Het dorp Tongelre in 1920 bij Eindhoven gekomen hield nog lang het dorpsgevoel. Diverse personen kwamen in het verzet. Vaak zelfstandig zonder binding met de rest van de stad. Men vertrouwde alleen elkaar en wie men al kende.
Verzet in het Villapark wordt apart beschreven.
Frans Kortie: Eindhoven 1940-1944 : bezetting - bevrijding
Oud gemeentevoorlichter Frans Kortie schreef in 2004 een boekje van 20 pagina's over de bezetting en bevrijding van Eindhoven.
Hierin zijn een aantal verhalen over Tongelre opgenomen.
Hieronder volgt een selectie uit het boekje.
F.A.L. (Frans) Kortie is begin 1940 aangenomen als ambtenaar op het gemeentehuis. Na de oorlog krijgt hij de functie op de afdeling Representatie & Voorlichting. Na de oorlog schrijft het 18 september boekje [volledige tekst hier] en zet zich in om ieder jaar de bevrijding op 18 september te herdenken.
Het Verzet niet langer ondergronds. [Tekst Frans Kortie ]
Nu de gehate vijand langzaam maar zeker aan verdwijnen is, komt het illegale verzet voorzichtig boven de grond. Nu iedereen voelt dat de bevrijding in de lucht hangt groeit het aantal verzetsmensen met de dag. Vooral jonge onderduikers worden ongeduldig en willen snel tot actie overgaan. Jos van Vegchel, oud-militair en verzetsman van het eerste uur, maant hen tot voorzichtigheid. Hij belooft hen, dat hij spoedig voor wapens zal zorgen.
Dankbaar is hij nu, dat hij in 1940, toen nog commandant van de Tongelrese Afdeling van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, alle wapens van deze "burgerwacht" uit Duitse handen heeft weten te houden. Die heeft hij toen goed verborgen bij de wasserij van de firma Van Briel & Verster op de Wolvendijk. Omdat hij zich herinnert, dat daar nogal veel wapentuig ligt, neemt hij zijn zoon Piet en diens vriend, Theo van de Ven (aannemer op 't Hofke), mee als wapendragers. Met volle fietstassen en enkele geweren om de schouder arriveren zij bij het woonhuis van Jos in de Melkweg. Met hun bonte wapenhandel jagen zij moeder Van Vegchel de stuipen op het lijf. Ter wille van haar gemoedsrust haast Jos zich het hele wapenarsenaal aan het Tongelres verzet over te dragen.
Onderduikers duiken op
Een van die onstuimige verzetsmannen is Jan van Berlo. Al in 1942 wordt hij gearresteerd en in Duitsland te werk gesteld. Hij weet al na tien dagen te ontsnappen en duikt onder bij Frans Brans, ook uit Tongelre, die dan inmiddels in Boerdonk woont. Hij kan Tongelre niet vergeten en fietst nu en dan naar zijn ouderlijk huis aan de Wolvendijk 79. Maar de Duitsers weten hem te vinden. Zij omsingelen zijn huis. "Als een hazewind", aldus Jan, "ren ik blootsvoets het huis uit. Omdat zij op me schieten, hol ik naar de Dommel, duik daarin en verstop me in de bosjes aan de Nuenense kant.
Jan weet te ontsnappen en sluit zich met enkele vrienden aan bij een verzetsgroep, die eigenlijk de geen naam heeft: "Op 17 september 1944 maken wij bij de "Grüne Polizei" in de Parklaan een auto met wapens buit. Met die auto gaan wij in Tongelre een triomftocht maken. " Wij, dat zijn: Wim van Eijk, Christ Hendriks, Harrie van der Heijden, Fons Jacobs, Jan van der Sanden en ik meen twee ondergedoken politieagenten.... "Onze "werkkleding" - blauwe overall met een "ORANJE" armband plus helm - maakt blijkbaar grote indruk, zelfs op de Duitsers.
De volgende dag, 18 september, nemen wij op de Koudenhovenseweg een groot aantal Duitse soldaten gevangen. Ook zij voelen zich bevrijd, want zij geven zich zonder slag of stoot aan ons over. Wij bergen hen moeiteloos op in de meisjesschool bij het klooster aan de Tongelresestraat. Zij zijn erg blij met dit onderdak. Hun "Danke schön" klinkt oprecht en geldt niet alleen voor ons, maar ook voor de zusters, die hen goed verzorgen".
