Mr. H.P. (Harry) Linthorst Homan
29 mei 1905 - 3 februari 1989

Mr. H.P. (Harry) Linthorst Homan


Harry Linthorst Homan is een telg uit een regentenfamilie met een traditie van bestuurders. Hij wordt op 29 mei 1905 geboren te Assen alwaar hij ook het gymnasium volgt om vervolgens rechten te gaan studeren in Leiden. Daarna gaat hij aan de slag als advocaat in de advocatenpraktijk waar ook zijn broer Hans werkzaam. Laatstgenoemde raakt later betrokken bij het opzetten van de Nederlandse Unie, samen met De Quay en Einthoven.
In 1935 maakt Harry Linthorst Homan de overstap naar Philips, waar hij aan het werk gaat als directiesecretaris. Uit zijn huwelijk januari 1940 met Renée Henriëtte del Court van Krimpen (20 jaar) worden drie kinderen geboren. Hij woont vanaf 1937 in de Zilvermeeuwstraat 31 [ nu Zilvermeeuwlaan] tot 13 januari 1943. Hij en zijn jonge vrouw en zoon Jan (3 jaar) duiken dan onder. Later is zijn vrouw en kind apart in ondergedoken.

Hij is in de eerste periode van de bezetting al bezig met iets, schrijft Ir. G.H. Thal Larse in zijn O.D. verslag: "Hoewel mij bekend was, dat Mr. J. Hammingen, Mr. H. Linthorst Homan, beide reserve-officieren, zich evenzo met iets bezig hielden, is mij voorlopig niet gebleken, wat dit precies is geweest."  
In zijn "verhoor" in Londen januari '44 vertelt hij dat zijn schuilnaam "Wilhelmus van Gool is, die geboren is in Boxtel 2 mei 1905, werkzaam bij Philips en woont Leenderweg 112." Een volledig valse identiteit. Hij werkte met Pieter Brijnen van Houten (Nederlandse medewerker van de geheime diensten GS III en MI5), Pieter Jacob Six (chef-staf van de Ordedienst (OD)), etc in geheime organisatie, volgens zijn Londen's verslag.

In 1957 onthult men tijdens zijn benoeming tot ere-voorzitter friesland1940-1945 dat hij al vroeg in de oorlog bezig was met: "het oprichten van een der eerste Inlichtingendiensten annex verzetsgroep, het leggen van contacten in kringen van het voormalige Nederlandse leger, werk voor het Nationaal Steunfonds en het Nationaal Comité, het reorganiseren van enkele escape-lines."

Zo is hij samen met Iman van de Bosch betrokken bij een spionageaffaire die als gevolg van verraad aan het licht komt. Ondanks dat leidt het mede tot het eerste bombardement op de Philipsfabrieken op 6 december 1942. Dit heeft wel tot gevolg dat Iman van den Bosch en zijn secretaresse, die daar ook bij betrokken is, eind september/begin oktober 1942 moeten onderduiken. 

In januari 1943 weet Harry Linthorst ternauwernood aan arrestatie te ontkomen. Tijdens een ochtendvergadering op 13 januari 1943 bij Philips Hoofdkantoor dreigde hij door SD gearresteerd te worden. De heer P.R. Dijksterhuis, werkzaam op het hoofdkantoor, waarschuwt hem. Hij kan op tijd uit het Philips kantoor ontsnappen. Hij duikt onder, eerst in een zomerhuisje in Sint-Michielsgestel en later in Den Haag.
Op 22 september 1943 onderneemt hij onder de schuilnaam ‘Kapitein George Laurant’ namens het NSF de tocht naar Londen.
Daar komt hij uiteindelijk half december 1943 aan via Brussel, Parijs, Toulouse, de Pyreneeën en verder via Saragossa en een drietal Spaanse gevangenissen. Waaronder vijf dagen in de gevangenis van de noord Spaanse stad Lerida. Op deze reis kwam zijn grondige kennis van de Franse taal hem uitstekend van pas. De anekdote vertelt: dat hij op 5 december 1943 Sinterklaas speelt in de woning van de ambassadeur in Madrid. Hierna vertrekt hij via Gibraltar naar Londen. Op 16 december 1943 wist hij het vrije Engeland te bereiken. Het klinkt allemaal zo eenvoudig. Maar zo'n reis in die tijd, onder die omstandigheden was helemaal niet eenvoudig en vol gevaren.

In Londen houdt hij een vurig pleidooi ten overstaan van de regering in ballingschap voor het verstrekken van machtigingen aan het NSF ten behoeve van de financiering van het verzet. Kort daarna volgen de machtigingen. 

Kort na zijn aankomst in Engeland informeert hij de regering ook over zijn slechte ervaringen in Spanje. Dat betreft met name de moeilijke doorstroming van Engelandvaarders. Na een inventarisatie van de problemen besluit Somer, het hoofd van het Bureau Inlichtingen (BI), om de opvang van Engelandvaarders in Madrid te gaan verbeteren. Daartoe opent BI in Madrid een dependance. Mr. Harry Linthorst Homan, die dan werkzaam is als ambtenaar op het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Nederlandse regering in ballingschap, krijgt de leiding over de Buitenpost Madrid.

