Eindhovense Engelandvaarder 
Boy Thomann

Na drie pogingen lukte het Boy Thomann in april 1944, Engeland te bereiken en als boordschutter bij 320 Dutch Squadron RAF mee te helpen aan het beëindigen van de WOII. 


Boy Thomann (geboortenaam Arnold) uit Eindhoven


Boy Thomann was de enige zoon van A. M. H. Thomann (Arnold Marie Henri Thomann) en Thecla Josepha Maria Visser. Zijn vader was algemeen procuratiehouder bij Philips en behoorde tot de top van Philips. Op 51-jarige leeftijd, eind november 1939, overleed plotseling zijn vader. Direct na het uitbreken van de oorlog ging de 16-jarige Thomann in het verzet. Op 18-jarige leeftijd, in 1942,  koos Boy ervoor om aan de Engelse kant te gaan vechten en over land af te reizen naar Engeland. Pas bij de 3e poging lukte het hem dat.

Engelandvaarder




1940 - 1944

Engelandvaarder is in Nederland de erenaam voor alle mannen en vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945), na de capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten op 15 mei 1940 en vóór de geallieerde invasie in Normandië op 6 juni 1944 (D-Day), uit bezet gebied wisten te ontsnappen met de bedoeling zich in Engeland of ander geallieerd gebied bij de geallieerde strijdkrachten aan te sluiten om actief aan de strijd tegen de vijand (Duitsland, Italië, Japan) deel te nemen.
Ruim 1700 Nederlandse mannen en vrouwen zijn, na veel moeilijkheden te hebben overwonnen, in Engeland of ander geallieerd gebied aangekomen. Van hen kwamen 332 bij de landmacht, 118 bij de luchtmacht, 397 bij de marine, 176 bij het KNIL, 164 bij de koopvaardij, 111 werden geheim agent en 129 kwamen bij de overheid in Londen. 
Een groot aantal mannen en vrouwen is echter op weg naar Engeland omgekomen of werd gearresteerd. Enkelen werden gefusilleerd, de meesten werden naar een concentratiekamp afgevoerd Bron https://nl.wikipedia.org/wiki/Engelandvaarder

Namenlijst van Engelandvaarders https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Engelandvaarders

Namenlijst van Engelandvaarders met extra gegevens https://www.geni.com/projects/Engelandvaarders-England-Farers-1940-1945/25496

Eindhoven periode





Eindhoven periode

Zijn vader Arnold Thomann is geboren in 1888, in Nijmegen. Hij doorliep daar het gymnasium. Op 27 jarige leeftijd (1915), stichtte hij de firma Gloeilampenfabriek Nijmegen op. Een succesvolle onderneming en een technisch concurrent voor Philips. Arnold Thomann werd waarschijnlijk daarom weggekocht. De Gloeilampenfabriek Nijmegen, later genaamd Splendor werd in de loop der jaren door Philips eerst tegengewerkt en later feitelijk overgenomen door Philips. 


In mei 1923 is hij bij Philips Gloeilampen gaan werken en in Eindhoven gaan wonen. Hij kreeg direct een belangrijke positie bij Philips. Hij woonde eerst met zijn gezin Vondellaan 7, waar Boy is geboren. Het gezin bestond uit 2 dochters: Riet en July en een zoon Boy.
Boy kreeg tijdens zijn geboorte de namen Arnold Eugène Marie Thomann. Dezelfde voornaam als zijn vader.
Ze verhuisden in 1926 naar Ooievaarslaan 10 (huidige Uiverlaan) Eindhoven. Zijn positie bleef stijgen en kon hij daarom vanaf 1933 de ruime Parklaan 24 gaan bewonen. Een mooie en veilige omgeving om op te groeien. Welke lagere school en voorgezet onderwijs Boy heeft gehad is nog niet duidelijk? Waarschijnlijk wel in het Villapark, hij was een slimme jongen. Die scholen aan de  Reigerlaan (Nutsschool) en Parklaan (Lorentz-lyceum) waren op loop afstand.

Arnold Thomann werd algemeen procuratiehouder. Hiermee was hij zonder eigenaar van Philips te zijn, bevoegd tot handelen uit naam van Philips Gloeilampenfabrieken. 