Jan van Berlo gaat na de bevrijding vrijwillig in dienst bij de stoottroepen. Na een opleiding in Engeland werd hij uitgezonden als oorlogsvrijwilliger naar Indië. Bij zijn thuiskomst in 1948 werd hij feestelijk verwelkomd door de Wolvendijkbewoners. In het najaar 1948 ging hij bij de Bataafse Petroleum Mij. (nu Shell) op Borneo werken. In 1952 keerde hij terug naar Nederland. In 1955 trouwde hij met Lies Kosterman en verhuisde naar Acht, zij kregen twee zonen. Ook daarna was hij regelmatig op de Wolvendijk, zijn ouders hebben daar nog tot op hoge leeftijd gewoond. Dinsdag 14 juli 2009 overleed Jan op 86 jarige leeftijd. [Bron http://www.rondhethofke.nl/2009-09.pdf ]
Nog meer wapens verstopt
Diezelfde goeie en eerwaarde zusters wacht nog diezelfde 1944 september-avond een angstig avontuur. Vanuit hun slaapkamerraam zien zij op het kerkhof een merkwaardig schouwspel. Zijn het dansende heksen of spoken? Bekomen van hun eerste schrik zien zij dat het mannen zijn, die de zerken van enkele graven halen. Onrust en paniek. Moeder overste wordt gealarmeerd. Zij heeft de goede gedachte om snel de verzetsmannen in de meisjesschool te hulp te roepen. Die hollen gewapend en schietlustig naar de grafschenners. Tot hun verbazing, maar ook tot hun geruststelling treffen zij daar vier bekende Tongelrese mannen aan, die druk bezig zijn wapens uit de open graven te halen! Op algemeen verzoek gaat Jan Rooyackers, de oudste van de grafdelvers, de onrust in het klooster weg praten. "Tja", zegt Jan, "gullie zult me nie gleuve, mar het waar de gedachte van pastoor Van Amstel [Sint-Martinusparochie te Eindhoven-Tongelre en Sint-Martinuskerk ] om onze gewirre doar veilig te begraven." Zo kreeg die spannende dag een "happy end", het verzet in Tongelre meer wapens en die vindingrijke pastoor een extra kaarsje. Van zijn eigen eerwaarde zusters.
Piet van Soerland
In 1936 kwam hij op proef naar politie als ‘dienaar van de politie’ met een proeftijd van 1 jaar. Tijdens oorlog diende hij bij de economische afdeling onderleiding van Commissaris van politie (CvP) Pijls.
Zijn vader was ook bij de politie, alleen die overleed onverwachts op 45 jarige leeftijd.
bron foto: https://www.gemeentepolitieeindhoven.nl/de-reservepolitie
Zie ook https://www.eindhoven4044.nl/8/politie-eindhoven-oorlogsjaren.html
Ook andere kleinere groepen doen veel verzetswerk. Zij bestaan dikwijls uit vrienden, die elkaar goed kennen en vertrouwen. Uit hun midden komen ook veel meisjes, die als koeriersters belangrijke berichten overbrengen, illegale blaadjes verspreiden en zelfs wapens durven te vervoeren. Ook moeten in dit verband de vele boerenfamilies genoemd worden, die onderduikers en stadgenoten aan onderdak en voedsel helpen.
Piet van Soerland, zoon van een bekende Tongelrese [politie]familie, was een dappere verzetsman. Als [brigadier] bij de politie kende hij vele geheimen van de Duitse politie, ook hun arrestatie-plannen. Hij riskeerde zijn baan en zijn leven door de betrokken personen te waarschuwen, zodat zij zich tijdig in veiligheid konden stellen. Vele mensen in en buiten Tongelre hebben hun leven aan hem te danken.
Belast met de "Vuurwapenwet" op het politbureau heeft hij veel wapens uit Duitse handen weten te houden. Bij de bevrijding droeg hij die over aan het verzet, dat daar grote behoefte aan had.
Extra informatie op: https://www.gemeentepolitieeindhoven.nl/na-de-oorlog-algemeen?start=1 en https://www.gemeentepolitieeindhoven.nl/de-reservepolitie
Eindhovense politie in de oorlogsjaren: https://www.eindhoven4044.nl/8/politie-eindhoven-oorlogsjaren.html
Lees ook het verhaal van de Eindhovense inspecteur Feike Kooy, die op een essentiële positie zit in de politieorganisatie en vele personen heeft kunnen waarschuwen.
