boerderij van haar vader getroffen. In 1953 hertrouwde ze, maar de naam van haar eerste man bleef ze in ere houden: op het bordje op de deur in Boskoop staat Haring-Gehrels.
De kleindochter van Cor Gehrels, was in 2020 bezig met onderzoek over haar opa Cor. Zij zag dat op de site eindhovenfotos.nl (nu www.eindhoven4044.nl) erg gedetailleerde informatie stond over Cor Gehrels. Door uitwisseling van informatie is in 2020 een betere beschrijving van Cor tot stand gekomen.
Een infographic of informatieve illustratie geeft een informatieve weergave van verschillende objecten met een combinatie van tekst en beeld. Deze opzet is de basis voor de Organisatie "Gehrels" tekening hierboven.
In maart 1945 overleed Philips-medewerker Cornelis Adolf Gehrels. Wanneer precies en hoe, dat wist zelfs zijn weduwe niet. Gehrels stierf, zoals zo velen, in een van de kampen die de bezetter had opgericht om vrije geesten te breken. Zijn lichaam is in kamp Dora tot stof vergaan, maar zijn geest van verzet leeft voort in de woorden die via de radiozender klonken, een zender die hij mede mogelijk had gemaakt.
Gehrels was een van de belangrijkste medewerkers aan de bouw van de zender die later 'Herrijzend Nederland' zou gaan heten. De bouw ervan vond plaats onder de neus van de bezetter, in het Natuurkundig Laboratorium van Philips. Niemand had kunnen vermoeden dat deze apparatuur na de bevrijding van Eindhoven de eerste vrije zender op vaderlandse bodem zou worden.
Herdenking
Vandaag is het vijftien jaar geleden dat 'Herrijzend Nederland' voor het eerst de ether inging. De nog levende medewerkers en helpers van de bouw van deze zender komen vandaag bijeen om dit heuglijke feit te herdenken, en om Gehrels te herinneren. De man die het vrije woord in Nederland zo'n krachtige impuls gaf.
Gehrels zelf heeft de woorden die door 'zijn' zender de wereld in werden gestuurd nooit gehoord. Hij werd in juli 1943 door de bezetter gevangengenomen. Vlak voor de bevrijding van Eindhoven werd hij vanuit Vught weggevoerd naar een Duits kamp, het kamp dat zijn dood zou betekenen. Maar zijn werk was gedaan, en het was goed gedaan!
Cornelis Gehrels gaf leven voor de vrijheid
Hoe moet het gevoel van een man als Gehrels zijn geweest in de meidagen van 1940, toen het bericht van de capitulatie kwam? Hij was zo trouw aan zijn vaderland, dat hij stampvoette van woede, zo vertelt zijn weduwe, mevrouw G.A.M. Haring-Gehrels. Hij kon het niet verdragen dat zijn land door een brute macht was overrompeld. Vanaf dat moment wist hij dat hij alles moest doen om de wederopstanding in vrijheid van zijn land mogelijk te maken. Wat hij daarvoor allemaal deed, wist zelfs zijn vrouw niet. Hij bewoog zich op elk gebied en er was bijna geen verzetsactiviteit te bedenken waar hij niet aan deelnam. Tegen zijn vrouw zei hij steeds: "Wat je niet weet, kun je ook niet vertellen!"
Dat was het gevaar dat voortdurend boven ieders hoofd hing die in het verzet actief was: het gevaar om opgepakt te worden, gemarteld en gedood te worden; het gevaar om verraden te worden of zo gefolterd te worden dat men zelf niet langer geheimen kon bewaren, misschien wel het ergste wat een verzetsstrijder kon overkomen.
"Dat van de zender wist ik natuurlijk wel," zegt mevrouw Gehrels. "Hij had er altijd geweldig veel plezier in dat hij aan de zender bezig was, zonder dat de Duitsers doorhadden dat het een zender was."
Stichter van Verjaardagsfonds voor kinderen van anderen
Hoe kwam men eigenlijk in het verzet terecht? Dat was vaak een kwestie van omstandigheden. Je moest weten op wie je kon vertrouwen. Bij Gehrels bestond er geen twijfel dat men op hem kon rekenen. Hij was net benoemd voor een of andere leraarsfunctie, maar toen hij hoorde dat Joodse jongens geweerd moesten worden, bedankte hij meteen.