De Enquête Commissie Regeringsbeleid 1940-1945 .heeft zich in het rapport over de hulp aan Nederlandse vluchtelingen in de oorlogsjaren in Spanje niet vleiend over jhr. mr. W. E. van Panhuys uitgelaten. De commissie zegt, dat het de gezantschapsraad niet bepaald heeft ontbroken aan goede wil, maar klaarblijkelijk was hij tegen zijn taak niet opgewassen en is hij tekortgeschoten in effectieve hulpverlening aan de Nederlandse uitgewekenen. In aanmerking dient echter te worden genomen, dat zijn taak in deze zeer bijzondere omstandigheden wel zeer zwaar is geweest, aldus de commissie.
Na een inventarisatie van de problemen besloot Somer om de opvang van Engelandvaarders in Madrid te verbeteren. Het BI opende in Madrid een dependance. Mr. Harry Linthorst Homan kreeg de leiding over de Buitenpost Madrid. (Het vrije volk
13 - 02 - 1964)

Kort na de oorlog komt hij in beeld voor de functie van Commissaris van de Koningin in de provincie Friesland. Daarover gaat de volgende anekdote:
In het najaar van 1945 laat Schermerhorn, dan minister president, Koningin Wilhelmina weten dat Minister Beel tevergeefs Linthorst Homan heeft aangezocht voor de functie van Commissaris van de Koningin in Friesland. De reden daarvoor is dat hij vindt dat hij als Drent daar niet op zijn plaats is. De Koningin antwoordt daarop:”Zeg tegen Harry Linthorst Homan dat, als zijn vader nog had geleefd, hij ongetwijfeld zou hebben gezegd:”Harry, je hoort dit te doen”. Harry wil het uiteindelijk wel doen, maar wel met een proeftijd van twee jaar. Uiteindelijk blijft hij 25 jaar op die post. ”
Harry Linthorst is een man met stijl. Hij zit de Statenvergaderingen voor in jacquet en voert het Fries in als tweede spreektaal. Daarmee maakt hij zich populair in zijn provincie.
Bij zijn benoeming in 1957 tot ere-voorzitter Friesland 1940 – 1945 roemt men ook het feit dat hij al vroeg in de oorlog bezig was met: "het oprichten van een der eerste Inlichtingendiensten annex verzetsgroep, het leggen van contacten in kringen van het voormalige Nederlandse leger, werk voor het Nationaal Steunfonds en het Nationaal Comité, het reorganiseren van enkele escape-lines."
Van 1969 tot 1979 is hij voorzitter van het Genootschap Engelandvaarders.
Hij overlijdt op 83-jarige leeftijd en ligt begraven in het familiegraf bij de Hervormde Kerk in Havelte.


Nederlandse regering in Londen stelt zich garant
De situatie van financiering van de steunfondsactiviteiten en hij aandringt aan op financiële hulp voor het verzet. De regering stelde zich mede op aandringen van het Bureau Inlichtingen garant voor de terugbetaling van een bedrag van dertig miljoen gulden aan het Steunfonds. Op 10 januari is deze garantie gegeven. Een microfoto, verborgen in een manchetknoop, van deze belangrijke garantieverklaring kon door een gedropte agent in januari 1944 alléén aan Van den Bosch worden overhandigd.

Zijn woonhuis word gevorderd

Nadat Harry Linthorst is onder gedoken, neemt de Duitse Weermacht zijn huis en inboedel in beslag.
Zijn vrouw dook onder tijdens de oorlog, mogelijk in ’s Gravezande en later in Hilversum.

ZILVERMEEUWLAAN 31: Gevorderd door Duitse Weermacht.
Het huis bevat: gelijkvloers 2 kamers, keuken, kelder, WC, garage; 1e verdieping: 3 kamers, badkamer; 2e verdieping 2 kamers, 2 berghokken. Wordt thans bewoond door man, vrouw en 11 kinderen en dienstbode; naam ? Het huis is gedeeltelijk gemeubeld. De bewoners beweren, dat die grotendeels hun eigendom zijn, hetgeen natuurlijk niet te constateren is. Er bevinden zich ook nog enkele meubels van de oorspronkelijke eigenaar en van de Duitse Weermacht. Waarschijnlijk zijn enige bedden van de Duitsers gestolen.
Oorspronkelijke eigenaar is Mr. Linthorst Homan, die reeds in de stad schijnt te zijn (Bureau Civil Affairs).
Mevrouw Linthorst Homan bevindt zich nog in Hilversum. Inlichtingen worden verstrekt Zilvermeeuwlaan 29.
Rapport sept/okt 1944, meer op Duitser in gebouwen.

H.P. Linthorst Homan (1947) 

Londen en na de oorlog


Na de oorlog was hij in bevrijd Nederland van april 1945 tot december 1945, sectiehoofd van het Militair Gezag.