Geheime zender op de Wolvendijk
Het Verzet kent ook vele stille werkers. Zij zonderen zich af van de wereld om hen heen en leven als vreemdelingen in hun eigen huis. Gijs Visscher op de Wolvendijk in Tongelre is zo'n man. Hij heeft een radiozender, die hij veel gebruikt voor illegaal werk. Die geheime zender heeft hij ingenieus weten te verbergen achter de trap. Maar zijn geheim wordt verraden. "Kriminalpolizei en SD-ers W. Weber, is zo verheugd met de ontdekking van deze Tongelrese verzetsman, dat hij hem persoonlijk komt arresteren. Op 12 augustus 1943 werd hij naar het gijzelaarskamp in Haaren gebracht. Daar maakt hij kennis met vele prominente en gewone Nederlanders, onder wie Frits Philips. De zware tuchthuisstraf, waartoe hij veroordeeld is, moet hij in Duitsland ondergaan. In maart 1943 begon zijn zware lijdensweg, vol bedreiging, honger en mishandeling. Uiteindelijk wordt hij als "Hilfsarbeiter" [ongeschoold arbeider} ergens in Oost-Duitsland te werk gesteld.
Bij de nadering van de Russen - hun stoottroepen worden door de Duitsers gevreesd om hun moorddadig geweld en verkrachtingen - vlucht hij begin januari 1945 met vele duizenden wanhopige mensen naar de Oostzee. Daar vindt hij met veel moeite een klein plaatsje aan dek van een voormalig Duits passagiersschip. Dat troepentransportschip, Wilhelm Gustloff, berekend voor duizend passagiers, is nu overladen met vele duizenden radeloze vluchtelingen, onder wie deserteurs, oorlogsgewonden, oude mensen en veel moeders met kinderen [maar ook duizend soldaten en zeelieden]. Midden op de Oostzee wordt het getorpedeerd door een Russische onderzeeboot. Het wordt de grootste scheepsramp in de wereldgeschiedenis. Veel groter dan die met de "Titanic". Meer dan vijfduizend opvarenden vechten in het ijskoude water om hun leven. Slechts een duizendtal weet de sloepen te bereiken, onder wie Gijs Visscher. Hij komt veilig aan land en vertoeft enkele weken bij gastvrije Duitse gezinnen. Op 16 maart 1945 wordt hij door de Russen bevrijd. Vanuit Leipzig kan hij aan zijn thuisreis beginnen, een zwerftocht door het in puin geschoten Duitsland, te voet, per fiets en in goederentreinen of geallieerde voertuigen. Bij zijn terugkeer, op 6 juli 1945, krijgt hij een grandioze ontvangst. De Tongelrese harmonie L' entrée Joyeuse doet haar Franse naam eer aan. Zij bezorgt deze verdienstelijke verzetsman een hartverwarmende "vrolijke binnenkomst".
De drie gezusters Verhuizen, onder deze naam namen zij in Tongelre een aparte plaats in. [ Fa. Ha. en Ja. Verhuizen hadden een winkel/ woonpand uit 1932 op de hoek Tongelresestraat /Hofstraat. Ze verkochten o.a. koloniale waren, wijnen en gedistilleerd.] Zij behoorden ongetwijfeld tot de "gegoede middenstand", maar gelukkig, ook voor het verzet in Tongelre, leefden zij niet boven hun stand en bleven altijd betrokken bij het wel en wee van haar dorpsgenoten. De gezusters en in het bijzonder "Tante Jeanne" boden heimelijk hulp, levensmiddelen en voedselbonnen aan gezinnen-in-nood. Zo maakten zij het moeilijke leven van onderduikers en van andere oorlogsslachtoffers meer dragelijk. Woonadres in 1945: A. Verhuizen Tongelresestraat 449 Eindhoven en na de oorlog erkend GOIWN lid.
Mevrouw Van Lierop-Evers, de vrouw van de "vetkoning" aan de Tongelresestraat 443, had de moed de levensbedreigende straffen voor Joden hulp te trotseren. Zij nam een Joodse jongen uit Amsterdam op in haar gezin. "Fritske van Lierop" wordt het speelkameraadje van haar eigen kinderen en die van de buurt. Haar omgeving beleeft met haar dit angstig avontuur, in bezorgdheid en... stilzwijgen. Opluchting en grote vreugde op 18 september 1944 - Eindhovens bevrijdingsdag - toen hij zijn vrijheid en eigen naam terug kreeg: Salomon Natkiel.
