Evaluatiegesprek, na de oorlog, tussen diverse mensen uit het Eindhovens verzet 

Verslag van de reünie te Eindhoven.
Geïnterviewd werd op 1 mei 1947 door Ad Goede.

Tijdens de middag waren aanwezig:
Jan Custers
Jan Daamen 
Piet Goede
Jacques Hermans
Herman Kiewit de Jonge
Lepla of Wim Leplaa (*)
J.S.H. Weinberg
Hein Wielenga
van Zanten  (*)
Dick Stoffels

Om dit verslag te lezen is voorkennis nodig van het verzet in Eindhoven.
Twee personen (*) Leplaa en van Zanten zijn onbekend in de Eindhovense verzetswereld. De interviewer Ad Goede is waarschijnlijk de broer van Piet Goede. 
In verslag wordt verwezen naar andere verslagen, deze zijn nog niet gevonden bij NIOD Online.
Bron NIOD ARCHIEF

Verzet in Eindhoven

Ad: Ik wil met name weten hoe het K.P.-werk in Eindhoven uit de L.O. (landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers) gegroeid is en hoe de P.A.N (Partizanen Actie Nederland) er uit voortgekomen is.

Hermans: Dat is niet objectief zo weer te geven. We zijn aan het samenstellen en schrijven van een uitgebreid werk. Daaruit kunt U de nodige gegevens putten. Het betreft hier een kleine 300 mensen en een 50 medewerkers. We hebben alle archieven gebruikt; kleine kattebelletjes, tekeningen enz., dat is verzameld en daarvoor hebben wij de richtlijnen van het L.O. Gedenkboek aangehouden.

Ad: Wanneer zal dat werk zijn beslag hebben?
Hermans: Zaterdag over een week komen wij bij elkaar om het schema te bespreken. Alle gegevens zijn bij elkaar. Dan wordt het geschreven. Er komt een apart ding, waarschijnlijk getypt of gestencild. een toelichting er bij, voor wat er na de bevrijding gebeurd is, want dat is niet voor publicatie beschikbaar.
Ad: Wanneer kunnen wij over het uitgewerkte materiaal de beschikking krijgen? 
Hermans: Over 2 á 2 ½ maand
(Het Gedenkboek van de P.A.N. is nooit in druk verschenen, wel volledig, in twee delen, te lezen op deze website)

Gedenkboek

Het Gedenkboek van de P.A.N. is nooit in druk verschenen, wel volledig, in twee delen, te lezen op deze website. Of lees uitgebreide samenvatting van voor 18 sept en daarna.
Het gedenkboek heeft veel details en beschrijft veel gebeurtenissen maar veel vanuit het gezichtspunt van het verzet in Strijp. Sommige zaken zoals hulp onderduikers was breder georganiseerd. Zie index voor alle verhalen.

Ad: Is er voor het einde vanuit de landelijke top contact met de K.P. Eindhoven geweest ?

Hermans: Ja, er is zeker contact geweest, natuurlijk.

Ad: Vraagt naar de besprekingen van Arie en Louis. (onbekend wie deze twee personen zijn) Waarom is er geen definitief contact geweest?

Hermans: Om de doodeenvoudige reden, dat het op de wijze, waarop het toen gebeurde te gevaarlijk was. De opgezette overval op Haaren is daarvan een typisch voorbeeld hoe gevaarlijk het zijn kon. Dat is geweest in juni 1943. Toen waren wij al lang klaar hier. De laatste dingen, de grote sabotage voor de bevrijding met Frank (Jan van Bijnen), toen stond Frank met de handen in de haren. Een grote hoeveelheid springstoffen kon hij niet kwijt.
Wij stonden altijd klaar, maar wilden voor onze eigen veiligheid zorgen. Er werd hopeloos geknoeid.
Het overzicht van de K.P. Sander gedurende de bezettingstijd is aan het bureau opgestuurd. Misschien zit het bij Sjef de Groot, maar het is rechtstreeks gegaan naar kantoor.
Hermans: Het is absoluut niet juist, dat men gaat zeggen, dat er gedurende de bezetting een K.P. leiding bestond van alle K.P.'s. Dat heeft men wel getracht, maar op papier bestond er niet eens wat van deze organisatie, dus laat staan in de praktijk.

Ad: Kun je de pogingen van het Noorden in het Zuiden hiertoe weergeven?

Piet Goede: Er staat in mijn verslag dat ik het eerste contact heb gehad met Frits (Ad Hoynck van Papendrecht) en Bertus (Frits moet Jacques zijn). Hij is hier op mijn verzoek naar toe gekomen via Harry. Toen heb ik met Duf en Jo, die politie agent, een bespreking gehad in de consistorie van de Gereformeerde kerk. We hebben de plattegrond erbij gehad van het politiebureau en overwogen om de 81 mensen, die er zaten, er uit te halen. Ze zaten niet zwaar genoeg en komen onze eigen mensen te zitten, dan moeten we kunnen ingrijpen.

Duf en Jo hebben alle aanwijzingen gegeven en gezegd: als het nodig is, geef een seintje. Wij zeiden: we hoeven geen K.P. te vormen, want we hebben de beschikking over Bertus en Frits. Dat is het eerste contact, dat wij hadden met de K.P. in L.O.-verband.
Het tweede contact was toen Tonny Danen bij Fons Dinter zat. Wat moet ik met die vent ? Een provocateur, ik ben erin gelopen.
 (Aanvulling: Tony Damen was als V-man voor III F werkzaam geweest en woonde in de periode april tot 19 september 1944 op de Maliebaan 92 waar een Stadtbüro van de Abwehr was gevestigd.)