En toen kwam de dag waarop zijn Verjaardagsfonds begon te werken. Een van de mensen van het laboratorium was naar Engeland gevlucht. Zijn vrouw kon hij niet meenemen en toen er later een baby werd geboren, hield hij een inzamelingsactie onder de mensen van het laboratorium. Dat bracht zoveel op dat er niet alleen een kinderwagen kon komen, maar ook veel meer. Dat was het begin. Omdat zij voor hun kinderen, dankzij het feit dat haar vader in de Haarlemmermeer een flinke boerderij had, gelukkig geen eten tekort kwamen, ging hij allerlei dingen doen om ook voor andere kinderen te zorgen. Daarbij waren in de eerste plaats de kinderen en vrouwen van degenen die overzee dienden voor het vaderland, en marechaussees die naar Engeland waren overgestoken.
Het Verjaardagsfonds groeide enorm. Steeds opnieuw ging Gehrels op pad om geld in te zamelen om de hoognodige hulp te kunnen bieden. En intussen verrichtte hij allerlei ander werk. Hij schreef voor ondergrondse bladen en verspreidde die 's nachts, op kousenvoeten. Hij verzamelde gegevens die naar Engeland werden doorgestuurd, hielp onderduikers en nam zelfs Joden in huis, hoewel beide echtelieden aanvankelijk hadden afgesproken dat zij, met het oog op hun zeven kinderen, niets zouden doen waardoor ze zonder meer voor het vuurpeloton konden komen. Ook hielp hij neergestorte geallieerde piloten en anderen te ontsnappen.
Niet de bouw van de zender - want dat is nooit ontdekt - maar juist dit laatste is uiteindelijk de oorzaak geworden van zijn gevangenneming en zijn dood. Om het vervoer van piloten te vergemakkelijken, gebruikte men politie- en marechaussee-uniformen.
Begin juli 1943 had mevrouw Gehrels een marechaussee-uniform genaaid. De man die dit zou gaan dragen werd echter opgepakt, maar dat wist men nog niet. Gehrels zelf was net thuisgekomen uit de Haarlemmermeer met geld voor zijn fonds.
Die nacht, even na twaalf uur, ging de bel.
"Mijn man stond vlak naast de deur," vertelt mevrouw Gehrels, "dus die hadden ze direct. Wij waren totaal overrompeld. Aan de mogelijkheid van een overval hadden we niet eens gedacht. Misschien waren we wat overmoedig geworden. Het was tot dusver allemaal te goed gegaan."
Geheimen bewaard
Gehrels werd meegenomen, samen met zijn vrouw en de zes weken oude baby, en met een buurman, de heer Maas, de makelaar, die op bezoek was. Allen zijn na enkele dagen vrijgekomen, behalve Gehrels. Vier dagen lang is hij op het politiebureau verhoord en gemarteld, met zijn handen op zijn rug gebonden. Maar hij sloeg niet door. Toen voerde men hem weg. Later kwam hij in Vught terecht en vandaar, vlak voor de bevrijding, werd hij naar kamp Dora gebracht. Begin maart 1945 leefde hij nog, maar nadien is hij gestorven, waarschijnlijk nog diezelfde maand.
Gehrels was dood, maar zijn werk bleef bewaard. Terwijl hij gevangen zat, hebben anderen zijn Verjaardagsfonds voortgezet, nadat ze het hadden omgedoopt tot het 'Gehrelsfonds'. En de zender van 'Herrijzend Nederland' was al geruime tijd in functie voordat Gehrels zijn laatste adem uitblies. Zijn laatste woorden zijn niet bekend, maar de geest die achter zijn woorden schuilging, weerklonk duizendvoudig versterkt door de ether, tot troost en bemoediging van allen voor wier vrijheid hij zijn hoogste offer bracht!
Philips koerier 3 oktober 1959
Het gezin van Cornelis Adolf Gehrels bleef na zijn gevangenneming achter met zeven kinderen. Zijn vrouw keerde terug naar de Haarlemmermeer, maar ook daar was de oorlog niet voorbij. Bij een bombardement kwam een van haar kinderen, Koke (Coco), om het leven. Later werd de boerderij van haar vader gebombardeerd en raakte ze zelf gewond aan haar been.
Toch hield het gezin de moed erin. Elke dag, terwijl de bevrijders oprukten, hoopten ze op de terugkeer van hun man en vader. Helaas tevergeefs.
Het leven ging door. Twee van de zes kinderen, Ank en Wil, zijn inmiddels getrouwd. Kees studeert in Canada, Inez volgt een opleiding tot lerares, Greetje werkt in de verpleging en Joop, zestien jaar oud, wil een technische opleiding doen. Op zijn veertiende kreeg hij van iemand bij Philips een complete bouwset voor een transistorradio. Dat werd zijn grote hobby, net als radio voor zijn vader was geweest.
