Louis Backus, geboren op 17-3-1921 te Eijsden.
Louis (L.M.) Backus is 18 jaar als het Duitse leger Nederland binnen valt, hij is geboren op 17-3-1921 te Eijsden.
Hij was op jonge leeftijd bij Philips gaan werken, maar wilde eigenlijk liever piloot worden. Hij verlaat Philips voor een vliegopleiding in Rotterdam. Na de Duitse inval wordt de vliegschool door de Duitsers gesloten. Op 16 juni 1940 keert hij terug in loondienst bij de NV Philips.
Teruggekeerd bij Philips vat Backus het plan op om naar Engeland te gaan. Hij weet alleen niet hoe en bespreekt een en ander met zijn collega's Jacob Mudde en Sep Altenburg. Het idee, bij de drie heren, ontstaat om een tekening te maken van het militair vliegveld Welschap. De Duitsers veranderen het vliegveld in een razend tempo van een graslandingsbaan naar betonbanen, extra bunkers, extra gebouwen enz. Ook de naam is veranderd in: Fliegerhorst Eindhoven.
In de periode dat de tekening wordt vervaardigd, zit Backus niet stil: hij moet een methode zien te vinden om in Engeland te komen. Hij bespreekt zijn plannen met J. J. Dalmeijer, korporaal bij de Koninklijke Marine. Dalmeijer zegt: dat hij bij een anti-Duitse beweging is en hij kan de oversteek naar Engeland bewerkstelligen.
Hij spreekt het gebeuren ook met zijn kapitein P.N. Maréchal.
Backus heeft verder geen contact meer met Dalmeijer, maar hij treft in die periode wel een andere oude kennis, Van Eyck. Die doet zich voor als een goede Nederlander, is vol belangstelling voor de tekening en belooft aanvullende informatie omtrent het vliegveld te verstrekken en dat doet hij ook, hij weet met name te vertellen hoeveel vliegtuigen er in de hangars staan.
Wat Backus niet weet is dat Piet van Eyck wordt aangestuurd door W. Th. M. Geelen, een vooroorlogse Nederlandse nazi en goede contacten bij Philipspolitie, Eindhovense politie en V-man van de Sicherheitspolizei en van de Abwehr. Deze Geelen had van Eyck een baan bezorgd bij Welschap. Waarschijnlijk is van Eyck degene die Geelen over de "spionage activiteiten" van Backus heeft vertelt. Tevens heeft Eyck een relatie met Julia Iding.
Piet van Eyck en Backus ontmoeten elkaar regelmatig in cafetaria Verheugen aan de Demer 32, te Eindhoven, zo ook op zaterdagmiddag 21 december 1940. Net als de heren binnen zijn komt er een zogenaamde bekende van Piet van Eyck: Julia Iding binnen. Zij draagt op haar kleding een speldje dat wordt uitgereikt aan hen die een brevet zweefvliegen hebben. Van Eyck nodigt haar uit bij hen aan het tafeltje plaats te nemen en al snel geven alle drie blijk van anti-Duitse sentimenten. Van Eyck verlaat de zaak en Backus en Julia Iding blijven achter. Julia laat weten dat zij bij een "anti-Duitse organisatie" aangesloten te zijn en dat haar "verzonnen" chef wel kan helpen bij het verwezenlijken van de plannen naar Engeland te vertrekken, maar haar chef wil dan wel eerst de tekening van Welschap zien.
Wat Backus wederom niet weet is dat ook Julia Iding uit Meerveldhoven door W.T.M Geelen is ingeschakeld. Zij is chantabel omdat zij een Joodse grootvader heeft en zo heeft de verraderlijke van Geelen haar in zijn macht. Zij zal nog meer mensen in de val laten lopen, op Dolle Dinsdag vlucht zij naar Duitsland. Bij haar terugkeer in Nederland op 5 juli 1945 is ze gearresteerd bij grensovergang Beek, bij Nijmegen.