Toen is weer contact gezien met Harry en heeft Harry beloofd ons wat K.P-ers te sturen uit Meppel. Die zijn niet gekomen. Een paar dagen later zaten er wel twee jongens. Klaas Bot (heette Roel) en Jan (nu bij de stoottroepen journalist). Klaas woonde in Tilburg. Zij zijn achter Tonny aan geweest met het noodlottige gevolg, dat de aanslag is mislukt en wij op 1 november zijn gearresteerd. Dat was het tweede contact, dat wij hadden in L.O.-verband met de K.P.

Ad: En toen heeft men de zaak zelf in handen genomen? 

Hermans: Ja. De eerste keer was het gemeentehuis, bevolkingsregister. Dat is gebeurd door Dick, Jan Veldman en Jan Wildschut.

Ad: De ploeg van Johannes Post was toen in Eindhoven gestationeerd ?

Ze hebben vaak bij mijn in huis geslapen. Ze hebben een keer het gemeentehuis met fosfor in brand gestoken. In Geldrop hebben zij tweeën een D.K. gekraakt. (Daarvoor heeft Lelox een oproep geplaatst in de Zwerver, waarop ik heb geschreven).

Hermans: Alle papieren liggen bij Lelox.

Aantal bonkaarten

Piet Goede: Voor de top kwam, was hier al een landelijke K.P. gevormd. Custers, wat weet jij hiervan?

Custers: Neen. Ik weet alleen van het bestaan van de K.P. waar Dirks (Theo Dirks, Leider K.P. "Sander") mee de kraken gedaan heeft. Ik weet ook wel, dat er overvallen in Bladel en zo geweest zijn.
In Eersel is een overval misgelopen, maar overigens weet ik er niets van. Dat was K.P. Sander, niet de landelijke K.P. Deze werkte zuiver voor de L.O. Eindhoven.

Ad: Zijn er vanuit het Noorden geen pogingen gedaan om bundelend te werken. Expliceert.

Custers: Het is mij niet bekend. Wij kregen, vooral later, hier uit het D.K. (Distributie kantoor) iedere maand een kleine 1.000 bonkaarten, die door Nico Werter eruit geslagen werden op valse inlegvellen. Daarmee dekten wij de helft wat wij als district L.O. nodig hadden. Later, na de komst van de tweede stamkaart, hebben wij, op advies van Van Wijk, andere groepen onder onze vleugelen genomen en o.a. de kaarten verzorgd, die naar Eddy Verkaik (De Vries) gingen en 200 kaarten voor mevr. Verbruggen, 150 kaarten naar Kuiper, en hier en daar nog wat kaarten. Wij hadden toen een totaal van 3.200 kaarten, die wij kregen voor onze eigen groepen op de meest verstandige wijze, op de inlegvelletjes. Iedere maand hadden wij het stel compleet en de rest kregen wij via onze vriend Hein, daar kwamen ze ergens vandaan.

Piet Goede: Via de koerierscentrale.

Custers: Daarin zal Vingerhoets (Anton Vingerhoets, "Filippo", Veldhoven, L.O. Noord-Brabant Oost) wel een vinger in de pap gekregen hebben.

Aart van Wijk (schuilnaam Van Waveren)


Over Zeeland hebben wij slechte ervaringen gehad, de XX vormde een groepje op zich zelf, waarvan later de tragische gevolgen aan het licht gekomen zijn. Hierover kan Onno Rinsema meer vertellen. Als wij vast zaten, konden wij van XX kaarten krijgen. Dat deden wij niet regelmatig. Hij beweerde in Zeeland eigen mensen te moeten verzorgen.

Ad: Expliceert de maandelijkse kraakplannen van de top K.P. In het kraakschema heeft dus Eindhoven geen plaats in genomen.

Hermans: Theo Dirks heeft de besprekingen gevoerd.

Piet Goede: Ik herinner mij heel goed. In onze eerste vergadering hebben wij besproken: wat moeten wij doen, ook een soort sabotage leider in L.O. verband. Moeten wij dus aan de weg timmeren en opvallend aan de weg dingen doen? Neen. Het is nog erg rustig. In het Zuiden vielen wij niet op. We hebben geen last van S.D. hier, laten wij proberen het hier zo te houden. Laten wij langs legale stiekeme weg aan onze paperassen proberen te komen. Vandaar, dat we nooit het streven hebben gehad om bij ons een K.P. te vormen. Dan gaan ze achter je aanjagen. Dat "legale" hebben ze hier in Eindhoven zolang mogelijk geprobeerd te doen.

Custers: Dat is later beïnvloed door het standpunt van Aart van Wijk (schuilnaam Van Waveren) doe alles zo legaal mogelijk.

Piet Goede: Onze actie was, om in het Vondelpark in Amsterdam 900 bonkaarten te kopen en op de valse inlegvellennummers konden wij 4500 bonkaarten los krijgen. Daarvan heeft Eindhoven er van gehad. Iedereen kreeg een stapeltje bonnen om ons te voorzien. Het eerste begin om door middel van vervalsingen aan onze spullen te komen.

Custers: Ik herinner mij heel scherp de textiel 5 voor tabak. Waar vandaan weet ik niet. Ze zijn met honderdtallen in de omgeving geplaatst. Een juffrouw had ze ik weet niet waar weggestopt en ging met een heel stel dingen naar Boekel, een ander naar Valkenswaard enz.

Hermans: Die kwamen veel via Sander binnen.