"Gelukkig dat ik zoveel kinderen had," zegt mevrouw Gehrels. "Daar vond ik troost in." In 1953 hertrouwde ze met de heer M.A. Haring in Boskoop, een man die eveneens actief was in het verzet en zelf ook kinderen had achtergelaten.
De naam Gehrels blijft in ere gehouden. Niet alleen door het naambordje op de deur in de Baranstraat: Haring-Gehrels, maar ook door een Delftsblauw bord van 'De Zeemanspot' in de woonkamer. Daarop staat in sierlijke letters: "In dankbare herinnering opgedragen aan Cornelis Adolf Gehrels."
Voorzijde pamflet organisatie Gehrels. Tekst hieronder.
achterzijde pamflet organisatie gehrels "Vrij Nederland"
Download hier het originele document in PDF, hieronder de tekst versie
LS
Hieronder vindt u enige gegevens over de werkzaamheden van de „Organisatie Gehrels”.
Hoewel de organisatie of het fonds nooit een naam gedragen heeft, was zij toch aan velen onder bovengenoemde naam bekend. Het komt ons voor dat wij den Heer C. A. Gehrels, de stichter en onvermoeide werker van dit fonds, die ons allen door zijn bezielende woorden en nobel voorbeeld steeds aangespoord heeft dit werk voort te zetten en uit te breiden, niet beter kunnen eren, dan door zijn naam voorgoed aan dit werk te verbinden. Hij werd het slachtoffer van zijn menslievend werk en werd door de Duitsers voor zijn nobel streven beloond met het lijden in hun beruchte concentratiekampen tot hij in januari 1945 [ de juiste datum is 23 maart 1945] overleed in het kamp DORA, bij Nordhausen.
Verder zullen in dit verslag geen namen van medewerkers genoemd worden. Wij hopen, dat iedereen, die dit werk steunde voor zichzelf overtuigd is, dat hij deed wat hij kon om ook dit doel van het algemeen verzet te doen slagen. Te weten, dat wij onze plicht deden is onze enige, maar dan ook volledige beloning.
ONTSTAAN.
De directe aanleiding tot het ontstaan van het fonds was een blijk van saamhorigheid van het personeel van een van de fabrieksafdelingen van de N.V. Philips' Gloeilampen fabrieken. Een van de leden van het personeel van die afdeling, die tijdens de oorlogsdagen van 1940 in dienst was bij de Kon. Ned. Marine, behoorde daardoor tot diegenen, die, gescheiden van hun familieleden, jaren lang zouden blijven vechten voor onze bevrijding. Toen nu juist op zijn verjaardag, dezen marineman een zoon geboren werd, besloten zijn collega's om, zoals gebruikelijk, van hun belangstelling bij deze bij de gebeurtenis te doen blijken. Bij de collecte die in kleine kring voor dit doel gehouden werd bleek de offervaardigheid zeer groot. De Heer Gehrels vroeg zich toen af, of er niet meerdere gevallen zoals dit waren en of het niet wenselijk zou zijn ook die gezinnen een blijk van medeleven te geven. Na verschillende besprekingen stelde hij toen voor, om een gezamenlijke actie daartoe op touw te zetten.
DOEL.
Het was de bedoeling in de eerste plaats financiële steun te verlenen in die gevallen waar dit nodig zou blijken. Nog belangrijker werd echter geacht de morele steun die voor de betrokkenen van de getoonde belangstelling zou uitgaan. Hoewel het natuurlijk onmogelijk was, ook maar in geringe mate, voor de betrokken gezinnen het gemis van man, vader of zoon te vergoeden, waren wij toch van oordeel, dat den families het gevoel moest gegeven worden, dat zij niet geheel alleen tegenover de steeds groeiende moeilijkheden stonden en dat offers, die zij moesten brengen, niet vergeten werden, door degenen voor wie ze gebracht werden.
Wij waren van oordeel, dat het niet meer dan onze plicht was hen te steunen en dat het een eeuwige schande zou zijn als zij, die straks na de bevrijding zouden terugkeren zouden moeten constateren, dat wij hun gezinnen in de steek gelaten hadden.
ORGANISATIE.
Het was natuurlijk in de eerste plaats nodig de adressen te verzamelen van diegenen, die voor hulp of belangstelling in aanmerking kwamen. Of te beginnen werden de adressen van hen, die bij de N.V. Philips werkzaam geweest waren zoveel mogelijk verzameld. Dit geschiedde afdelingsgewijs.