Backus belooft dan de tekening op 24 december mee naar het werk te zullen nemen, of Julia Iding maar om 11 uur bij de Philipsportier naar hem wil vragen. Zij belooft de tekening dan om 15.00 uur in cafetaria Verheugen terug te geven. Backus zou dan ook verdere berichten omtrent een vertrek naar Engeland vernemen. Direct brengt Julia de tekening naar het woonhuis van Geelen, die ermede naar het kantoor van Philips bewakingsdienst waar Willem Dijs op dat moment nog hoofd is van de Philipspolitie.
Dijs probeert de SD in Den Bosch te bereiken, maar krijgt geen telefonisch contact. Op aandragen van Geelen wordt het vliegveld Welschap gebeld en de Duitse luitenant Rust verschijnt na korte tijd op het kantoor van Dijs, bevestigt dat dit inderdaad een tekening van het vliegveld is, ook al is deze niet helemaal juist, en verklaart dat de persoon van wie die tekening afkomstig is, gearresteerd moet worden, om erger te voorkomen. Omdat de SD niet meer op tijd uit Den Bosch zal arriveren – het is immers de dag voor Kerst - dient de arrestatie vanuit Eindhovense politie en Philips bewakingsdienst in gang gezet te worden.
Na de oorlog wordt W. Dijs verweten: In plaats van een dergelijk personeelslid in bescherming te nemen en wellicht zelfs tevoren te waarschuwen, werd Backus en ook Mudde en Altenburg verraden en uitgeleverd aan de vijand.
14.45 uur: Willem Dijs stationeert politierechercheur Terburg en Den Hartog van de Philipspolitie, bij het cafetaria Verheugen om twee arrestaties te verrichten: Louis Backus, en Julia Iding.
Om 15.00 uur 24 december, met Backus aan een tafeltje gezeten, gaat het gesprek over de overtocht naar Engeland en de wens van de chef om Backus te ontmoeten. Vervolgens neemt Julia de tekening uit haar tas en spreid die uit op de tafel, om te laten zien dat de tekening op een kleinigheid na in orde is. “Neem die tekening van tafel”, zegt Backus. Op dat moment staat een onbekende in burger op, (rechercheur Terburg) en loopt naar het tafeltje en vraagt aan ding om de tekening te laten zien. Dan pakt Terburg de tekening onder de handen van Backus uit van de tafel en steekt die in zijn zak. Vervolgens geeft hij te kennen dat beiden zijn gearresteerd en beveelt hij: Backus en Iding rustig met hem mee te gaan. Backus wordt overgebracht naar de marechausseekazerne en overgedragen te worden aan de Duitsers.
Julia Iding is twee straten verder weer vrijgelaten door Den Hartog, omdat zij een medewerkster is van Geelen. Zij brengt die middag nog verslag uit aan Geelen. Ook Piet van Eyck blijft buiten schot als intrigant in dit dubbel verraad spel.
Ook Korporaal J.J. Dalmeijer (Dalmeijer, Johannes Jacobus, 12-9-1908) wordt opgepakt en opgesloten in Oranjehotel. Hij zit gevangen in cel 362 onder de naam Dalmeyer.
Op 10-5-1943 wordt hij krijgsgevangen genomen. De laatste gegevens van hem is zijn aankomst in Stalag V A Ludwigsburg waar hij op 9-6-1943 aankomt. Daar zijn zo'n 1000 marine onderofficieren die daar worden ingezet voor Arbeitskommandos in het nabijgelegen Stuttgart. Of hij deze de oorlog heeft overleefd is onzeker. In een in krantenbericht hieronder staat dat hij in een Duits kamp is omgekomen. Volgens zijn stamboom
is hij overleden in 1971. Ook kapitein P.N. Maréchal wordt vastgezet, ondanks dat hij er weinig mee te maken heeft, hij overleeft gevangenschap.
Backus wordt overgebracht naar de marechaussee kazerne aan de Tuinstraat en hem worden al zijn papieren, inclusief zijn adresboekjes, afgepakt. Op kerstochtend wordt Backus in Den Bosch verhoord en hem wordt een lijst met namen getoond. Op deze lijst staan de namen van oud-collega’s van Backus uit de tijd dat hij op de vliegschool zat. Deze lijst bewaarde Backus thuis in Deurne. Het werd hem toen duidelijk dat er in Deurne huiszoeking was gedaan.