Piet Goede: In het begin deden wij het ook zo door de kaarten te lichten op het gewestelijk arbeidsbureau. De jongens, die naar Duitsland waren vertrokken, hadden bij het D.K. hun stamkaarten ingeleverd en waren teruggekomen. Ze waren niet naar Duitsland gegaan, maar teruggekomen. Ze hadden geen bonkaarten. Dan kregen wij van het arbeidsbureau blanco papiertjes. Dat vulden wij in. Gingen daarmee naar het D.K. en haalden zijn stamkaarten terug. Dat ging prachtig totdat wij gewaarschuwd werden. Dat wordt te erg, dat heeft men in de gaten. Toen hebben wij de ambtenaren ingericht. We sturen een 30 jongens met een valse handtekening er op. Zorg, dat er geen alarm wordt geslagen. Dat is een hele tijd goed gegaan en dan hadden wij de kaart terug en konden wij de jongens legaal laten leven. Als beloning moesten de jongens hun eerst geldige tabaksbon beschikbaar stellen. Daarmee kon ik de ambtenaren op het D.K. tevreden stellen met een extra rokertje.

Custers: De groene kaarten. Met medewerking van het D.K. zijn 400 kaarten van onderduikers legaal voor den dag geslagen.

Piet Goede: Ik heb de indruk, dat wij in Eindhoven zo meer gewerkt hebben dan in een andere plaats. Meer met geweld. Dat is hier niet zo erg geweest.

Ad: Expliceert.

Hermans: De K.P. Sander is opgericht in hoofdzaak hierdoor, dat de aanvulling niet op tijd kwam, die nodig was. De eerste overval was absoluut door een te kort aan behoorlijke legitimatiepapieren en P.B. ‘s.

Custers: Wij hebben in mijn tijd nooit last gehad van tekorten. We hebben wel eens gehad, dat maandags de kaarten af liepen en dat wij vrijdags de kaarten, die wij niet meer kwijt konden, in de kachel verbrand hebben of via een dames comité naar Simon de Wit brachten. Zo hebben wij aan de ziekenhuizen twee maal 300 liter melk geschonken voor de patiënten.

Custers. Ik wil enkele algemene opmerkingen maken.
Ik heb een aantal verslagen van Piet Goede ter inzage gekregen. Iets vind ik buitengewoon jammer, dat gaat over de kwestie, die al meer ter tafel is gekomen. Er is een rapport bij van Joop Koning, waarvan ik geen laars snap. Ik lees pag. 14. Ik hoop het in goede banen te kunnen leiden. Tijdens leiding van Piet Goede - gereformeerd. Waarom staat dat er achter? (Leest verder). Ik heb er als aantekening naast gezet: van katholieke zijde is nooit sprake geweest van een minder prettige samenwerking. Met Dick is de samenwerking, met name met mij, buitengewoon goed geweest. Er is niet een schrammetje geweest.
Dan: tijdens de leiding van Goede nam geen katholiek een onderduiker op. Ik had met name contact met het Drentse Dorp en had daar contact met Onno en daar waren veel mensen, die bereid waren om onderduikers op te nemen, maar ook waren ze over de stad verspreid. Wij hadden acute onderduikadressen en daarvan lagen er ook in het Drentse Dorp en ook in de stad. Met name bij de katholieken, waar je zo bij in kon stappen.

Dan van de geestelijkheid werd geen steun ontvangen van bijzondere noden. Door heel Brabant is geen geld verschaft voor het onderduikwerk. In Limburg was het anders, daar werd door Oom Leo dat geld voor onderduikwerk besteed.

Bij ons was een andere mening. Voor de katholieken, die niet aan het werk konden blijven, moest geld beschikbaar zijn. Maar wij hebben twee keer een gift gekregen van f. 5.000.-- van de bisschoppen en nog een keer van f. 1.000.--. Wat Holla (Harry Holla, jurist, Den Bosch) voor contacten gehad heeft met monseigneur Mutsaerts, dat ligt later. Dat weet ik niet.
Er staat ook: Er waren geen katholieke adressen. Het katholieke kamp heeft zich te laat ingesteld op de verzetsgeest.

Ad: Joop Konings, die het samengesteld heeft, is zelf katholiek.

Custers: Wat heeft het voor zin om deze dingen op deze manier zo scherp te formuleren. Er wordt gesproken over het katholieke kamp. De bisschoppen wisten wel wat de N.S.B. was. De scherpte heeft wel eens meer bestaan in Eindhoven, maar de ze wrijving is toen nooit aan de orde geweest, nooit, nooit. Onno Rinsema is een van onze beste vrienden, een fijne vent. Die kwesties zijn nooit aan de orde geweest. Ze zijn door enkelen onnodig toegespitst en scherp geslepen. Wat hebben wij er aan, als wij straks in een Gedenkboek deze kwestie scherp gaan stellen? Er zijn twee kampen in de wereld: het communistische kamp en het Christelijke kamp.

Hermans: Laten wij het zo zeggen: Bij de meest Gereformeerd/Protestanten was pater Laurentius kind in huis. Het is nooit zo geweest als het hier staat. Dit is een verkeerde voorstelling van zaken.

Custers: Ik wil zeggen. Als men in deze geest van mij verwacht om mee te werken voor het Gedenkboek, dan pas ik er voor, zonder meer.

Ad: Expliceert.

Hein Wiebenga: Er is een wijkvergadering geweest. Toen is er een katholieke medewerker geweest, die gezegd heeft: het is beter om de zaak gescheiden te houden, zowel voor het verraad als voor de confessie. Toen heb ik gezegd, dat moeten wij niet doen.

Hermans: Dat is een vergadering geweest in Strijp destijds met Onno. Toen zijn wij apart gegaan: Strijp, Woensel enz.

Piet Goede: Even dit. Toen ik deze papieren toegestuurd kreeg, ben ik geschrokken. Ik heb dit namelijk niet opgeschreven. Ik herinner mij goed, dat toen wij de zaak op papier hadden gezet, hij bij mij teruggekomen is met te vertellen wie hij gesproken had en hij had nog een aantal vragen, waarop hij antwoord wilde hebben. Toen heb ik hem voor de vuist weg antwoord gegeven en ik weet niet of ik het zo scherp gezegd heb; het is, zoals hij het achter het verhaal zet, uit zijn verband gerukt. De zaak is zo. Hij heeft mij verteld over de moeilijkheden, die er later gekomen zijn tussen Dick Bolhuis en Ad van der Holst. Toen heb ik hem gezegd: tijdens mijn leiding vlotte het contact tussen de katholieke medewerkers uitstekend, ik kon niet anders zeggen en ik ben er van overtuigd, dat als ik niet was gearresteerd tot het laatste toe vlot was verlopen. De moeilijkheden zijn gekomen, voor zover ik weet van na mijn terugkomst, onder Ad van der Holst en Jan Custers.

