Johanna de Pauw geboren 18-8-1928 in Amsterdam. Woonde in de Lepelstraat 70 Amsterdam. De Lepelstraat werd bijna uitsluitend door Joden bewoond. 123 Joodse huishoudens tegen 23 niet-Joodse. Marga Minco beschrijft in haar roman Het Bittere Kruid de razzia van 25 mei 1943 in de Lepelbuurt
Johanna was de jongste in het gezin de Paauw. Ze had twee oudere broers Jacob, die diamantslijper was en Samuel, die kantoorbediende was. Ook had ze een oudere zus, Keetje, van beroep kapster.
Haar moeder was Aaltje de Paauw-Isaac
en haar vader Tobias de Paauw.
Al haar familieleden komen om in de verschillende kampen: Mauthausen, Sobibor en Auschwitz.
Haar vader Tobias de Paauw had een melkwinkel. Actief in het verzet. Hun huis was een onderduikadres voor enkele belangrijke medewerkers van het illegale blad Het Parool, onder meer voor Jacob Melkman. Ook waren er radiotoestellen in het huis verborgen. Joden moesten al vanaf 15 april 1941 al hun radio inleveren. De rest van Nederland vanaf 13 mei 1943.
Hij stemde voor de oorlog waarschijnlijk op de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP).
Woonadres van Jan Zwartendijk tijdens de oorlogsjaren.
Ze is tijdje ondergedoken bij A.H. van de Bilt, wonend op Beukenlaan 39.
Haar contactpersoon P. Walhout (actief lid van de P.A.N) woonde op Beukenlaan 37 Eindhoven.
1943-1944
briefje over Beukenlaan.
Johanna de Paauw
Hoe en wanneer Johanna in Eindhoven terecht is gekomen is nog niet duidelijk. Ze heeft tijdens bezetting van Nederland ondergedoken op Beukenlaan 39. We hebben ook een aantekening waaruit blijkt dat ze mogelijk ook Goorstraat 2 Eindhoven, Villapark, heeft gewoond. In de oorlogsjaren, van najaar 1940 tot 1946 woonde daar Jan Zwartendijk met zijn familie, hij heeft in Litouwen 2345 visa's verstrekt aan Joodse vluchtelingen, Jan Brokken schrijft er het boek "De Rechtvaardigen" over. Dit is een ruime woning waar voornamelijk stafleden, ingenieurs of accountants wonen. Meer woningen in het villapark hadden onderduikers.
Ze kreeg tijdens de oorlogsjaren 15,- gulden per week en later 30 gulden ondersteuning. Dit geld ging voornamelijk naar de onderduikergevers.
Een van haar contactpersonen was Anne Rinzema met de schuilnamen: 7.07 of Onno. Hij is een zeer actief L.O. lid en PAN-lid, die vele onderduikers actief heeft geholpen met onderduiken, bonnen en geld. Later in de oorlog ook actief in de Knokploeg Sander. Na de bevrijding van Eindhoven meldde Rinzema zich bij de stoottroepen.
Ook tijdelijk haar buurman P. Walhout (schuilnaam xx), actief PAN lid, en wonend op Beukenlaan 37 was ook haar contactpersoon. In het codeboek met een deel van de Eindhovense onderduikers, had zij het nummer 205a en later 59. In de Beukenlaan waren meer onderduikers, zo hielp Geesje Mulder-Luchies, wonend op nummer 8, diverse personen.
205 A Johanna de Pauw / Paauw ontvangt hier 30 gulden vergoeding, dit bedrag ging naar de onderduikgevers voor extra kosten, voeding enz. Eerder kreeg ze 15 gulden per week vergoeding.
Codeboek is aanwezig bij: https://www.rhc-eindhoven.nl/
Waarschijnlijk zijn deze gegevens na de bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944. Het nieuwe codeboek bevat nu ook adressen. Johanna krijgt nu het nummer 59 en is dit gekoppeld aan het adres Beukenlaan 39.
Simons op Beukenlaan 8 kreeg ook ondersteuning, zie afbeelding hierboven.
De Pauw (Paauw) 15 gulden. Code K = ??, H = ?? en teken ⌠ = letter J. Ook de R als code is nog onbekend. Potlood aantekeningen van na de bevrijding.