Een dag later, op 25 december 1940 wordt Sep Altenburg thuis gearresteerd en in voorlopige hechtenis gezet, op verdenking van hulp aan de vijand d.w.z. hulp aan Engeland, volgens Duitse bezetter. De Duitsers hadden zijn naam van Louis L.M. Backus verkregen.
Twee dagen later wordt Jacob Mudde op zijn werk gearresteerd.
Bachus wordt vervolgens op 2 februari 1941 naar de strafgevangenis in Scheveningen overgebracht. Op 28 april 1941 wordt hij met de anderen in een arrestantenwagen naar Amsterdam overgebracht om terecht te staan. Pas op dat moment realiseren de mannen zich dat ze allen in verband met dezelfde tenlastelegging zijn opgepakt.
Tegen de mannen wordt de doodstraf geëist en zij worden in afwachting van het vonnis in de dodencel geplaatst. Omdat de plannen in alle openheid werden besproken, wordt er niet voldaan aan de delictsomschrijving van spionage. De jeugdige leeftijd, beide 18 jaar, van Backus en Altenburg maakt dat levenslange opsluiting in een tuchthuis passend wordt geacht.
Na bekrachtiging van het vonnis in augustus 1941 zit Backus, met zijn Philips collega’s in Zelle 84 U (Deutsches Untersuchungs- und Strafgefangnis) aan de Pompstationsweg 14.
Jacob Mudde en Sep Altenburg en Backus worden op 23 september 1941 naar tuchthuis Rheinbach overgebracht en op 31 oktober 1941 in tuchthuis Siegburg opgesloten.
Op 4 september 1944 wordt Backus naar het concentratiekamp Rodggan-Dieburg getransporteerd en eind oktober 1944 wordt hij ingesloten in het tuchthuis Cosweg (aan de Elbe). De Geallieerden bevrijden het tuchthuis op 28 april 1945. Backus kan weer naar huis. Omdat zijn lichamelijke toestand belabberd is krijgt Backus 4 maanden ziekteverlof van Philips om op 1 oktober 1945 weer gewoon aan het werk te gaan. Later gaat hij in Heemstede wonen en zo ook omschreven in PDF Gedenkboek Oranjehotel.
Kapitein Petrus Nicolaas Maréchal 5-8-1893 - 17-3-1952
foto: 1942 - KGF nummer 31331
Bij terugkomst in Scheveningen is Maréchal, aug. 1942 in vrijheid gesteld. Maréchal woonde met zijn echtgenote in Venlo.
Als officier moest hij zich regelmatig melden in Roermond, echter op 15 mei 1942 werden alle Nederlandse officieren onverwachts gevangen gezet en is hij via diverse kampen in Stanislau (Polen) terechtgekomen. Stanislau was een gevangenenkamp voor zo'n 2500 Nederlandse officieren en uiteindelijk zijn ze op 28 april 1945 in kamp Neubrandenburg door de Russen bevrijd. Volgens gegevens van krijgsgevangen.nl is Maréchal op 31-5-1945 weer in Nederland terug gekomen. In het boek "levenslang" stelt men op blz. 40 dat: "hij heeft het helaas niet overleefd."
Echter hij is overleden op 17 maart 1952 als gepensioneerde Luitenant-Kolonel, hij is 58 jaar geworden.