Custers: Dan vind ik het zo niet juist geformuleerd. Door wie zijn die moeilijkheden gekomen ?

Piet Goede: Geen katholiek nam een onderduiker op. Zo scherp heb ik het zeker niet bedoeld. Wel dit. Als ik onderduikers had, plotseling op een avond, en ik moest ze plaatsen, dan kon ik nooit bij mijn katholieke vrienden terecht, want ze wisten niet waar ze ze konden laten en dan hoefde ik maar naar Onno te gaan en dan plaatste hij ze wel en dan zei Onno: dan plaats ik ze wel bij mijn geestverwanten. Dat is maar heel kort geweest tot 1 november. Later is dat veranderd en dat heb ik in mijn grote verhaal gezet.
Dan heb ik over het geld van bijzondere noden gezegd, dat wij geld nodig hadden. Harry en ik hebben besproken: hoe komen wij aan geld. Bij de Gereformeerden was het zo: wij zorgden voor de man, maar voor zijn gezin zorgden wij niet, daar zorgde de diaconie voor. Als een katholiek moest onderduiken, was dat niet zo. Toen kwam het probleem: wat doen wij met het gezin ? Toen heeft Harry besprekingen gehad met de katholieke geestelijkheid om geld van bijzondere noden los te krijgen. Dat is hem niet gelukt. Daarom heb ik verteld, dat van de geestelijkheid geen geld is ontvangen via bijzondere noden.

Hein Wielenga: En dat is niet bedoeld als diskwalificatie. 

Custers: Het klinkt erg vals. Ik herinner mij, dat de eerste f. 50.-- op tafel werden gebracht en later zijn er f. 25.000. bij elkaar gebracht en die zijn even goed van katholieke zijden afkomstig.

Jan Daamen: Al het geld van Max Kwaspen (E. J. H. Kwaspen, Boschdijk 102, vermogende manifacteur) 5 mille is van bijzondere noden. Elke maand kwam er geld van bijzondere noden.

Piet Goede: Het punt katholieke "kamp". Ik ben van mening, dat de katholieke geestelijkheid zich te laat heeft ingesteld, goed.

Custers: Mevr. v.d. Holst was van Pasen 1943 regelmatig bezig met piloten naar Holland te brengen.

Piet Goede: Als ik spreek over het katholieke kamp, dan bedoel ik de hele groep, dat is mijn persoonlijke visie geweest.

Jan Daamen: Toen de Nederlandse UNIE werd afgeschaft is ieder persoonlijk met een andere actie begonnen, niet in groepsverband.

Plet Goede: Dat bedoel ik juist het groepsverband, dat werd op dat moment door de katholieken niet bevorderd. Nogmaals, ik betreur het, dat het in deze bewoordingen hier zo staat.

Ad: We kunnen dus deze conclusie trekken. De zienswijze van de geestelijkheid in Limburg en Brabant verschilde dusdanig, dat in Limburg rechtstreeks vanuit het katholieke initiatief werd opgebouwd, terwijl in Brabant Oost de import van het Noorden er is geweest.

Custers: Er waren er in Brabant Oost links en rechts bezig om de onderduikers te helpen. Ik had contact met kapelaan Kronen, met Clemens Zigenhorn en wij waren toen al lang bezig met het z.g. kap-werk, de jongens, die gedwongen in Duitsland te werk waren gesteld. Toen zijn wij naar Limburg geweest, naar die contacten, om naar hun model hier in Eindhoven de zaak op te zetten. Individueel was al gewerkt.

In augustus heb ik van Max Laurey, via Jan Driessen, die deel uitmaak te van de katholieke actie, het verzoek gekregen om mee te werken met de andere lui in Eindhoven, om die aan bonnen te helpen. Dat is net iets, dat wij ook van plan waren, laten wij de handen bij elkaar steken en toen zijn wij bij jou (Piet Goede) gekomen. Ik vind al dat gestrijd om het initiatief onnodig.

Ad: Toch valt niet te ontkennen, dat het organisatorisch verband vanuit het Noorden gekomen is.

Custers: Als het Noorden al een LO raam had, dan kunt U zeggen, dat wij ons op verzoek van Goede hebben aangesloten op het moment, dat wij zoekende waren om een organisatie op te bouwen.

Ad: Wanneer is het definitieve contact met Limburg gekomen?

Custers: Via Zigenhorn, die contact had met Roermond, met kapelaan Jansen en Naus, en reisde naar Roermond. Dat contact was er, al was het niet intensief. Er zijn geen uitwisselingen geweest van onderduikers naar Limburg enz.

Piet Goede: We kwamen in mijn tijd niet veel verder dan Erp.

Ad: Uit een verslag met Harry Holla blijkt, toen hij praktisch provinciale leider geworden is, dat er eerst een tegenstelling is geweest. Hij zag zuiver het nationale motief en de anderen zagen het ook als een katholieke actie.

Custers: Van onze zijde is het nooit als katholieke actie gezien. Het is ook de eerste keer, dat ik dat woord hoor noemen. Nooit is er zo gewerkt.

Jan Daamen: Ik heb tenminste nooit in dat verband gewerkt.

Ad: Je hebt gesproken over tegenstellingen met bepaalde personen.

Custers: Dat is zo gekomen - in kleine kring wil ik het wel even recht zetten.