Verder verschafte een ambtenaar van de Afd. Sociale Zaken van het Eindhovense Gemeentebestuur ons de adressen van hen, die kostwinnersvergoeding genoten. Zo kwamen wij o.a. in het bezit van adressen van families van marechaussees, die in Engeland waren. Uiteindelijk verschafte een bestuurslid van een organisatie van marechaussees ons de adressen van de families van alle „vermiste” marechaussees. Op deze manier werd het werk, dat eerst een lokaal karakter droeg, steeds meer uitgebreid.
In het begin werd alles vanuit Eindhoven gefinancierd, maar om zo veilig mogelijk te werken werd zoveel mogelijk gedecentraliseerd en werd ernaar gestreefd het bestreken gebied, dat op den duur de drie Zuidelijke Provincies omvatte, te verdelen in verschillende districten, De opzet was deze districten, die hun centrum hadden, in de grotere steden, geheel „selfsupporting!" .te maken, dat wil zeggen dat ieder district ook zelf de benodigde gelden verzamelde. Dit gelukte echter lang niet in alle gevallen, daar de plaatselijke omstandigheden of gebrek aan activiteit onder de medewerkers soms onoverkomelijke hindernissen in de weg legden.
Ook in het Westen des lands werden pogingen gedaan om tot oprichting van dergelijke organisaties te komen, waarvan er enkele zeer goed geslaagd zijn. Door deze activiteit kwamen wij in contact met organisaties, die op hetzelfde terrein werkzaam waren en die soms over zeer grote financiële hulpbronnen beschikten. Na rijp beraad werd besloten de aangeboden ruime financiële steun te aanvaarden, de daaraan verbonden gevaren ten spijt.
Als tegenprestatie hadden wij ons verplicht alle steungevallen in de omgeving van Eindhoven van deze organisatie over te nemen. Dit zou geheel normaal geweest zijn, als er niet een geval bij was geweest waar het steun aan onderduikers betrof. Juist dit geval is den Heer Gehrels noodlottig geworden.
Hierbij dient opgemerkt te worden, dat om, veiligheidsredenen de organisatie een vrij nauwkeurig omschreven arbeidsterrein had. Gesteund werden de verwanten van hen, die zich buiten het door den vijand bezette gebied bevonden. Hierbij werd niet alleen gedacht aan de gezinnen van hen die in militaire dienst, bij de Landmacht of de Marine waren, maar natuurlijk ook aan de families van Koopvaardijpersoneel en anderen, die op een of andere manier in Engeland terecht gekomen waren bijv. de vele burgerchauffeurs die vanuit Zeeland overgestoken waren.
Het heeft natuurlijk niet ontbroken aan steunaanvragen voor andere doeleinden en het behoeft geen betoog dat deze gevallen niet zonder meer terzijde gelegd werden. Zij werden of doorgegeven aan organisaties die reeds op dat speciaal gebied werkzaam waren óf zij werden door een speciaal opgezette actie geholpen.
Wanneer hier gesproken wordt van veiligheid en gevaar, dan wordt hieronder verstaan gevaar voor het onbelemmerd werken van de organisatie, dus gevaar van de gesteunden,
De organisatie werd verder als volgt opgebouwd:
Op verschillende plaatsen, in fabrieken en kantoren en in de omliggende dorpen, werden „cellen" gesticht onder leiding van één persoon die maandelijks of wekelijks de bijdragen heeft geïnd. Deze droeg maandelijks het verzamelde bedrag af aan de centrale penningmeester die ook weer voor de distributie zorgde.
Verder werden er „contactmannen” aangewezen, die elk een aantal gezinnen bezochten. Dezen onderzochten de financiële toestand van de hen toegewezen gezinnen. Verder lag het ook op hun weg, om naast de financiële steun, ook de morele steun te verzorgen. Naar gelang van de bevindingen van de contactmannen werden de periodieke uitkeringen vastgesteld.
Om ook in die gevallen waar geen directe steun nodig of niet op prijs gesteld werd toch iets te kunnen doen, werd het „Verjaardagfonds” ingesteld. Op de verjaardagen van de gezinsleden of andere feestelijke gebeurtenissen als ook op St. Nicolaas en Kerstmis werd een bepaald bedrag uitgekeerd.
Dit geld kon door de contactman besteed worden voor verrassingen of in contanten uitbetaald worden afhankelijk van de omstandigheden van het gezin. Later werd ook een bepaald bedrag per gezinslid uitgekeerd als vakantietoelage terwijl in vele gevallen textielgoederen, schoenen en levensmiddelen werden verstrekt. Vooral deze levensmiddelenvoorziening heeft prachtig gewerkt, hoewel er soms zeer grote moeilijkheden door de organisatoren moesten worden opgelost.