Adv. Dagblad voor Noord-Limburg, 18-03-1952
foto: 1942 krijgsgevangen.nl
Provinciale Noord-Brabantsche courant Het huisgezin 20-10-1948
NA EIS DOODSTRAF, ZAAK VERWEZEN NAAR RECHTERCOMMISSARIS
Als een verkeerde ideologie wordt aangehangen en men ter verwezenlijking daarvan de daarvoor noodzakelijke handelingen niet meer afweegt komt men ten enenmale met 't recht in botsing en wel zodanig dat men tegenover het laatste het loodje legt. Het Bijzondere Hof te 's Hertogenbosch kreeg dinsdag j.l. zo'n geval te behandelen. De verdachte Wilhelmus Geelen uit Eindhoven droeg het Duitse, nationaal-socialisme reeds vanaf zijn prilste jeugd een warm hart toe. Zijn idealisme was de slechte bron, waaruit reeds voor de oorlog, maar vooral onder de bezetting het gift welde, dat rancuneuze personen zeer goed smaakte en dat goede vaderlanders in het ongeluk deed storten en zelfs in twee gevallen ter dood bracht. Reeds in mei 1940 was hij een van de een en twintig lieden, die in ons land als staatsgevaarlijk werden geïnterneerd. Of Geelen „intellectueel" genoemd kan worden, na al de misdaden, die hij pleegde, is nog een vraag. Dat hij niet als ongeschoold kan worden gekwalificeerd staat echter wel vast. Hij volgde namelijk met succes het gymnasiale onderwijs, en heeft zelfs voor kandidaats klassieke letteren gestaan.
„Vertrouwensman" Als V-man (vertrouwensman) voor de S.D. en Abwehrstelle te Eindhoven trachtte hij verscheidene personen over te halen tot het verrichten van voor de Duitsers belangrijke diensten. Enigen werden door zijn toedoen dan ook tot V-man „verheven". December 1944 [ was 1940] werd door zijn toedoen een zekere Backer [juiste naam is Backus] uit Breda gearresteerd, die in het bezit was van een tekening van een vliegveld met het doel deze naar Engeland door te zenden. Ook de tekening wist hij via een door hem overgehaalde medewerkster in handen te krijgen. In dit verband werd nog een persoon, genaamd Dalmeyer [juiste naam is Dalmeijer] gearresteerd, die later in een Duits concentratiekamp is overleden. [Volgens stamboom gegevens in 1971 overleden]
Vier Eindhovenaren, die naar Engeland wilden uitwijken, wist hij na op een gemene manier hun vertrouwen gewonnen te hebben in handen van de S.D. te spelen. Een van hen, 'n jood, [ ? ] is later in Dachau overleden.
Het kwam hem ter ore, dat z.g. Jehovah's getuigen in Eindhoven verboden bijeenkomsten organiseerden. Hij deed alsof hij voor de daar te houden bijbellezingen veel interesse had en wist ook bij hen weer het vertrouwen te winnen. Op zekere dag besloot men een bijeenkomst te houden. Toen de dag daar was, werden zij in zijn huis gearresteerd en naar concentratiekampen overgebracht. [ het betreft hier: Th. Lendering (woonplaats Eindhoven) Metaalbewerker, geboren 4-5-1903 Gevangen voor: Jehova's getuigen, Gevangen 24-12-1942 - 16-3-1943 in Vught. Overleeft de oorlog}
Juli 1941 trad hij in contact met twee, illegale werkers namelijk de "gebroeders Jonkers. Ook hier speelde hij weer 't s cel van vertrouwen, waardoor ten slotte ook deze ongelukkigen in handen van de S.D. belanden en in een concentratiekamp terechtkwamen. In opdracht van de Abwehrstelle werd door hem een onderzoek ingesteld, naar een geschikte plaats aan elf Maas voor een geheime telefoonkabel, welke zijn nut zou hebben om later vanuit door de geallieerden bezet gebied voor de Duitsers belangrijke berichten te kunnen doorgeven. Met een daarvoor gemaakte tekening zou hij getracht hebben bij de, kering van het getij bij de geallieerden in een goed blaadje te komen. (...)