Hermans: Er was verschil in inzicht, vooral bij de jongeren, die meer daadwerkelijk en onbesuisd te werk gingen en de andere groep, die dat niet deed. Dat is de enige tegenstelling, die ik zie.

Custers: Hiermee zie ik het verband niet.

Hermans: Ik bedoel de tegenstellingen.

Jan Daamen: Dat is geen tegenstelling van confessie.

Custers: Het is gekomen met v.d. Holst. Laten wij even recapituleren, dat hij principieel geweigerd heeft om lijsten op te stellen voor mensen, die naar Duitsland moesten. Hij was chef personeelzaken, moest daarvoor bij den beauftragter komen, zou naar Vught moeten en is ondergedoken, kwam in Veghel terecht, is uit een huis gehaald (zeer toevallig), is in Scheveningen terecht gekomen, heeft daar 3, 4 weken gezeten, is er door een toevalligheid uit gekomen, heeft de S.D. een rad voor de ogen weten te draaien van "die vent is niet wijs" en is er uit gekomen. Toen hij terugkwam heeft hij van Piet het verzoek gekregen om mee te doen. Ik heb er wel eens twijfel over geuit of hij de geschikte man was. Later is hij gebleken een heel goede vent te zijn. Hij is september/oktober in het werk gekomen en toen jij (Piet) gearresteerd was, heeft hij van meet af aan de leiding in Eindhoven gehad. Dat heeft geduurd tot ongeveer half februari. Toen zat de S.D. hem op de hielen. Men heeft hier in Eindhoven Frans Coehorst rondgereden, men wist, dat het over Ad ging en men heeft in zijn kraag gepakt ir. Advocaat. Later is bij hem 3 bonkaarten in de bus gegooid en een mooie bloemenmand heeft hij gehad. Hij heeft een stuk of vier dagen gezeten, terwijl hij van toeten nog blazen wist. V.d. Holst moest als de bliksem het huis uit.
Wo ist Herr Ad? Toen was de vogel gevlogen en heeft hij van af begin maart tot aan de bevrijding tussen vier muren gezeten en voerde daar voor O. Brabant het hele financiële beheer. Dat werd door mij via Voorhoeve er heen gebracht. Vingerhoets heeft gezegd: dat hij zijn werk bedonderd gedaan had en daarover ben ik giftig geworden en dat heeft kwaad bloed gezet en is er nooit meer uitgekomen en dat is de antithese begonnen. Toen heb ik gezegd: wat heb je voor een reden om een man als v.d. Holst zwart te maken, voor de rest is er nooit een kwestie geweest.

Ad: Deze kwestie is er geweest toen de vraag van de leiding aan de orde is gekomen ?

Custers: Ik ben toen gevraagd om de leiding te nemen. Ik ben naar ir. Verff gegaan, de leider van het lab., die zei, dat het tot grote moeilijkheden aanleiding zou geven. Ik heb v.d. Holst gevraagd: is dat niets voor jou? En ik weet niet precies wat zich heeft afgespeeld. V.d. Holst had waarschijnlijk de leiding op zich genomen als hij geen vrouw had gehad. Hoe de zaak zich verder ontwikkeld heeft, daar blijf ik buiten. Holla is het toen geworden. Uit het verslag heb ik gelezen, dat van Vingerhoets sprake is geweest. Ik onderken niet het verzetswerk van Vingerhoets, maar wel het andere geluid. Van niemand tussen Dick Bolhuis en wie dan ook van mijn niet katholieke verzetsvrienden is er ooit iets onprettigs geweest.

Stoffels: Ik vraag oprecht naar de P.B.'s, (Persoonsbewijzen) die ik na de bevrijding teruggekregen heb. Langs andere kanalen heb ik voor de bevrijding voor P.B.'s gezorgd, vanuit Leiden, Haarlem, Amsterdam. Daar heb ik P.B.'s gekregen.

Goede: Op een gegeven moment had je bonkaarten over.

Piet Goede: In het verslag wordt gesproken over het advies comité. Ik heb hier een aantekening over mej. Luijendijk en Glodemans. Glodemans ontving geld en bonkaarten van de L.O., hoewel ze dat niet wisten.

Custers: Het is zo, we hebben enkele keren meegemaakt, dat er een surplus was aan bonkaarten. Wij vonden het jammer om ze weg te gooien en voorzagen de mogelijkheid, dat we een keer zonder bonkaarten zitten zouden. Goed, laten wij trachten ze te plaatsen bij diverse winkeliers. Daar waren twee dingen voor nodig: het plaatsen va de bonkaarten en de gelden. Het heeft niet zo'n grote omvang aangenomen. Er is een keer een krediet van f. 500.-- voor beschikbaar gesteld en daarmee zijn de goederen betaald. Ze zijn zo nu en dan eens gedistribueerd. Vooral de lui met grote gezinnen kregen dan eens wat extra's.
Zo hebben wij op een goede keer het Zeemansfonds van de heer Went van het lab. een 250 kilo suiker, 800 ton graan, gehad. Dat was een mooie affaire, die moest nog gemalen worden. Met een á twee auto's is dat in de stad gekomen en is gemalen. Wij wisten niet zo gauw waar wij 160 zakken moesten plaatsen. Op het laatst hebben wij toch de tegen deze soesa opgezien en toen hebben wij het in de Etos gestopt, een coop. levensmiddelen bedrijf en daar voor hebben wij levensmiddelen gekregen.

Ad: Is er over de zorg in natura nog wat te zeggen? Ik bedoel ook de zorg voor kleding, schoeisel enz.

Custers: In de vorm van bannen is dat hier gebeurd, schoenen-, banden-, textielbonnen. Van de textielfabrieken is in Eindhoven niet bekend. We hebben wel erwten en bonen gekregen en verdeeld.