Salomon Natkiel schrijft op holocaustnamenmonument.nl in 2014.
"Mijn naam is Salomon Natkiel. Mijn ouders Joseph Natkiel en Marianne Velleman zijn in Sobibor omgekomen en ook mijn opa en oma Betje Goudsmit en Salomon Natkiel en David Velleman en Rachel Wijnschenk. Mijn familie had een zakenrelatie met Janus Evers [waarschijnlijk deze familie Evers Gus/Guust, actief in verzet] uit Eindhoven. Deze had een fietsenzaak. De afspraak was dat als ze weggevoerd zouden worden in de Spinozastraat ze een telegram zouden sturen om mij op te komen halen. Zo is dat ook gebeurd. In het telegram stond: ‘slag gevallen, kom sito’ en zo ben ik als driejarigkind in Eindhoven goed terecht gekomen. Zelf heb ik nu twee kinderen en vijf kleinkinderen en blijft de naam Natkiel bestaan. Ik woon in Belgie en vind dat het Holocaust Namenmonument een stille getuige is."
Salomon Natkiel
Pastoor Schoenmakers van de St. Joseph-parochie
De seinpost in Eindhoven voorjaar 1944, zie Philips verzetsverhaal op: https://www.eindhoven4044.nl/50/Tromp.html
Op streng aandringen van Theo Tromp vestigde Brandjes zich met tegenzin in Eindhoven en hij richtte daar een seinpost in. Tijdens zijn radiocontacten met het BI maakte Co Brandjes gebruik van de codenamen Leendert, Hamerteen en Jacques de Bruin. Tijdens zijn contacten in "het veld" gebruikte hij de schuilnaam J.F. de Zwart.
Kort na zijn aankomst in Eindhoven moest Tromp op 12 juli 1944 onderduiken. Tromp gaf de leiding van de Groep "Harry" over aan O.L. van Steenis. Brandjes verplaatste met de hulp van Steenis zijn seinpost in Eindhoven naar de klokkentoren van de Sint-Martinuskerk van Tongelre. De radio-zend-ontvanger werd in het orgel verborgen. Vanuit de unieke zendlocatie was het radiocontact met het Bureau Inlichtingen (BI) in Londen van een uitstekende kwaliteit.
De opbouw van Tongelre moet nog beginnen.
Hoewel in Tongelre wel een aantal actieve illegale werkers waren
Tongelre heeft zo'n 30 man [?] verzameld die namens de P.A.N. en onder commando Henk van der Heijden [Lakerstraat 1], gaan optreden.
Het kaalknippen van moffen-vrouwen was door P.A.N. leden verboden. Dit schijnt in Tongelre toch gebeurd te zijn, volgens bewaarde verslagen hieronder.
Verslag: https://www.eindhoven4044.nl/4/Eindrapport6-6-45.pdf
10 september 1944 situatie Tongelre, 20 man, 2 pistolen. Henk had dit pas enige dagen tevoren op mijn advies, opgericht.
De gehele P.A.N. in Eindhoven bestond begin september 1944 uit ca. 375 man. Die hadden (slechts) de beschikking over 35 karabijnen, 24 pistolen en 3 mitrailleurs. Afgezien van de handgranaten was ongeveer een op de zes partizanen bewapend.
Groep III. Rayon Tongelre.
18-9-1944. Geconcentreerd Lakerstraat No. 1. [woonadres familie van der Heijden]
te ca. 13.15 uur uitgerukt naar Tongelresestraat;
verkeer geregeld en orde gehandhaafd.
Verder allereerst de bekendste N.S.B. ers gearresteerd en overgebracht naar
hoofdbureau van politie.
ca. 10 Duitse militairen krijgsgevangen gemaakt,
Wapens en munitie buitgemaakt.
Gedurende de nacht de school aan de Tongelresestraat bezet en bewaakt.
19-9-1944. Leden N.S.B. gearresteerd. Moffenmeiden opgehaald en kaal geknipt.
Verkeer geregeld en orde gehandhaafd.
Tijdens bombardement de school bezet gehouden daarna direct zo vlug
mogelijk verzameld om alle mogelijke hulp te verrichten.
20-9-44. Hulpdiensten verricht, o.a. in Villapark en Tongeresestraat.