(...) Het requisitoir
De advocaat-fiscaal mr. Albers Pistorius zeide in zijn requisitoir dat Geelen reeds voor 10 mei 1940 met de Gestapo in contact stond. Reeds in 1933 werd hij het bewakingsgebied Limburg uitgewezen en dan te bedenken, dat men toen toch zeer voorzichtig misschien, wel te voorzichtig was voor men daartoe overging. Met het doel als V-man zoveel mogelijk effectief te zijn bleef hij de duistere sinistere figuur op de achtergrond bij al 't afschuwelijke werk dat hij verrichtte. Geestelijk zwakke figuren misbruikte hij voor zijn handlangers diensten. Dit bleek uit de psychiatrische rapporten, die over deze personen binnen kwamen. Een van de door hem overgehaalde medewerksters werd zelfs later krankzinnig. Geelen is, zo zeide de advocaat-fiscaal, een geestelijke- machtswellusteling. ledere gelegenheid tot provocatie en verraad werd door hem aangegrepen. Hij was zo onmisbaar voor de Duitsers, dat hem zelfs een leidende functie werd aangeboden bij de Abwehrstelle Willemshaven. Bij was een gevaar voor ons land en zal dat blijven. Juist daarom komt hem allerzwaarste straf toe. De advocaat-fiscaal eiste dan ook de doodstraf. De verdediging Na een uitvoerig en bekwaam pleidooi, waarin mr. Cammelbeeck uit Eindhoven, clementie en een onderzoek naar de psychiatrische gesteldheid van verdachte vroeg, daar deze aan een zenuwziekte lijdt trok het Bijzondere Hof zich in raadkamer terug. Bij de heropening van de zitting deelde de president mr. Poerink mede dat de zaak zal worden teruggewezen naar de rechter-commissaris voor een onderzoek naar de geestelijke gesteldheid van Geelen.
Cassatie Raad eist levenslang
(Van onze correspondent, De Volkskrant 21-01-1950)
DEN HAAG, 18 Jan. — De procureur fiscaal bij de Bijzondere Raad van Cassatie heeft vanmiddag een levenslange gevangenisstraf geëist tegen de Eindhovense fotograaf W. Th. M. Geelen, die tijdens de bezetting als V-man voor de S.D. werkte en door het Bossche Bijzonder Hof tot 20 jaar werd veroordeeld. De procureur-fiscaal, die Geelen een „aarts verrader" noemde, zou de zwaarste straf eisen als in het psychiatrisch rapport niet enige verzachtende omstandigheden naar voren werden gebracht.
September 1957 wordt hij, na 12,5 jaar gevangenschap in de Koepel van Breda, in vrijheid gesteld. De binnenlandse veiligheid dienst (BVD) wil hem dan graag als informant ronselen. Frans Dekkers schrijft hierover op blz. 238.
Later in 1991 zijn daarover nog kamervragen gesteld, zie Limburgsch dagblad 27-02-1991 De vragen blijven onbeantwoord.
Tijdens de oorlog is Geelen, werkzaam voor Hauptmann Viehmeyer, is later door de Duitse Sipo gevangen gezet in Aaren, wegens oplichting. Hij had 10.000 gulden van een familielid van een gevangene afhandig gemaakt, door deze persoon te beloven dat hij, nabetaling, de gevangene vrijgelaten zou worden. Hetgeen niet gebeurde. Juni 1945 zit Geelen gevangen in Rotterdam, nu door de Nederlandse overheid. Eind jaren vijftig heeft hij een fotowinkel in Breda.
Bronnen
https://www.eindhoven4044.nl/50/Mudde.html
https://www.eindhoven4044.nl/50/Altenburg.html
Bewerking van het verhaal van Mw. E. Koek-Mudde ingediend bij:
https://digitaalmonument.oranjehotel.org/nl/person/1652785163/louis-m-backus
https://digitaalmonument.oranjehotel.org/nl/person/99990479/jacob-mudde/
Boek: Levenslang, Jurr van der Giessen, blz. 132, ISBN: 9789076254203 over De achttienjarige Sep Altenburg uit Eindhoven.
Frans Dekkers, Eindhoven 1933-1945, blz. 236 - 238 en vele andere pagina's
https://www.oranjehotel.org/downloads/gedenkboek-oranjehotel-namenlijsten-van-_103.pdf Zowel Louis Backus, Jacob Mudde en Siep Altenburg komen voor op de lijst van Oranjehotel
https://www.eindhoven4044.nl/6/onbekende_verzetsmensen.html