Ad: Ik heb iets gemist over de geestelijke verzorging van de onderduikers.

Hermans: Daarvoor hadden wij in elke parochie een geestelijke minstens. Wanneer er een man moest onderduiken, vroegen wij aan den betreffende geestelijke is die man betrouwbaar. Dan gingen wij er zelf op af en die betrokken geestelijke verzorgde hem ook weer verder, gewoon, normaal. Verdere bijzondere dingen zijn er niet geweest. Alleen achter het vliegveld zaten er een stuk of ze zeven in een schuur. Daar ging kapelaan Groothans (St Trudo parochie, Strijp) wel naar toe.

Ad: Er zijn streken geweest waar speciale missen voor de onderduikers werden opgedragen enz.

Hermans: Dat is hier niet gebeurd. In Limburg wel waarschijnlijk. Het was hier ook niet nodig. Ze konden hier gewoon hun plichten waarnemen zonder speciale maatregelen.

Piet Goede: In het verslag van Joop Koning (Eindhoven Oost Brabant) staat getikt, onjuist. Van wie is die notitie ?

Ad: Vermoedelijk van Vingerhoets.

Na voorlezing is men het er mee eens dat wat er staat goed is en het woord onjuist wordt doorgehaald.

Hein: Ik heb gezegd: Ik wil wel werken, maar ik ga mijn leven niet wagen voor die Gereformeerden alleen. Als ik werk, doe ik het voor allemaal. Ik heb nog gevraagd: Het gaat toch voor een gemeenschappelijke club.

Piet Goede: Dan een onjuistheid onder bonkaarten. Nooit en te nimmer hebben wij geld behoeven te betalen aan de organisatie voor de bonkaarten. We vroegen maximaal f. 5. -- voor onze eigen kas.

Ad: Vertelt, dat het wel in het land zo gebeurd is.

Piet Goede: De ontvoering uit het ziekenhuis in Den Bosch door Bertus op touw gezet, daarvan heette de chauffeur Klaas van Balen. Adres is wel bekend.

Aa: Wie was de man, die ze er uit moesten halen? Iemand van Trouw.
Zie het verslag van Harry. Hij is in handen gevallen van de S.D. Iemand heeft doorgeslagen bij een verhoor.

Verslag van Joop Koning over de regionale samenwerking met andere organisaties. Dat lijkt mij niet helemaal juist. Er staat over de L.K.P. Wim, die uit Tilburg, opgemerkt Anton Vingerhoets: een samenspreking om Haaren te kraken met Jacques Hermans.

Hermans: Dat kan.

Piet Goede: Dat was dus een samenspreking met de K.P. Sander.

Hermans: De illegale pers werd via medewerkers van de L.O. verspreid.

Christofoor en Trouw werden verspreid en dat is uit te breiden met veel meer andere bladen: Vrij Nederland, Parool, Je Maintiendrai. Parool kwam regelmatig van de Philips Fabrieken.

Piet Goede: Dan over Philips over van Ketel, de leider van arbeidszaken van Philips. Anton werd bij Ketel geïntroduceerd door Hans van Noord Brabant. Dit kan natuurlijk zijn. Ik kan alleen vaststellen, dat ik reeds gewerkt had met Ketel. Ik was namelijk naar ir. Vet gegaan, heb een onderhoud gehad en gezegd, dat de LO opgericht was en dat ik graag onderduikers bij Philips te werk wilde stellen. Hij heeft mij gebracht bij Van Ketel, een ondergeschikte bij Van Ketel, om dat te regelen. Daar hebben wij het zo geregeld: de onderduikers moesten een normale sollicitatiebrief zenden aan Philips en dat liep van de top af. Harry werd voorzien van een bewijs van het gewestelijk arbeidsbureau, dat de tewerkstelling bij Philips akkoord was door een door mijzelf ingevulde verklaring. Ketel zei dan: Dat is zo ontvangen van de post, dat is in orde. Die knaap kreeg dan een oproep, maar die werd aan mij ter hand gesteld, zijn reiskosten werden vergoed, een test, een onderhoud en dan kwam die onderduiker via mij bij de afd. arbeidszaken terecht. Daar werd hij door een bepaalden man ontvangen, die er van op de hoogte was. Hij werd aangenomen en tewerk gesteld. Ging het mis, dan was alles normaal in orde. Dat heeft enkele keren gewerkt. Ik ben gauw daarna opgepakt. Hiervan had ik Kees van Leeuwen, een van onze wijkleiders op de hoogte gesteld. Ik wil dit zeggen: Kees wist het dit contact en hij zal er ongetwijfeld gebruik van gemaakt hebben.

Leplaa: Ik heb van Kees zelf de papieren gehad.

Kiewit de Jonge: Er werden zo zelfs lui uit Duitsland gehaald. De individuele contacten lagen er al bij Philips, ondergeschikten van Ketel bedoel ik.

Piet Goede: Namens de L.O. is toen het contact gelegd.

Jan Daamen: 900 zijn er ingestopt door Van Engelen, een betrekkelijk ondergeschikte man bij arbeid bij Philips. Hij had een fotograaf bij de hand. Hij kreeg ze vaak van ons door.

Hermans: Engelen zat op arbeid, en de heren kwamen binnen op een officiële nagedrukte kaart van het arbeidsbureau. Ze waren al gemerkt. Dan verdwenen die kaarten. De tweede helft werd kapot gescheurd en de andere werd gewoon in de kaartenbak gezet. Zo zijn er 900 ingebracht.

Hein Wielenga: Het was een reuze oplossing om ze bij Philips te plaatsen. Er was een jongen, die had 9 maanden in Gorkum ondergedoken gezeten. Hij zei: Ik wil wel naar Eindhoven komen, maar ik vertik het om voor de Duitsers te werken. Het was mooi werk: weghalen - en weer laten werken voor de moffen!