Gewonden opgehaald en vervoerd. Op patrouille geweest naar omgeving
Nuenen, alwaar met Duitsers in contact gekomen. Duitsers waren echter te
sterk waardoor moest worden geretireerd. Bijzonderheden met
plaatsaanduiding over deze patrouille doorgegeven aan Engelse Officier.
Nog enige N.S.K.K (Nationalsozialistisches Kraftfahrkorps), H.K.P. en N.S.B.
(Nationaal Socialistische Beweging) leden gearresteerd.
21-9-44. Verblijf in orde gebracht, wapens en munitie verzameld en gesorteerd.
Archief van de landwacht uit pand: Parklaan 54 gehaald en opgeborgen.
Gepatrouilleerd in het Villapark e.o. en hulpdiensten verricht.
Rapport Groep I. Rayon Tongelre.
Maandag 18-09-1944 , voormiddag. Alle leden van de groep opdracht gegeven zich gereed te houden.
13.00 uur. Leden van groep opgeroepen om te verzamelen op de commandopost. 14.00 uur. In uniform en gewapend uitgerukt onder commando van
Rayonscommandant.
Na melding van de Rayonscommandant bij de commandant van de
Amerikaanse Air Born patrouille op de brug van de Tongelresestraat op
verzoek van deze, het publiek van de Tongelresestraat verspreid en straat
vrij gehouden. Daarop terstond begin gemaakt met arrestatie van N.S.B.-
ers ed. Deze arrestanten evenals door andere Troepen binnengebrachte
krijgsgevangenen in de school aan de Tongelresestraat onder bewaking
gesteld en later afgegeven aan politie, die geregeld met auto in het rayon
kwam. Later op de middag rangeerterrein afgezocht. Munitie en wapens
gevonden en deze, voor zover bruikbaar, meegenomen.
Tot dinsdagmorgen 8.30 uur rangeerterrein bewaakt vanaf Station tot overweg IJzeren Man. Alle belangrijke objecten bleken aanwezig te zijn:
Een wagen met Duitse uitrustingsstukken, springstof en onderdelen van wapens, tenminste twee wagons met Philips materiaal en grondstoffen, tenminste een wagon met benzine-elektrisch aggregaat, tenminste een wagon met levensmiddelen.
De bewaking werd uitgevoerd met twee dubbele loopposten.
Dinsdag 19-09-1944 8.30 uur overgedragen aan Groep II.
Dinsdag, 9.00 uur. gedeelte van groep op patrouille omdat Groep 1 richting Eeneind gesignaleerd was. Bij aankomst had juist een Amerikaanse patrouille met de Duitse afgerekend. P.v.G.C. meegegaan met niet-P.A.N. groep wegens, sedert maandag gesignaleerd Duits mitrailleursnest in boerderij richting Geldrop. Dit bleek een vals bericht. Burgers uit Geldrop meldden dat de Duitsers daar versterkingen ontvangen hebben. Op terugweg dit gemeld aan Amerikaanse patrouilles. Voorts doorgegaan met arrestatie van N.S.B-ers. Vanaf 11 uur moffenmeiden opgehaald en geknipt. Direct na het bombardement met gedeelte van groep geholpen aan reddingspogingen van de in de kelder van het huis van familie Ketels, Leeuweriklaan 7, die daar waren ingesloten. Toen dit werk geheel hopeloos geworden was en omliggende villa’s geen gevaar meer liepen, naar stad gegaan, omdat in eigen rayon geen directe dringende hulp nodig was. In de stad op enige plaatsen hulp aangeboden, echter was niets belangrijks te verrichten. Bij terugkomst in Tongelresestraat bleek aldaar brand ontstaan.
Nabuur huizen ontruimd en gezorgd dat brand beperkt bleef. Om 1.30 uur ingerukt en rust tot woensdagmorgen 8 uur.
Woensdag 20-09-1944. Gedeelte van groep wacht voormalige hoofdkwartier Stratumseind.
Ander gedeelte van groep helpen verhuizen Tuinstraat. Om 9 uur 's avonds ingerukt en rust tot donderdagmorgen 8 uur.
Donderdag 21-09-1944. Van 8 tot 20 uur. Hulp aan getroffenen.
Donderdag. 20 uur-Vrijdag 19 uur: Wacht gedurende de duisternis en patrouille.
Rust tot zaterdagmorgen 8 uur.
Zaterdag 24-09-1944: Wachten op orders.