Oorlog overleeft
Johanna de Paauw heeft als enige van haar familie de oorlog overleefd. Ze is rond 1952 met Piet Bruinsma getrouwd, uit hun huwelijk werd een dochter geboren: Saskia Judith Bruinsma. Johanna staat op de Genealogy site “Geni” omschreven als Hansje Bruinsma (de Paauw) en ook op onderstaande kaart, waarop de naam Hansje is doorgestreept.
Inmiddels is Johanna de Paauw overleden volgens aantekeningen bij www.joodsmonument.nl
Nog in leven volgens (Mark J.CC ??) adres Pieter Poststraat 2 Eindhoven (kaart bijgewerkt op 20-4-1995)
Bron: Stadsarchief Eindhoven, achterkant envelop
Tobias de Paauw komt in aanraking met de politie en wel op zaterdag 24 januari 1942. In het meldingsrapport van de politie van die dag, om negen uur ’s morgens, staat het volgende verhaal:“brengen de ap’s Kuiper en de Jong vanaf de Lepelstraat 7 Tobias de Paauw, geboren Amsterdam, 5-4-1896, winkelier (melkzaak) alwaar onder verdachte omstandigheden in strijd met de distributie werd aangetroffen: 8 dozen vet, een zak vet (warm) 3 dozen rauw vet, 3 zakken aardappelen, 2 zak groen arwten, 1 zak koeienafval, o.a. de kop van een koe, een zak rijst, 2 dozen bus groenten, 2 doos witte bonen, 2 doos gecondenseerde melk, 45 blikjes gecondenseerde melk, 2 Philips radio toestellen. De goederen, welke aan bederf onderhevig zijn, zullen worden overgebracht naar het abattoir. De Paauw voornoemd, blijft voorlopig ter beschikking van de heer Commissaris in de 4e sectie, in bewaring.” (ap = agent van politie)
Op dezelfde dag wordt om drie uur in de middag het bevel tot 'inverzekeringstelling' uitgereikt.
bron: meldingsrapport gemeentepolitie amsterdam, via Gemeentearchief Amsterdam.
Tobias de Paauw is op 24 januari 1942 in Amsterdam opgepakt en opgesloten in de gevangenis in de Nieuwe Doelenstraat, Amsterdam. Vandaar is hij naar Mauthausen op transport gesteld.
Tobias de Paauw heeft zichzelf gedood in gevangenkamp Mauthausen door een hoogspanningsleiding aan te raken, op 10-7-1942.
Op deze kaart staat : 19/5/1943 nooit in Vught geweest.
Zijn vrouw Aaltje de Paauw-Isaac, Amsterdam, 20 april 1895 – Sobibor, 4 juni 1943. Bereikte de leeftijd van 48 jaar.
meer informatie op:
https://geheugenvanoost.amsterdam
https://www.joodsamsterdam.nl/lepelstraat
https://www.joodsmonument.nl
Het bittere kruid
Het veertiende verhaal uit Het bittere kruid, “De Lepelstraat”, is in de oorlog ontstaan. Het gaat over de eerste razzia die Marga Minco (1920-1923) meemaakte, en ze schreef het direct in 1942, heet van de naald. Dat verhaal ben ik kwijtgeraakt (zoals al mijn bezittingen), vertelt ze later, maar toen ik vijftien jaar later aan Het bittere kruid begon, stond het me nog woordelijk voor ogen.
"Zij lag bezaaid met papier. Overal stonden deuren wijd open. Uit verschillende ramen wapperden de gordijnen naar buiten. Ergens lag een bloempot omver op een randje van een kozijn. In een donker portaal zat een grijze poes op tafel. Toen ik bleef staan rende het dier naar boven en gluurde naar mij met hoge rug. Op een van de treden lag een kinderhandschoen. Een paar huizen verder hing een deur uit haar voegen... Achter een [ander] raam zag ik een tafel die gedekt stond. Een stuk brood op een bordje. Een mes dat in de boter stak. De winkel van een slager, waar ik de dag ervoor vlees had moeten halen, was leeg. Er was een plank voor de deur getimmerd, zodat niemand naar binnen kon.”
Keetje de Paauw, Kapster geboren Amsterdam, 20 januari 1924 – Auschwitz, 30 november 1943
Jacob de Paauw, Amsterdam, 3 augustus 1922 – Sobibor, 9 juli 1943. Bereikte de leeftijd van 20 jaar. Beroep: Diamantslijper
Samuel de Paauw, Amsterdam, 17 mei 1921 – Auschwitz, 31 mei 1944. Bereikte de leeftijd van 23 jaar. Beroep: Kantoorbediende.