Helaas overleed hij plotseling in de nacht van 10 - 11 november 1939, het gezin was net verhuisd naar de nog deftiger en grotere woning aan de Elzentlaan 1 in Eindhoven. De dood van zijn vader moet moeilijk zijn geweest voor het gezin. 

Kamp Haaren

'Polizeigefängnis und Untersuchungs Gefängnis

Eerste poging
Direct na het uitbreken van de oorlog ging de 16-jarige Thomann in het verzet. Hij wist wat wilde: "tegen de Duitsers vechten en de bezetters zo gauw mogelijk uit Nederland verdrijven." Bij zijn eerste poging om via Spanje naar Engeland te gaan werd hij echter snel opgepakt.

Hij wordt van 11 mei t/m 17 september 1942 gevangen gezet in het Kamp Haaren door de Duitsers aangeduid als: 'Polizeigefängnis und Untersuchungs Gefängnis'.
Hij kreeg daar het inschrijfnummer 19 en werd onder zijn doopnaam Arnold Eugène Marie Thomann in "Einschreibbuch" geschreven. Daarna werd hij overgeplaatst Huis van Bewaring van 's Hertogenbosch. Daar zat hij zes weken alleen in een cel. Waarschijnlijk had hij bekend dat hij naar Engeland wilde reizen. Hij is weer teruggeplaatst in het gevangen Kamp Haaren. Half september 1942 is hij vrij gekomen, dankzij invloedrijke connecties van zijn moeder o.a bij Philips. Er was een doktersverklaring opgesteld dat hij zogenaamd aan tuberculose leed. Hij was broodmager, met verwilderd haar en enorm lange nagels. Bron: Pagina 64, Kamp Haaren 1941-1944: een oord van bang wachten, door Peter Bak, ISBN 978-90-8704-718-4

Vanaf 28 januari 1943 was Boy Thomann tewerkgesteld bij Glasfabrik Weisswasser in de buurt van Breslau, bij de huidige Poolse grens. Hij is tot dit werk verplicht als straf voor zijn verzet en al vroegtijdig ingezet voor de Duitse arbeidsinzet. Daar hij als arbeider werd behandeld vroeg hij na enige tijd verlof aan voor familiebezoek. In de zomer van 1943, reisde hij naar Nederland en keerde niet terug. Hij duikt onder in Eindhoven. In oktober 1943 vertrok hij weer naar Spanje.

In mei 1943 werd de algemene Arbeitseinsatz in het bezette Nederland afgekondigd, nadat incidenteel al eerder groepen mensen (zoals driehonderd jongemannen van Goeree-Overflakkee) waren opgeroepen voor een arbeidskeuring. In mei 1943 kregen alle jongemannen tussen de achttien tot vijfendertig jaar een oproep om zich te melden voor de Arbeidsinzet. De resultaten voor de nazi’s waren mager. Veel Nederlandse mannen doken onder of probeerden een vrijstelling te regelen via een keuringsarts of politiek invloedrijk persoon.


Tweede poging 

Miramas Gare

Tweede poging
Op 21 oktober 1943 kwam de net 19-jarige Thomann met zijn vriend en reisgenoot Wim Salverda aan in Miramas, waar vlak bij het vliegveld van Marseille een slaapbarak was, waarvan hij in Parijs het adres had opgekregen. Daar konden zij overnachten.

Piet P.H.A. (Piet) Schmidt Crans beschrijft, tijdschrift de Schakel, hoe hij Boy Thomann ontmoet:

"Onlangs kwam ik na 45 jaar weer in contact met de jongeman die ik voor het eerst ontmoette in Zuid-Frankrijk in oktober 1943. Dat gebeurde in het plaatsje Miramas, niet ver van het vliegveld Istres (Marseille). In Miramas stand in 1943 een slaapbarak vlakbij het stationnetje waar de arbeiders die op Istres werkten (Fransen, Algerijnen, Inda Chinezen, e.a. buitenlanders) konden slapen op britsen met strozakken. De barak werd gebruikt door een Nederlands aannemersbedrijf dat op Istres werkte voor de Duitsers. Maar de directie hielp Hollandse jongens, die op weg waren naar de Pyreneeën door hen in te schrijven als "Arbeiter" waardoor het verblijf daar gelegaliseerd leek. Dit adres had ik onderweg in Parijs bij de Nederlandse Ambassade gekregen en was ook bekend bij Boy Thomann en zijn vriend Wim Salverda, die eveneens op eigen houtje naar Zuid-Frankrijk waren gekomen. Dit werd mijn redding. Na het drinken van een glas water kreeg ik colitis en lag doodziek in de slaapbarak waar niemand mij verstond. Ik kreeg alleen een groot augurkenblik op mijn strozak als w.c. Vanaf 14 oktober 1943 lag ik daar steeds zieker te worden. Totdat ik op 21 oktober plotseling Nederlandse krachttermen hoorde. Het waren Boy en zijn vriend die een nachtje kwamen slapen. Boy zag nog kans een dokter uit het dorp mee te krijgen. "Evacuez vers la Hollande" was zijn enige commentaar. "Colitis" [ Bij colitis ulcerosa is een deel van de dikke darm ontstoken. Klachten zijn vooral diarree met bloed en slijm, en buikpijn] zei hij nog na een blik in het blik. Boy nam nu de organisatie over.

"Morgen kom ik je halen en gaan wij terug naar Holland anders ga je kapot hier", zei hij. De volgende dag kwam hij na een bezoek aan Marseille terug met papieren van de Firma Wijnbergen met Duitse stempels en "Krankenurlaub" [Ziekteverlof] er op. Hij heeft mij letterlijk naar huis gedragen. In de trein van Marseille naar Parijs en via Brussel naar Roosendaal en Den Haag hoefde hij alleen maar naar mij te wijzen en "cholera" te zeggen om een lege coupe te hebben. Wim Salverda werd bij de Belgische grens gearresteerd omdat hij geen persoonsbewijs had maar ontsnapte later. Boy leverde mij af bij mijn moeder in Den Haag. Een dokter deed de rest en een paar maanden later kon ik bij een Knokploeg in Rotterdam-Zuid de oorlog uitdienen. Voor mij geen tweede reis naar Frankrijk", stel Piet Schmidt Crans.
Piet Schmidt Crans (28 mei 1923 - 4 april 2005) beschreef in 2002 zijn ervaringen in "Tussen eskadron en squadron - beknopte autobiografie van een oorlogsvrijwilliger". Na het overlijden van Boy plaatste hij een dankbaarheidsadvertentie in de Telegraaf. 

Derde poging

een brief aan de in Parijs verblijvende Victor 'Vic' Swane, de leider van een Nederlandse pilotenhulpgroep

Derde poging
Thomann vertrok de volgende dag voor de derde keer richting Spanje. In de trein vlak bij de Pyreneeën werd zijn groep op 26 november gearresteerd en overgebracht naar een hotel in Biarritz dat dienst deed als gevangenis. Hij werd opgesloten met de gids van de organisatie, de Joseph André Bass, een joodse Poolse/Russische verzetsstrijder van de Groupe d'Action Contre la Déportation à Marseille. Verder waren er nog een Canadese en een Amerikaanse vlieger bij en een Baskische "passeur". Zij besloten onmiddellijk een uitbraakpoging te doen. De Pool gaf hem een adres waar ze elkaar in noodgeval konden ontmoeten. Via het plafond, waarin ze een opening hadden gesneden met een zakmesje, konden ze een voor een op het dak komen. Van hun dekens hadden ze een touw geknoopt waarlangs ze zich naar beneden konden laten zakken. Boy zou eerst gaan. Halverwege brak "het touw" en Boy plofte in de tuin. Om zo weinig mogelijk herrie te maken had hij zijn schoenen achtergelaten en op kousenvoeten klom hij over de muur en rende naar het nabij gelegen kerkhof waar hij zich schuil hield.