RESULTATEN.
Nu nog enige cijfers die de voortdurende groei van het werk kunnen illustreren:
In het begin van 1941 werd maandelijks een bedrag van ca. f 200. bijeen gebracht. In de maand Januari 1942 bedroegen de inkomsten f 567.75, terwijl de uitgaven in die maand f 458.20 bedroegen. In de maand December van datzelfde jaar waren de maandelijkse inkomsten opgelopen tot bijna f 1700.-, terwijl de uitgaven dat bedrag nog iets te boven gingen. In 1942 bedroeg de ,,omzet” bijna f 14000.
Uit het hierbij afgedrukte staatje, ziet men, dat de cijfers voor 1943 weer een geweldige stijging toonen.
De cijfers van 1944 zijn lager doordat deze alleen betrekking hebben op de kring Eindhoven, terwijl de cijfers van de voorafgaande jaren betrekking hebben op het gehele Zuiden.
In de loop van het jaar 1943 werd de decentralisatie verder doorgevoerd, en werden de gelden van de kring Eindhoven en de ,,Provincie afzonderlijk beheerd.
De getallen over 1945 liggen nog lager doordat in Maart 1945 de geldinzameling stopgezet werd, het Zuiden was toen al een half jaar bevrijd, en vele steungevallen aan de officiële instanties overgedragen.
Op 1 oktober 1945 bedroeg het saldo nog ruim f 700.-. Dit geld wordt gebruikt om nog steun te verlenen in die gevallen waar langs officiële weg nog niet voldoende geholpen kan worden. De ondersteuning mag niet worden gestopt voordat wij er zeker van zijn, dat de betrokkenen op andere wijze geholpen worden.
Velen werden in de oorlogsjaren op deze wijze gesteund, in de kring Eindhoven alleen al 52 gezinnen. Namens deze gezinnen brengen wij hiermede onzen hartelijken dank aan al diegenen – waarschijnlijk meer dan 1000 personen! — die dit werk gesteund hebben door hun bijdragen. Zij maakten het mogelijk, dat de sympathie van het Nederlandsche volk getoond werd aan de familieleden van hen die streden voor een Vrij Nederland.
OVERZICHT: in gulden
1941 inkomsten 4135.40 - 1941 uitgaven 3231.32
1942 inkomsten 13754.12 - 1942 uitgaven 13845.49
1943 inkomsten 32920.72 - 1943 uitgaven 32272.43
1944 inkomsten 23861.63 - 1944 uitgaven 22701.69
1945 inkomsten 4171.14 - 1945 uitgaven 6079.00
totaal inkomsten f 78843.01
totaal uitgaven f 78129.93
Saldo op 1 oktober 1945: f 713.08.
Bronnen
Werken in vrijheid '44 `69. Kwart Eeuw Bevrijding, Kwart Eeuw Philips Koerier. Uitgever: Philips persbureau, Eindhoven, 1969 424 pag. Verhaal Gehrels. "een man bouwt mee aan een zender" p. 227-228.
Philips koerier 3 oktober 1959
Onder Duits beheer p. 311 Geschiedenis van Philips deel 4, 1997.
Eindhovensch dagblad 18-09-1947 Hier Herrijzend Nederland
Het Binnenhof 26-07-1947 Herrijzend Nederland komt in de lucht
Documenten Duitse gevangenschap
https://collections.arolsen-archives.org/en/search/person/357362?s=Gehrels&t=2124549&p=0
https://collections.arolsen-archives.org/en/search/person/86158245?s=Gehrels&t=0&p=0
‘Herrijzend Nederland’
"Zonder het werk van deze man [Gehrels] zou Herrijzend Nederland nooit gestart zjjn en zou ons volk deze onschatbare bondgenoot in de eindstrijd hebben moeten missen." Eindhovensch dagblad 18-09-1947
Lees het gehele verhaal over Herrijzend Nederland hier
Gedurende de oorlog was op het NatLab bij Philips in Eindhoven in het diepste geheim gewerkt aan een 1400 kilowatt radiozender. Cornelis Gehrels, die ook deelnam aan het ander verzet, had daar de leiding over.
Eerste uitzenddatum was 3 oktober 1944 uitgezonden tot 19 januari 1946.
Meer informatie https://www.eindhoven4044.nl/50/Herrijzend-Nederland.html
foto Philips?