Luchtalarm = jat- alarm? Dan werden gegapt zenderonderdelen, zenders, knijpkatten, toestellen.

Ad: Expliceert het verschil om een onderduiker hier te laten werken of voor de moffen in Duitsland.

Piet Goede: In de interne organisatie was het zo. In de oorlogstijd was er een ontwikkelingsafdeling, die artikelen ontwikkelde voor na de oorlog. Al die lui vonden hun weg op tekenkamers, op de administratie, op het lab, zaten poppetjes te tekenen en alleen hun tijd af te wachten om er weer uit te gaan, zodat wij er o.i. geen bezwaar tegen hadden, deze mensen werkten niet effectief

Hein Wielenga: Gold dat nu ook voor Jan met de Pet uit Middelburg, ik bedoel geen student uit Delft, die wel genoeg in zijn hersenen had. Ik bedoel de doorsnee onderduiker, die zijn weg moest plaveien bij Philips, die hebben toch drommels wel gewerkt. Ik zou niet willen zeggen, dat al die 900 mensen zo te werk zijn gesteld als
Piet Goede zegt.

We moeten het zo zien te belichten, dat de voordelen tegen de nadelen opwegen.

Jan Daamen: Principieel kun je er niet onderuit.

Ad: Haalt aan de producten op een boerderij, die ook niet ten goede kwamen aan de bevolking.

Leplaa: Voor hoeveel lui van Philips gold niet: Luchtalarm = jat- alarm? Dan werden gegapt zenderonderdelen, zenders, knijpkatten, toestellen.

Van Zanten: Wij menen, dat die mensen voor de Wehrmacht gewerkt hebben, maar als die mensen naar Duitsland hadden gegaan, hadden ze procentsgewijze meer gegaan, hadden meer gekregen, waardoor mensen bij de S.S. zijn gegaan en hier zijn ze vrijgebleven voor dat milieu.

Hein Wielenga: De bedoeling van mijn opmerking was om dat eruit te halen.

Lepla: Er zijn onderduikers bij Philips terecht gekomen, die voor de volle 100% gewerkt hebben, dat lag aan de arbeidschef.

Van Zanten: Ik heb meegemaakt, dat tegen iemand gezegd werd, je moet dat werk doen, die voor de volle 100 % enthousiast klaar stond. Dat kun je doorvoeren.

Goede: Ik heb er in mijn verslag de nadruk op gelegd, dat er medewerking was om alles gedaan te krijgen, dat alles gemaakt werd, behalve juist die dingen, waar het op aan kwam. Iedereen kon bijv. volop werken, maar een zender kwam nooit klaar. De eisen werden zo hoog gesteld, het moest zo goed zijn, dat het altijd kapot ging, er kwam nooit iets uit.

Van Zanten: Heb je Heijboer gekend? Die liet de hele bliksemse boel verdwijnen naar de O.D.

Hein:-(Zie verslag) Ik weet geen inlichtingen te geven. Ze kwam en uit Nijmegen en Den Bosch. Hoe het organisatorisch in elkaar zat weet ik nog niet, de koeriersters kwamen de dingen brengen. Dick heeft een keer 10 dagen twee zenders bij mij in de winkel laten staan. Twee koeriersters uit Strijen hebben ze opgehaald.

Dick komt een keer bij me: ik kom uit Ermelo, een boer heeft een zender staan, die is uit de lucht komen vallen, er is hooi overheen gedaan, dat ligt in het land. Wat moet ik met die zender? Halen, zei ik. Ja, wacht maar. Ik naar mijn vrienden hier van de zendergroep: op de Veluwe is een zender gedropped, wat te doen? Laten halen. We zullen informeren. Een paar uur later werd gezegd het ding moest naar Den Bosch. Ik weg. Dick kwam inderdaad een of twee dagen later met de zender aan. In de trein had hij het rustig naast hem laten staan. Op een bepaald teken herkende hij de man en het is op de plaats van bestemming aan gekomen. Het gekste was hem niet gek genoeg. De koerierscentrale heeft voorkomen, dat er particulier niet zo'n geloop was. Ze wisten waar ze moesten wezen. In een oude ordner zat mijn post onder een klem. Dat liep werkelijk schitterend..

Als er post uit Veldhoven moest komen, wachtte hij niet tot zijn koerierster er geweest was, maar nam het zelf mee. Dan stonden ze met drie, vier bij elkaar en ze mochten elkaar niet zien. Dan kwam Anton, Paulus, Gerrad, Tom (Piet Haagen), en verschillende anderen. Het was zo met de organisatie, ze wisten soms geen adressen, door de koerierscentrale wisten ze het nummer 13 A. Dan moest er alarm gegeven worden en kwam er een vreemde dame uit Utrecht of Amsterdam op 13 A, die had dan een wachtwoord. Ik vertrouwde het zaakje niet. Kunt U mij inlichten wie de leider is ? Ik stuurde ze maar terug, omdat ze alleen een nummer wisten. Dat liep wel eens stroef.

Er kwamen twee lui van Herman vandaan. Het was een afschuifsysteem, en is er nog, die waren uit Duitsland. Twee onderduikers, katholieken. Ze hadden zich gemeld voor de Kriegsmarine, om daardoor met verlof te kunnen komen en te kunnen onderduiken. Ze waren in Strijen en konden daar niet blijven. Ze moesten zich melden in Den Helder. Er werd me een boodschap gestuurd: je hebt nog twee plaatsen in Stratum, wees voorzichtig, de inlichtingen zijn niet bijzonder, je weet niet wat je er aan hebt. Ik zeg: dat is aardig. Toen kwamen ze bij mij. Ik heb ze bij me thuis neergezet (ze wisten zo al 2 adressen), heb ze weer terug gestuurd. Dat had je er ook nog wel een keer bij.