Al snel komt hij in beeld voor de functie van Commissaris van de Koningin in de provincie Friesland. Daarover gaat de volgende anekdote:
In het najaar van 1945 laat Schermerhorn, dan minister president, Koningin Wilhelmina weten dat Minister Beel tevergeefs Linthorst Homan heeft aangezocht voor de functie van Commissaris van de Koningin in Friesland. De reden daarvoor is dat hij vindt dat hij als Drent daar niet op zijn plaats is. De Koningin antwoordt daarop:”Zeg tegen Harry Linthorst Homan dat, als zijn vader nog had geleefd, hij ongetwijfeld zou hebben gezegd:”Harry, je hoort dit te doen”. Harry wil het uiteindelijk wel doen, maar wel met een proeftijd van twee jaar. Uiteindelijk blijft hij 25 jaar op die post, van 1 december 1945 tot 1 juni 1970. ”
Harry Linthorst is een man met stijl. Hij zit de Statenvergaderingen voor in jacquet en voert het Fries in als tweede spreektaal. Daarmee maakt hij zich populair in zijn provincie.
In 1957 is hij tot ere-voorzitter Friesland 1940 – 1945 benoemt.
Van 1969 tot 1979 is hij voorzitter van het Genootschap Engelandvaarders.
Hij overlijdt op 83-jarige leeftijd en ligt begraven in het familiegraf bij de Hervormde Kerk in Havelte.

O.a. Verzetsherdenkingskruis en Kruis van Verdienste.

Financiering van de steunfondsactiviteiten

De situatie van financiering van de steunfondsactiviteiten en hij aandringt aan op financiële hulp voor het verzet. De regering stelde zich mede op aandringen van het Bureau Inlichtingen garant voor de terugbetaling van een bedrag van dertig miljoen gulden aan het Steunfonds. Op 10 januari is deze garantie gegeven. Een microfoto, verborgen in een manchetknoop, van deze belangrijke garantieverklaring kon door een gedropte agent in januari 1944 alléén aan Van den Bosch worden overhandigd.
De overhandiging vind plaats in Den Haag waar Van den Bosch naar toe is gereisd en in aanwezigheid van Walraven van Hall, die eigenlijk vond dat de documenten aan hem gegeven moesten worden.

De overdracht van de garantie.

Linthorst Homan: "Ik gaf  [Na zijn vlucht naar Londen ] de namen op van Van den Bosch, Van Hall en Miep. Deze laatste moest ik inschakelen, omdat zij zonder gevaar kon reizen: de verbinding tussen het Westen en het Noorden in ons land was toen voor mannen namelijk verboden. Ik wist wel dat Van Hall een belangrijk man was in het NSF, doch ik meende dat Van den Bosch de leider was. Het is Linthorst Homan, die al in september 1943 uit Nederland is vertrokken, alleen niet duidelijk waar Van den Bosch en De Wilde zich bevinden. Ch. Van Houten adviseert Steen om naar het Haagse bijkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij te gaan, in de verwachting dat de directie Van den Bosch of Miep weet te lokaliseren. Steen krijgt de strike opdracht om de microfoto alleen aan een van deze twee personen te overhandigen.

Na zijn dropping in Nederland bezoekt Steen inderdaad de Nederlandsche Handel Maatschappij. De directie weet echter het door hem gezochte duo niet op te sporen. Steen beschikt nog wel over het woonadres van Van Hall. Hij reist naar Zaandam. Walraven is niet thuis, maar zijn echtgenote is bereid om contact met hem op te nemen via zijn Amsterdamse onderduikadres. Er ontstaat een gênante situatie als Van Hall zijn woning betreedt. Tot zijn ergernis wil Steen hem de microfoto niet geven. De geheim agent is immers alleen geautoriseerd voor een overdracht aan Van den Bosch of De Wilde. "Wally belde mij op in Groningen, dat er iets belangrijks was", legt De Wilde later uit. "Van den Bosch was toen naar een bespreking in Den Haag om f 200.000,- te verkrijgen. Ik kwam over naar Zaandam en merkte wat er aan de hand was. Ik ben toen direct naar Van den Bosch in Den Haag gegaan om hem te halen. Toen hebben wij samen de boodschap van de piloot, die al die tijd in Zaandam was gebleven, in ontvangst genomen en dadelijk met Van Hall besproken. Wally van Hall was aanvankelijk ontstemd wegens het feit dat die stukken niet aan hem mochten worden gegeven. Die piloot had uitdrukkelijk opdracht gekregen van Linthorst Homan om het alleen aan een van ons tweeën af te geven. Linthorst Homan kende ook Van Hall. Kort voor vertrek naar Engeland heb ik Linthorst Homan, in opdracht van Van den Bosch, in contact gebracht met Wally. 
Bron: Walraven van Hall:  premier van het verzet (1906-1945) uitg. 2014. pagina 84. 

10 januari 1944 schreef de Londense regering een brief, waarin zij zich garant stelde voor een bedrag van ten hoogste dertig miljoen gulden.
Omgerekend zou dit bedrag nu zo'n € 210.000.000 groot zijn volgens een koopkracht omrekentool van IISG.
Deze originele brief is een zeer uniek document in de geschiedenis van het Nederlandse verzet. Later als getypt exemplair verschenen.

getypt exemplair van de brief 10 januari 1944