Blootsvoets ging Thomann later het stadje Biarritz in en slaagde erin zijn blauwe pak om te ruilen voor arbeiderskleding, sandalen en een alpinopet. Joseph André Bass [overleefd ook de oorlog, krijgt o.a. Verzetsmedaille voor zijn heldendaden in Chambon-sur-Lignon.] had hem een veilig adres gegeven waar hij terechtkon. Van hieruit schreef hij op 2 december 1943 een brief aan de in Parijs verblijvende Victor 'Vic' Swane, de leider van een Nederlandse pilotenhulpgroep, om hem te waarschuwen dat een van de groep bij de ondervragingen in Biarritz was doorgeslagen en namen en adressen had prijsgegeven. "Nooit meer in Hotel Montholon komen", schreef Thomann en gaf de brief mee aan iemand van de organisatie. Begin maart 1944 werd Swane gearresteerd in Hotel Montholon [Hotel de Montelon or Montilon gelegen op Rue Montholon 15, vlakbij de Rue La Fayette Parijs], samen met de zwangere echtgenote [Gilberte Yvonne Letuppe] van latere dubbelspion Christiaan Lindemans (alias King Kong) en 3 anderen. Swane overleed in oktober van dat jaar in concentratiekamp Buchenwald. 

Een Baskische boer was Thomann's gids door de bergen. Hij bereikte Pamplona, maar in San Sebastian werd hij aangehouden en in de gevangenis gezet. Het lukte om contact op te nemen met de Nederlandse consulaat in Madrid. Zij (de Amerikaan en de Canadees waren met de gids, na ontsnapt te zijn, ook weer van de partij) 
kregen toestemming om naar Madrid te reizen, waar Boy weer werd aangekleed en geld kreeg. Rechtstreeks naar Gibraltar mocht niet van het pro Duitse Franco-regiem. Dus eerst naar Portugal, Villa del Real en vandaar met een Engelse boot naar Gibraltar. 

Uiteindelijk slaagde Thomann in april 1944 het Britse Gibraltar te bereiken. Daar kreeg hij een korte militaire training en toen is hij met een troepenschip naar Engeland gegaan. In Engeland werd hij in de Patriotic School ingesloten voor verhoren, enz. enz. Nadat hij was vrijgegeven voor een militaire opleiding van zijn keus, koos hij voor een korte opleiding tot airgunner / boordschutter bij de Marine Luchtvaartdienst. Dit was de snelste manier om nog aan de oorlog mee te kunnen doen. Hij werd ingedeeld bij de 320 Dutch Squadron Royal Air Force.


De North American B-25J Mitchell middelzware bommenwerper met registratienummer KJ596/Z van 320 Dutch Squadron Royal Air Force met de bemanning op vliegbasis Melsbroek.
Van links naar rechts: 
reserve sergeant-vlieger A.H. van Drieland, 
korporaal-boordschutter B. Roll, 
korporaal-boordschutter A.M.E. Thomann en 
(onderzeeboot) waarnemer S.A.K. de Roo.
Bron foto https://nimh-beeldbank.defensie.nl/


Toen de oorlog voorbij was, behaalde Thomann alsnog zijn HBS-diploma. Daarna werkte hij 40 jaar in de tropen, waar hij zijn roepnaam in 'Boyd' veranderde. Naast Engels, Frans en Duits sprak hij ook vloeiend Bahasa Indonesia, Malay en Swahili.
Na zijn pensionering woonde hij met zijn vrouw Dee (Deetje) Thomann-Wisse in Leusden.
Na zijn overlijden (Eindhoven, 2 oktober 1924 - Leusden, 22 juni 1994) plaatste zijn redder Piet Schmidt Crans (Piet S.C.) een advertentie om hem nogmaals te bedanken voor het twee maal redden van zijn leven.
Boy ontving de Kruis van Verdienste en Vliegerkruis 

Mars et Historia

Schmidt Crans, P.H.A. Het verhaal van Boy Thomann, airgunner bij 320 squadron (RAF). Mars et Historia, 26e jaargang nr.3, 1992.