Een zoon van een mijnwerker, een mooi heer, wilde beslist K.P.er worden en die vent kwam naar Eindhoven toe. Hij was eerst bij Piet op Strijp geweest en had grote fantastische verhalen. Hij moest naar Duitsland. Tom of een ander is direct naar de mijnen gegaan om te informeren of het safe was. Toen bleken wel de gegevens waar te zijn. Hij had een poosje illegaal gewerkt. Toen was er een kraak gezet en had hij zich teruggetrokken hij was bang geworden en was eruit geschopt. Hij wilde hier zijn leven beteren. Het is zover gekomen, dat Tom naar Koning gegaan is, waar hij tegelijkertijd was ondergebracht en heeft gezegd: als je niet maakt, dat je wegkomt, dat schiet ik je kapot.

Hermans: Hij heeft de aanzegging gekregen, dat als hij zich nog een keer in Eindhoven liet zien, werd hij afgemaakt.
Met Kerstmis had ik drie mensen, eigen mensen. Om half 10 kwamen er een of twee dagen daarvoor twee bij mijn broer en mijn broer zegt: Ik kan geen Kerstmis vieren van het jaar. Die ene vent is filosoof en theosoof, mijn vrouw en ik houden het niet uit. Ik zeg: Gooi die jongen op straat. Het was een student uit Utrecht. Ik had doorgegeven, dat ik nog een stel adressen had, die drie komen bij mijn vrouw (wordt verteld door Stoffels) Ze kunnen hier niet slapen, geef ze te eten, er zijn nog een paar adressen. Er was er een bij met een lawaaierige krullenbol, die stonk tegen je aan, die halve gare, en nog een. Die halve gare zei: Het is hier een mooi zooitje, ik ken nu al vier adressen. Ik zeg: waar komt U vandaan? Hij gaf het wachtwoord, dat was goed. Toen was ik bij de broer van Hein geweest, die zei: het is goed, ik wil er wel een hebben. Toen komt Hein zijn broer en zegt: Ik heb hem bij Hein gebracht, ik weet niet wat voor een gast dat is. Hij zeurt mij de kop gek, wil niet naar bed, en redeneert maar. Hij had geen P.B. of iets en was er twee keer tussenuit gedrost. Ik had hem een keer gezien, Hein zijn broer had hem een keer gezien, en ik heb hem de huid vol gescholden. Hij heeft zijn jas laten hangen en is nooit meer teruggekomen. Ik ben gaan zoeken en het bleek de zoon te zijn van de oude ir. Tromp. Op een goede dag, even voor of na de bevrijding, staat die knul weer hier in Eindhoven bij een kennis van me. Hij zei: hij was bij het Amerikaanse leger, die tamme idioot. Na de bevrijding heb ik hem gezien in battledress. Hij had de hoogste Amerikaanse onderscheiding D.S.O., en een Hollandse onderscheiding. 

Die krullenbol was ondergebracht bij de vrouw van wachtmeester de Bruin. De volgende dag zegt mijn vrouw: Mevr. de Bruin vraagt of je bij haar komt, die knul moet de deur uit, dat is zo'n viezerik Zo heb ik er nooit een meegemaakt. Ze vertelde enkele staaltjes en ik heb hem tien regels voor de onderduiker verteld. Wat ben je in het burgerleven? Z.g. journalist. Hij had gestudeerd in Rotterdam, had een stuk of 10 ambachten gehad. Toen vertrouwde ik het niet meer. Hij had in Limburg gezeten, in een kamp met een stuk of tien studenten, in een hut, in het bos. Ze zijn hier naar toe gekomen. Een stuk of wat zijn bij Piet Goede gekomen en toen heb ik (Stoffels) Kees gevraagd om gegevens te verzamelen over die knaap. Ik vertrouwde het niet. 's Avonds om 11 uur heb ik Trouw rond gebracht en daar loopt me die kerel ook op straat. Toen vertrouwde ik het helemaal niet. Kees zegt: We kunnen geen gegevens krijgen, maak er een eind aan. Je duwt hem een tientje in de handen en zegt: ga maar heen, waar je vandaan komt, hij had toch in Utrecht een grietje waar hij slapen kon. Naderhand zijn wij te weten gekomen, die kerel liep op de schobberdebonk (Bargoense uitdr. voor 'klaplopen, bietsen; bij anderen eten trachten te vinden') bij de L.O. om geld te krijgen. Hij droeg vier of vijf gouden ringen. Dat was geen onderduiker - dat was een parasiet op de L.O.

Hein: In Eindhoven is het wonderbaarlijk goed gegaan. Zeldzaam.

Hermans: Over het algemeen waren wij tamelijk voorzichtig, verstandig.

Notitie bij pag. 10 overzicht Joop Koning, bundeling L.K.P. Wim.
Hermans: We hebben eerst een voorbespreking gehad met Wim Tilburg. Dat heeft Vingerhoets niet georganiseerd. Daarnaast zou Vingerhoets een bespreking hebben bij mij. Een dag daarvoor werd ik gearresteerd. Er zijn enkele andere besprekingen over gevoerd. Dat moet afgewerkt worden met Theo Dirks.

Frank heeft enkele besprekingen gehad.

Ad: In welke periode?
Dat is geweest juni 1944.


Ad van der Holst hield later een boekhouding bij, waarbij elke wijk aangeduid werd door een cijfer, en elke ondersteunde onderduiker door een nummer en een letter J, G, of K, die de categorie onderduiker aanduidde. Op deze wijze konden de wekelijkse uitgaven volledig worden verantwoord, zonder dat iemand, die de boekhouding gevonden zou hebben, hieruit enig bewijsmateriaal zou kunnen halen, omdat de sleutel hem daar toe volkomen ontbrak.


Verslag overgenomen door Han Nieman, april 2023