Bron 2: Verhaal in de Schakel, pagina 20 - 22

https://deschakel.museumserver.nl/pdfs/1993-01-SCHAKEL.pdf

A. M. H. THOMANN

In de nacht van 10 op 11 november 1939 is de heer A. M. H. Thomann, algemeen procuratiehouder onzer N.V., te zijnen huize zeer onverwacht overleden in den ouderdom van 51 jaar. De heer Thomann, die 8 januari 1888 te Nijmegen werd geboren, bekleedde, na het gymnasium aldaar doorlopen te hebben, reeds op zeer jeugdigen leeftijd verantwoordelijke posities, achtereenvolgens in het Duitsche en Nederlandsche bedrijfsleven.
Later werd hij directeur van de gloeilampenfabriek „Splendor” te Nijmegen. Op 7 mei 1923 trad de heer Thomann bij onze N.V. in dienst en werd door Dr. Philips belast met de leiding van den verkoop van autogloeilampen, welke toen nog geheel opgebouwd moest worden. Reeds zeer spoedig wist hij op energieke wijze zijn arbeidsterrein te vergroten en werd hem ook de verkoop van speciale lampen en armaturen toevertrouwd. Op 1 juli 1925 werd hem collectieve procuratie en op 2 Januari 1938 algemene procuratie verleend. In de laatste jaren behandelde de heer Thomann, die steeds naar nieuwe mogelijkheden in het belang der N.V. zocht, behalve autolampen, speciaal lampen en armaturen, ook de afdelingen rijwieldynamo's en scheerapparaten. Hij organiseerde den verkoop van zijn artikelen in alle landen van Europa met zijn bekende energie en groot koopmanschap. Tot op den laatsten dag hield de heer Thomann zich met zakelijke aangelegenheden bezig. Enige uren voor zijn dood voerde hij nog, zowel met Dr. Philips als met zijn directe medewerkers, verschillende telefoongesprekken, zodat met recht van hem kan worden gezegd: hij is in het harnas gestorven. De heer Thomann was in het gehele bedrijf een zeer geziene persoonlijkheid en zijn grote populariteit was niet alleen in eigen omgeving, doch ook in het buitenland spreekwoordelijk. Zijn kenmerkende karaktereigenschappen waren wel jovialiteit, rechtvaardigheid en humaniteit, en deze bezorgden hem vele vrienden. De droeve tijding van zijn verscheiden heeft dan ook in brede kring diepe ontroering gebracht. Zijn nagedachtenis zal steeds in ere worden gehouden

Zijn overlijden is groot nieuws voor veel landelijke kranten. Op zijn begrafenis spreekt o.a. ir. P.F.S. Otten, president van N.V. Philips. Anton Philips plaatst een grote advertentie.

Bron: In en Om December 1939/ januari 1940

Overlijden Arnold Marie Henri Thomann

Arnold Marie Henri Thomann

Recht door Zee Borre Winckel

Recht door zee

Over de laatste Engelandvaart en het einde van Nederlands-Indië door Borre Winckel

Nooit eerder werd een Engelandvaart zo gedetailleerd beschreven als in het boek ‘Recht door Zee - Over de laatste Engelandvaart en het einde van NederlandschIndië’ van Borre Winckel. Twaalf jaar van onderzoek in archieven en interviews met tientallen betrokkenen leidden tot een reconstructie van tocht die zijn vader Flip
Winckel, ‘oom’ Hein Fuchter, Henk Baxmeier, John Osten en Edzard Moddemeijer op 23 februari 1944 naar Engeland maakten. Het was de enige in dat jaar geslaagde Engelandvaart rechtstreeks over de Noordzee. Winckel laat de onderlinge spanningen tijdens de voorbereiding en op zee niet onvermeld. Met distantie beschrijft hij hoe de jongens daarop reageerden en hoe zij bij de geallieerde strijdmacht ieder hun eigen weg gingen.
Dit boek is een eerbetoon aan de vele ‘gewone’ Nederlanders die Engelandvaarders met gevaar voor eigen leven hielpen bij hun tocht naar de vrije wereld. Voor wie een van de boeiendste aspecten van de Duitse bezetting van Nederland wil doorgronden is dit boek een must. Het wordt uitgegeven door het museum en is vanaf 2021
verkrijgbaar. Voor informatie: info@museumengelandvaarders.nl. ISBN-13 ‏ : ‎ 979-8655685499, 438 pagina's